Beweren en bewijzen/de zuilen/Zekerheid/5. Natuurlijke deductie/bewijsstrategie

Uit Werkplaats
Ga naar: navigatie, zoeken
de opzet 2017-18    KalenderIcon.gif multimedia kwaliteit commentaren
site map


Beweren en bewijzen
Wijsheid omgaan met onzekerheid: met open blik op wankele ondergrond levenspad bewandelen
Vernuft aanpak van glibberige problemen precies redeneren op het hoogste niveau
vier zuilen → Artefacten Formalisering Taal Zekerheid
1. Rationaliteit Rationaliteitsvierkant 4 werelden Beweren is moeilijk Overtuigen
2. Modellen Focus Precisie Logica Stelling en bewijs
3. Model en realiteit Specificaties Domeinmodel Syntax en semantiek Waarheid
4. Correctheid Structuur Correctheidsstelling Typering Nagaan
5. Methoden Decompositie Systemat. vertalen Definities Natuurl. deductie
6. Theorie Domeintheorie Tijd Tijdslogica Wiskunde
7. Complexiteit Hiërarch. decompositie Vereenvoudigingen Modules Bewijsassistenten
8. Generalisering Standaardisatie Parametrisatie Talen Hulpstellingen
Beweren en bewijzen/de zuilen/Zekerheid/5. Natuurlijke deductie/bewijsstrategie

Aan deze pagina wordt nog gewerkt. Bedankt voor uw begrip.

literatuur

...


Stappen die zelden kwaad kunnen

Deze regels gooien geen informatie weg maar maken de zaak iets eenvoudiger. Het kan geen kwaad als men ze toepast. Hooguit wordt het bewijs wat langer als een andere regel slimmer was geweest.

/\-I 
bij een conjunctie rechts.
ALL-I 
bij een universele kwantor rechts.
=>-I 
bij een implicatie rechts.

Omgaan met onvolledige informatie

Deze regels gebruik je vaak zo vroeg mogelijk:

\/-E 
bij een disjunctie ergens in de aannames of met een tautologie φ∨¬φ. Zo wordt het bewijs opgesplitst: gevalsonderscheiding.
EX-E 
bij een existentiële kwantor ergens in de aannames. Zo krijgt het existerende beestje meteen een naam.

Afwerken

Deze regels gebruik je gedurende het hele bewijs wanneer ze van toepassing zijn:

/\-E 
bij een geschikte conjunctie links.
ALL-E 
bij een geschikte universele bewering links.
=>-E (modus ponens) 
als ergens in je aannames een implicatiepijl verpakt is waarvan de conclusie overeenkomt met wat je wilt bewijzen.
NOT-I 
bij een negatie rechts.
NOT-E 
als een geval van een eerdere gevalsonderscheiding inconsistente aannames opgeleverd heeft.

Van het specifieke naar het algemene

Deze regels mag je niet te vroeg gebruiken, ze helpen eigenlijk alleen als je al eerder gevalsonderscheidingen gemaakt hebt:

\/-I 
bij een disjunctie rechts.
EX-I 
bij een existentiële kwantor rechts.

Iets heel anders doen

Als niets anders helpt, wil in een vroeg stadium van het bewijs wel eens helpen:

\/-E over een tautologie
zonder dat in je aannames een disjunctie voorkomt kan het handig zijn om twee gevallen te onderscheiden: phi \/ NOT phi met een handig gekozen phi.
NOT-E* 
"Laten we eens aannemen dat het niet klopt. Verwikkelt ons dat in een tegenspraak?"

Meer uitleg: