Beweren en bewijzen/het verhaal/4. Correctheid/vragen

Uit Werkplaats
Ga naar: navigatie, zoeken
de opzet 2017-18    KalenderIcon.gif multimedia kwaliteit commentaren
site map


Beweren en bewijzen
Wijsheid omgaan met onzekerheid: met open blik op wankele ondergrond levenspad bewandelen
Vernuft aanpak van glibberige problemen precies redeneren op het hoogste niveau
vier zuilen → Artefacten Formalisering Taal Zekerheid
1. Rationaliteit Rationaliteitsvierkant 4 werelden Beweren is moeilijk Overtuigen
2. Modellen Focus Precisie Logica Stelling en bewijs
3. Model en realiteit Specificaties Domeinmodel Syntax en semantiek Waarheid
4. Correctheid Structuur Correctheidsstelling Typering Nagaan
5. Methoden Decompositie Systemat. vertalen Definities Natuurl. deductie
6. Theorie Domeintheorie Tijd Tijdslogica Wiskunde
7. Complexiteit Hiërarch. decompositie Vereenvoudigingen Modules Bewijsassistenten
8. Generalisering Standaardisatie Parametrisatie Talen Hulpstellingen
Beweren en bewijzen/het verhaal/4. Correctheid/vragen
Beheers je de nodige begrippen?
Hier een lijstje van Vragen. Meer dan één antwoord kan juist zijn. En niet altijd is het zo eenvoudig. ("Neen, tenzij...") Leg uit wat je vindt!
  1. Een specificatie van een artefact
    1. beschrijft alle onderdelen van dit artefact en hun interactie
    2. praat alleen dan over onderdelen, als die een fenomeen delen met de omgeving van het artefact
    3. beschrijft wat van de omgeving van het artefact verwacht wordt
    4. beschrijft precies één van de onderdelen van dat artefact
    5. is gesteld in termen van observeerbare fenomenen
    6. is gesteld in termen van onzichtbare fenomenen
    7. is gesteld in termen van gemeenschappelijke fenomenen tussen twee of meer onderdelen van het artefact
    8. is gesteld in termen van gemeenschappelijke fenomenen tussen het artefact en zijn omgeving
    9. beschrijft het gedrag van het artefact in termen van observeerbare fenomenen
    10. beschrijft het gedrag van het artefact in termen van zijn onderdelen.
  2. Een specificatie is
    1. een bewering
    2. een tautologie
    3. een stelling
    4. een correctheidsstelling
    5. een waarneembaar fenomeen
    6. geschikt als contract
    7. niet geschikt als contract
    8. altijd bewijsbaar
    9. niet te bewijzen
    10. altijd onwaar.
  3. Een correctheidsstelling is
    1. een bewering
    2. een gevolgtrekking
    3. een specificatie
    4. een tautologie
    5. geschikt als contract
    6. niet geschikt als contract
  4. Een observeerbaar fenomeen is
    1. een specificatie die zegt waar de mens op een artefact mag inwerken
    2. iets waarmee een artefact met zijn omgeving interageert
    3. een meting
    4. een kabel.

Welke van de volgende beweringen zijn waar?


  1. Sommige correctheidsstellingen zijn specificaties.
  2. Sommige specificaties zijn correctheidsstellingen.
  3. Alle correctheidsstellingen zijn tautologieën.
  4. Alle specificaties zijn tautologieën.
  5. Alle specificaties zijn beweringen.
  6. Alle tautologieën zijn beweringen.