Beweren en bewijzen/supplement/planning (voor docenten)/tentamen/3
Uit Werkplaats
Op dit tentamen laat je zien dat je
- eenvoudige stellingen uit de propositielogica kunt bewijzen met natuurlijke deductie, waarbij je je deductiebewijzen volledig opschrijft, d.w.z.
- met alle geldende aannames bij elke stap (d.w.z. met sequenten)
- precies volgens ons deductieschema, geen kale bomen zo als in het boek van Van Benthem met impliciete aannames,
- en daarbij bij elke stap aangeven wat de betekenis is ("om dit te bewijzen onderscheid ik de twee gevallen A en B. Ik moet dus drie dingen bewijzen: dat A\/B een gevolg van mijn aannames is, dat hetgeen ik bewijzen wil geldt onder de aanname A en dat het ook geldt onder de aaname B.")
- gegeven (volledige) deductiebewijzen controleren op juiste toepassing van de deductieregels,
- waarbij je per stap kunt aangeven met welke concrete formules de letters uit het deductieschema corresponderen,
- en waarbij je kunt aangeven waar een regel verkeerd toegepast is.
Een bewijs voor P∨¬P zal op dit tentamen niet worden gevraagd. Als je P∨¬P voor een gevalsonderscheiding nodig hebt, mag je het als axioma gebruiken zo als uitgelegd in 5. Bewijzen.
Je moet op dit tentamen een schoon exemplaar van het deductieschema bij de hand hebben. Daarvan afgezien is het 'gesloten boek'.
Overweging: misschien m.i.v. 2009 ook de grammatica?