Onderzoeksmethoden 2/het werk/2008-9/Groep02

Uit Werkplaats
Ga naar: navigatie, zoeken
Onderzoeksmethoden 2

Projectleden:
-Zlatko Bajic
-Joost Herregodts
-Ebru Moran
-Aziz Suhonic
Datum: 18-12-2008 Plaats: Nijmegen
Versie: 1.0 (final)

Inleiding

Dit onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de heer Stijn Hoppenbrouwers als onderdeel van de cursus Onderzoeksmethoden 2. De onderzoeksmethode die aan ons werd toegewezen was het Think Aloud Protocol. De opdracht was om een onderzoek op basis van het Think Aloud Protocol op te zetten en uit te voeren. Dit document geeft aan wat het onderzoek inhoudt en hoe het onderzoek is uitgevoerd (onderzoeksplan). Daarnaast komen ook de belangrijkste resultaten van het onderzoek (onderzoeksconclusie) aan bod.

Probleemstelling

Iedereen heeft wel eens met Lego bouwstenen gespeeld. Bij het in elkaar zetten van een LEGO bouwstuk gebruiken mensen meestal een stappenplan (bouwtekening) dat bijgeleverd wordt bij het aangeschafte LEGO bouwstuk. Er zijn echter meerdere manieren om zo een LEGO bouwstuk in elkaar te zetten. Het bijgeleverde stappenplan (bouwtekening) is slechts één van de mogelijke manieren om het bouwstuk in elkaar te zetten. Aangezien er meerdere manieren zijn om een LEGO bouwstuk in elkaar te zetten, willen wij onderzoeken hoe mensen omgaan met het maken van een bouwtekening van een LEGO bouwstuk.

Onderzoeksvraag

Hoofdvraag:
Hoe komen mensen tot een bouwtekening van een LEGO bouwstuk?

Deelvragen:

  • Welke methodes gebruiken mensen bij het maken van een bouwtekening voor een LEGO bouwstuk?
  • Hoeveel tijd hebben de proefpersonen nodig om de bouwtekening te maken?
  • Hoe gedetailleerd zijn de gemaakte bouwtekeningen (door middel van een vergelijking ten opzichte van de originele bouwtekening van LEGO en de bouwtekeningen van de andere proefpersonen)?

Verantwoording

LEGO, wie kent dat nou niet? Elke jongen krijgt op zijn verjaardag of met de kerst van zijn ouders een LEGO pakket. Dus veel mensen in Nederland hebben thuis een LEGO pakket. LEGO is een Deense speelgoedfabrikant die bekend is geworden met gekleurde kunststofblokjes die in elkaar gezet moeten worden om tot een huisje of iets dergelijks te komen. Het woord LEGO betekent in het Latijn "ik stel samen", "ik verzamel" of "ik leer".

Het maken van een bouwtekening voor een LEGO bouwstuk kan door mensen op veel verschillende manieren uitgevoerd worden. Wij vinden het leuk om te weten welke verschillende methoden onze proefpersonen gaan gebruiken bij het maken van deze bouwtekening.

Theoretisch kader

  • Techniek
    • Bouwkunde
      • Reverse Engineering
        • Disassembleren

Methode

In dit hoofdstuk geven we aan hoe ons onderzoek uitgevoerd gaat worden. Hierbij komen de volgende onderwerpen aan bod: selectie van de proefpersonen, het uitvoeren van het onderzoek, het think-aloud protocol en de nabewerking (tekst-analyse).

Selecteren van de proefpersonen

Binnen ons onderzoek gaan we gebruik maken van 4 proefpersonen. Deze zulllen verdeeld worden over 2 mannen en 2 vrouwen. De proefpersonen mogen geen bouw/technische opleiding volgen/hebben gevolgd. Dit is de enige restrictie aangezien het opleidingsniveau niet relevant is voor het onderzoek.

Het onderzoek

Voor ons onderzoek gebruiken we een LEGO bouwstuk (brandweerwagentje) dat maximaal uit 50 stukjes bestaat. De proefpersoon dient een bouwtekening (stappenplan of iets dergelijks) te maken van het LEGO wagentje. Deze tekening heeft als doel dat andere mensen het LEGO wagentje na kunnen bouwen. De tekening die aan het einde opgeleverd wordt, is dus een bouwtekening van het LEGO wagentje. We stellen geen tijdslimiet vast voor het maken van de bouwtekening. De tijd is niet van groot belang omdat het ons in eerste plaats gaat om de gebruikte methodes en de gedetailleerdheid van de bouwtekening. De proefpersonen beschikken over de volgende hulpmiddelen:

  • Liniaal
  • Geruit A4 papier
  • Blanco A4 papier
  • Verschillende kleuren potloodden
  • Potlood en pen
  • Gum
  • Puntenslijper

Bij het maken van de bouwtekening wordt er gelet op de manier waarop de bouwtekening tot stand komt (dus welke methodes er gebruikt worden). We laten de personen hardop denken en nemen dit op (think aloud protocol) met behulp van een digitale camera (audio en video).

Het think-aloud-protocol

Het onderzoek wordt bij ieder proefpersoon afzonderlijk afgenomen. Dit gebeurt op een locatie waar ze geen last hebben van anderen. Dit vermindert het risico op storende factoren en het voorkomt dat de proefpersonen bij elkaar afkijken tijdens het maken van de bouwtekening. Het hele proces wordt gefilmd zodat we het achteraf nog een aantal keer kunnen bekijken. De proefpersonen zullen aangemoedigd worden om hun keuzes en denkproces op te zeggen. Tijdens het proces moedigen we de proefpersonen aan om hard op te denken. Het proces eindigt bij het opleveren van de bouwtekening. Tijdens het uitvoeren van het proces is het toegestaan om binnen de bouwtekening correcties aan te brengen maar het is niet toegestaan om helemaal opnieuw te beginnen. Dit voorkomt dat de proefpersonen compleet nieuwe methodes gaan gebruiken. Wij willen de methodes analyseren die bij de proefpersonen als eerste opkomen.

De nabewerking

Na het proces zal de data geanalyseerd en gedigitaliseerd worden. De data wordt opgesplitst in de methodes die de proefpersonen gebruikt hebben en de totale tijd die hij/zij erover doet om de bouwtekening te maken. De methodes worden van te voren vastgesteld zodat de handelingen van de proefpersoon makkelijk ingedeeld kunnen worden. Hierdoor is de data goed verwerkbaar. De volgende methodes kunnen worden gebruikt:

 01. Het identificeren van LEGO blokjes door ze bijv. te nummeren (identificeren)
 02. Het inkleuren van LEGO blokjes op de bouwtekening (inkleuren)
 03. Uit elkaar halen van het LEGO wagentje (uit elkaar halen)
 04. Opnieuw in elkaar zetten van het LEGO wagentje (in elkaar zetten)
 05. In meerdere stappen tekenen (meerdere stappen)
 06. In één stap tekenen (één stap)
 07. Het rangschikken van blokjes (rangschikken)
 08. Het maken van een schaal indeling (schaal)
 09. Het tekenen van de LEGO blokjes in volgorde van grootte (grootte)
 10. Het tekenen van zijaanzichten (zijaanzicht)
 11. Het tekenen van bovenaanzichten (bovenaanzicht)
 12. Een drie dimensionale tekening maken (3D) 
 13. Denken en tekenen in lagen (lagen)
 14. Tekst gebruiken bij de bouwtekening (tekst)
 15. Voor zichzelf aantekeningen maken bij het uit elkaar halen van het LEGO wagentje (aantekening)
 16. Het maken van een uitvergroting (uitvergroting)
 17. Het gebruiken van pijltjes om aan te geven hoe iets in elkaar gezet moet worden (pijlen)

Operationalisatie

Domein

Voor dit onderzoek nemen we 2 mannen en 2 vrouwen als proefpersenen. De personen dienen geen ervaring te hebben met het maken van bouwtekeningen. Het opleidingsniveau is niet van invloed op het uitwerken van de opdracht, zolang de proefpersonen geen bouw/technische opleiding volgen of hebben gevolgd.

Elementen

M: Mensen
Omschrijving: 2 mannen en 2 vrouwen van verschillende leeftijdscategorieën. 1 man en 1 vrouw van categorie 1 (<= 30 jaar) en 1 man en 1 vrouw van categorie 2 (>30 jaar) zonder enige voorkennis van het maken van bouwtekeningen.

B: Bouwtekening
Omschrijving: een beschrijving om van x elementen tot een compleet LEGO bouwstuk te komen.

Variabelen

M: Methode
Omschrijving: De manier waarop de proefpersoon tot de bouwtekening komt. Hier wordt vastgelegd welke stappen de proefpersoon neemt.
Domein: Aantal stappen om tot de voltooiing van de bouwtekening te komen.
Meetniveau: ordinaal.

M: Tijd
Omschrijving: De hoeveelheid tijd die de proefpersoon nodig heeft om tot de voltooiing van de bouwtekening te komen.
Domein: Natuurlijke getallen (tijd) afgerond op minuten.
Meetniveau: ratio.

M: Detail
Omschrijving: In hoeverre komt de tekening overeen met de originele bouwtekening.
Domein: De bouwtekening wordt gewaardeerd met een waarde van 1 t/m 5, waarbij 1 niet gedetailleerd is en 5 zeer gedetailleerd.
Meetniveau: ordinaal.

Relaties

M --> T (Methode --> Tijd)
Omschrijving: De gekozen methode heeft invloed op de tijd die nodig is om tot een bouwtekening te komen.

M --> D (Methode --> Detail)
Omschrijving: De gekozen methode heeft invloed op hoe gedetailleerd de bouwtekening is.


Conceptueel Model

Conceptueel model LEGO2.jpg

Planning

Week nr Omschrijving Werktijd (per persoon)
Week 42 Onderwerp bedenken voor het werkstuk 4 uur
Week 43 Opzet onderzoeksplan opstellen 4 uur
Week 44 Opzet Onderzoeksplan opstellen 4 uur
Week 45 Werven van proefpersonen, terugkoppeling van Stijn in de werkstuk verwerken 2 uur
Week 46 Maken van conceptueel model (en aanpassingen) 3 uur
Week 47 Voorbereiding experiment 4 uur
Week 48 Uitvoeren van experiment 3 uur
Week 49 Vergaarde data uitwerken 8 uur
Week 50 Data analyseren 4 uur
Week 51 Conclusies rapporteren 4 uur


Uitwerking TAP sessies

Hieronder zijn de tap sessies uitgewerkt. De gele markeringen zijn onze eigen waarnemingen (aantekeningen) tijdens de sessies. De rode markeringen stellen de tabs voor van gebruikte methodes. De tijd wordt dikgedrukt aangegeven.

Persoon 1

  • Datum en tijd: 30-11-2008 18:00
  • Proefpersoon: Dunja Bajic (21 jaar)
  • Duur sessie: +/- 93 minuten
  • Gebruikte middelen: Potlood, kleurpotloden, pen, liniaal, gum, puntenslijper en geruit papier (grote ruitjes)


Oké, ik ga eerst even kijken globaal hoe dat ding in elkaar zit. [Pakt het lego wagentje en bekijkt het van alle kanten] Dus, aan de onderkant zijn eigenlijk één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven verschillende hoogtes als het gaat om lagen. <lagen> En dan ga ik ‘m, even kijken… Ik ga hem denk ik van boven naar beneden uit elkaar zetten en dan teruggekeerd, omgekeerd tekenen hoe dat dan moet, dus wat ik nu als eerste doe, komt dadelijk als laatste. Dan haal ik dit eraf, werkt dat wel? <uit elkaar halen> Ehm, ja en dan zet ik zo voor me neer en dan zet ik hier rechts van mij zet ik alles wat straks als laatste moet, dus wat ik nu het eerste af haal, zet ik nu eerst dat dingetje… <rangschikken> [Begint met stukjes van het lego wagentje er af te halen] Dit zit waarschijnlijk ook los, of niet? Nee, dit zit gewoon aan elkaar vast. Oké, dit dus. Nou weet ik het niet meer, zo. Ik pak even een blaadje bij voor mezelf om even aantekeningentjes te maken. <aantekening> Gewoon een blokjespapier en een potlood. Even globaal, ik ga even globaal aan de bovenkant tekenen, zeg maar van bovenaanzicht hoe die eruitziet zodat ik het straks ook weet. <bovenaanzicht> En dan volg ik gewoon de blokjes op papier, even kijken. Ehm, bovenaanzicht dus, zo. [Begint te tekenen op het papier] Eigenlijk moet ik… [Telt de blokjes op het lego wagentje] ik ga het even anders doen. Per blokje, per rondje dat hier op zo’n legoblokje zit ga ik een blokje op mijn papier tekenen, zodat ik het precies zeg maar één op één heb getekend. <schaal> Dat ik dadelijk precies weet waar wat moet. Even kijken, één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien, veertien. Dat is dan veertien in de lengte. En één, twee, drie, vier, vijf, zes, in de breedte. Zo… moet dit even natekenen een beetje. Hier één blok, één, twee, drie. Eén, twee, drie, vier, zo. Zit hier een tussenstuk, zo. Ik ga gewoon een grens aangeven, ik ga gewoon tekenen welke legostukjes iets zijn van de bovenkant. <bovenaanzicht> Deze heeft één, twee, drie, vier, vijf, zes blokjes. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes en dan aan de andere kant ook zes. Zit hier een open stuk, zo en zo en dan zit die stoel zit dan in het midden. Dat schrijf ik er gewoon bij dat het een stoel is, stoel. En bij het gele, welke legoblokjes geel zijn, schrijf ik ook even erbij dat het gele blokjes zijn. <tekst> [5 min] Geel, en de rest is allemaal rood, dat weet ik wel, hoef ik niet op te schrijven. Even kijken, hier steekt iets aan de onderkant uit, dus waar die stoel zit, begint het en dan gaat het één blokje naar voren. Aan de andere kant ook. En de wielen, ja dat moet op zich wel lukken als ik dat aan de andere kant… Eerst even zo, oké. En dan heb je hier, dit is een stippellijntje dat het niet het einde van een legoblokje is maar dat er ehm… een laag boven zit <lagen>, wat over die andere blokjes heen zit en dan zit dit zo ongeveer en dit ook even, de voorkant ook even globaal dat ik het gewoon een beetje weet… waar die blokjes zitten. En dan heb je even kijken, dit is rood, dit is rood, dan heb je hier een wit blokje. Dan is dit één, twee, drie rijen. Dat is wit, dan één blokje rood en dan zit hier het stuur, stuur. En hierboven ehm… ja gewoon lengte van het stuur zit dat raamding, ja. Oké, nu weet ik het ongeveer. Nou ga ik hem dus uit elkaar halen… en ik begin van bovenkant en dan ga ik gewoon naar de onderkant toe werken. <uit elkaar halen> En ik sorteer wel m’n blokjes een beetje op hoe dat ding eruit ziet zodat ik straks weet hoe ik de blokjes weer terug moet doen, anders weet ik het straks niet. <rangschikken> [Begint met de bovenste laag van het lego wagentje uit elkaar te halen en sorteert de blokjes op tafel] Dus ik leg ze nu gewoon, de bovenste laag leg ik hier op m’n tafel neer zoals die er ook echt uitziet. Alleen ben ik hem nu al een beetje kwijt. Even kijken, deze zit zo ehm… deze twee dingen zitten… eigenlijk moet ik nu omdat ik de bovenste lagen weg heb gehaald, moet ik nu nog een tekening maken van het laagje wat eronder zit <meerdere stappen>, anders weet ik het straks niet meer. <lagen> Dus dit zit zo. Ja, dat ga ik doen. Maar het hoeft alleen maar van de eerste helft van het vrachtwagentje maar de achterste helft zit niet nog een laag op, dus als je dit zo doet, even kijken. Dit zat zo, dus tot en met stuur, zo ehm… Nu maak ik even een klein schetsje voor mezelf wat onder dit, onder het bovenste stukje zit. <aantekening> En dat is weer even lengte, lengte was één, twee, drie, oh nee breedte één, twee, drie, vier, vijf, zes. [Tekent op het blaadje] Eén, twee, drie, vier, vijf, zes en dan één, twee, drie, vier, vijf, zes tot en met stuur. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes en dan zit hier het stuur, even kijken ehm… dan teken ik het zo. Dan zit hier het blokje van de koplamp, dus de koplamp. Hier zit een blokje van de koplamp. [10 min] En hier zitten twee zwarte naast elkaar, zwart, zwart. En hier zit dan een rij rood. En hier zit rood, rood en rood. Dat schrijf ik er even bij, want anders weet ik het straks niet meer. <aantekening> En hier zit dwars ook nog een rode maar dat is met die stuur. Dat heb ik hier ook. Even kijken, één, twee, drie, vier. Eén, twee, drie, vier dat klopt. Rood en stuur. Oké dan haal ik dat er ook even af en dat leg ik netjes even ongeveer neer hoe het moet zijn, zodat ik het straks makkelijk weer in elkaar kan zetten. <rangschikken> Zo… [Haalt een laag van het lego wagentje uit elkaar en sorteert de blokjes op tafel zoals ze ook in elkaar zaten] En ik hoop dat het lukt. Dus nu haal ik gewoon hier de bovenste twee lagen eraf, want die heb ik al vanaf een bovenaanzicht voor mezelf getekend. <bovenaanzicht> Ik krijg hem er niet af. Ja, deze laat ik dus even zitten, want ik krijg hem er niet af. [Krijgt een klein rood blokje niet af van het gele stuk eronder] Dan moet ik even dit zo dat het te zien is. Dit ook daar, zo. [Sorteert de blokjes van de twee lagen die ze uit elkaar heeft gehaald] Dus dit is m’n bovenste laag, dit is de laag die er na komt. <lagen> En nu komt weer een laag eronder, nou ik laat deze even zitten, want die krijg ik er niet af. En dan ga ik gewoon even verder tekenen. [Bekijkt de volgende laag van het wagentje] En dan heb je, dit is niet zo moeilijk. Je hebt gewoon drie stukken, drie gele stukken, twee grote, eentje van een vierkant. Eén, twee, drie, vier maal één, twee, drie, vier, vijf, zes. [Tekent op het blaadje] Eén, twee, drie, vier, vijf, zes en dat zit dan naast één, twee, drie, vier, vijf, zes en hier vier. Dit is gewoon allemaal geel, geel, geel en dan zet ik even neer dat hier… dat ik straks wel weet waar ik de rode blokjes, dat die laag die er boven komt, zodat ik weet waar die dadelijk precies op moet, teken ik even die rode, één van de rode blokjes die op de gele moet en dat is hier en hier. En nu weet ik de rest ook wel volgens mijn andere tekening. <aantekening> Dit is geel en dit is rood en rood. Dan ga ik die laag ook weer even uit elkaar halen. [Begint met het uit elkaar halen van de volgende laag van het wagentje] [15 min] <uit elkaar halen>Oh nee, even kijken, hoe zit dit? Hier zit een wiel aan en hier ook. Oké, ik moet even… dus de onderste laag is… of niet de onderste maar de laag die daarna komt, daarin zitten de wielen en nog van die rare zwarte uitsteeksels. <lagen> Als ik gewoon bij deze laag tekening even bijzet dat hier die wielen moeten. <tekst> [Tekent op het blaadje] En die komen dan hier en dan doe ik het met stippellijn zodat ik weet dat het onder deze laag moet. De stippellijn, zwart, wiel en aan de andere kant ook zwart, wiel. Dan zit ie zo en dan doe ik aan de andere kant even hetzelfde. Zit dus hier wiel, wiel. Op zich, ik laat die wielen… er zitten wel drie, even kijken. Dus de wiel zit aan één zwart blok maar er zit daarboven om het dik te maken, zitten nog twee aparte zwarte blokjes. [Gaat verder met het uit elkaar halen van het wagentje] Dan duw ik die wielen even los. Met de zwarte blokjes, die laat ik alvast even aan elkaar zitten. Voor straks. Oké, ik heb nu… deze laag, dus ik heb hier het verst van mij vandaan zit de bovenste laag, daarna komt de laag die daarop komt en ik zet alvast die blokjes een beetje neer hoe ze moeten zijn. <rangschikken> [Sorteert op tafel de verschillende lagen van het wagentje] Heb ik net ook al gezegd. Deze en deze. En deze rode moet eigenlijk daar, maar die krijg ik er niet af. Dus dit en dan moet ik nu even op naar die wielen, dat weet ik nu wel, die heb ik getekend. Dus dat is weer een laag daar onder. En dan heb je iets schuins, wacht even. [Begint met de volgende laag van het wagentje uit elkaar te halen] Dan haal ik dit gele er even af, dan moet de rest niet losraken want anders weet ik niet hoe het moet. <uit elkaar halen> Nee, ja nu is die dus los, dus nou zie ik het niet meer hoe die in elkaar zit. Hoe zit het nu? Zo waarschijnlijk. Volgens mij zat het zo. Ja. Ja en nu. En nu moet gewoon het gele ding weg. Wacht ik moet eerst even tekenen dat in het midden van het gele vierkant komt, komen die schuine blokjes onderuit. [Tekent op het blaadje] Zwart, dat schrijf ik er even bij, zwart, schuin. <tekst> En aan de andere kant even ook. [20 min] Zwart, schuin. En ik moet gewoon even dat gele ding los zien te krijgen zonder dat die andere dingen losschieten. Maar dat lukt niet zo goed. [Gaat verder met het uit elkaar halen van een laag van het wagentje] Het lukt niet, maar ik kan het wel weer terug doen. Oké, dit heb ik net al opgeschreven, dat dit hier onderuitkomt en dan moet dan zoiets zijn, ja. Oké, onderste laag. Ik heb twee zwarte stukjes van één, twee, drie, vier, vijf, zes. [Tekent op het blaadje] Eén, twee, drie, vier, vijf, zes en dan één, twee, drie, vier. En hier zit dan een klein blokje van twee en aan de andere kant ook. En daar heb je nog één van. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes. Oké, en dan moet ik hier zo tekenen dat ik weet dat hier een schuin deeltje weer uitsteekt. Dat doe ik even zo met stippel. Dan aan de andere kant is dat precies hetzelfde. Dus hier ook zo tekenen en waar die uitsteekt, teken ik een stippellijn. En dan heb je… Dan moet ik ook nog even met stippellijn, oh nee, dat hoeft niet, want ik heb precies die lagen, zeg maar op m’n papier volgens die blokjes één op één getekend <schaal>, dus ik weet nu, ik zie dus aan de onderste tekening, dat is dus precies dezelfde zeg maar hoogte en dezelfde lijn als de laag daarop, dus ik weet precies nu waar dat gele stuk wat er bovenkomt waar die op moet komen. Dit zit zo. [Gaat verder met het uit elkaar halen van een laag van het wagentje] Dan haal ik deze eraf. <uit elkaar halen> Dus deze twee uitsteeksels die houden die twee aparte stukjes bij elkaar. Dat moet ik ook even tekenen. [Tekent op het blaadje] Zo, stippellijntje waar ze uitsteken. Dat schrijf ik bij, schuin, steekt uit, oké. <tekst> Dan doe ik deze even hierbij en de wielen. En dan heb ik m’n onderste laag. Die zet ik even uit elkaar, maar ik zet ze wel zo neer dat ik even weet hoe het ongeveer in elkaar zit. Hopelijk weet ik het straks allemaal nog. <rangschikken> [Het hele wagentje is uit elkaar gehaald en de stukjes zijn gesorteerd op tafel] Oké, nu heb ik heel dat ding dus helemaal uit elkaar gehaald. En ik heb voor mezelf, gewoon een tekening van de verschillende lagen vanaf de bovenkant gemaakt hoe dat het eruitziet, zodat ik het straks ook weer in elkaar kan zetten. <aantekening> [25 min] En ik denk dat ik nu terwijl ik het in elkaar ga zetten <in elkaar zetten>, ga ik pas de echte bouwtekening maken zoals, zeg maar, voor iemand anders die het te zien zal krijgen, dus dan ga ik denk ik ook met, ik ga gewoon die blokjes natekenen. Ik weet niet hoe ik het anders zou moeten doen. Ik maak gewoon een stappenplan, denk ik. <meerdere stappen> Ik vind het wel moeilijk hoe ik nu verder moet doen. Ehm… Oh, ik maak gewoon zoals ik het nu heb gedaan, maar dan duidelijker en dan werk ik met kleurtjes per laag en dan begin dus met de onderste laag nu, dus andersom. Hoe je begint, dat maak ik dan zwart en dan laat ik zien welke blokjes waar horen te zitten. Ik denk dat dat makkelijker is, want als ik alle blokjes moet gaan tekenen, dat schiet ook niet op. Oké, dat ga ik doen. Oké, ik maak even een lijn, dus wat ik tot nu heb gedaan was gewoon een, voor mezelf, even een klad versie van hoe ik het in elkaar moet zetten en nu ga ik een bouwtekening maken en ik begin met de onderste laag. <lagen> En ik maak het zeg maar op elk blokje op mijn vel, zeg maar vertegenwoordigt één zo’n rondje op zo’n lego blokje. Dus dan heb ik het op precies dezelfde grootte, dus dat is misschien wel makkelijk, makkelijker te zien. <schaal> Dat ga ik nu even doen, dan gebruik ik een liniaal zodat het dan netjes recht is. En dan zet ik er gewoon bij laag één, of stap één, stap één. <meerdere stappen> [Tekent op het blaadje] En dan teken ik gewoon één, twee, drie, vier. Eén, twee, drie, vier, vijf, zes. Ik zet er even duidelijk bij op dat vel, voor de duidelijkheid dat één rondje op het legoblokje één hokje op m’n papier voorstelt. Dus een soort van legenda, eigenlijk. <schaal> Oké, dan ga ik nu weer verder. Oh ja, en ik maak, ik zet zeg maar de lijnen waar de verschillende, wat de verschillende zeg maar onderdelen zijn van de lego, daar zet ik een volle lijn neer. Dus dat bijvoorbeeld als je op mijn blaadje ziet, een rechthoek ziet van één, twee, drie, vier bij zes, dan weet je dus dat daar een legoblokje hoort van vier bij zes rondjes en dat is dan één blokje. Dan maak ik hier nog één. En ik teken ze wel precies tegen elkaar hoe ze ook straks in elkaar horen te zitten. Stap één. Even kijken [30 min] En ik omlijn, ik ga ze niet helemaal inkleuren, dat is niet echt handig. Ik omlijn de lijnen van de blokjes welke kleur de blokjes zijn, dus de zwarte blokjes maak ik dan gewoon de omlijning, de omtrek zeg maar, maak ik zwart. <inkleueren> Oké, en dan… dus dat is de onderkant. En ik denk ook dat ik… even kijken, nou de blokjes die er gewoon op horen en die eigenlijk gewoon hetzelfde er uit zien en dus niet schuin zijn of iets dergelijks, dus die hetzelfde zijn als dat ik teken die teken ik alleen maar en de blokjes die schuin zijn, die teken ik ook waar ze horen te zitten en dan zet ik daar een nummer bij, dat verwijs ik en dan zet ik een ander nummertje en dan teken ik hoe het blokje er eigenlijk uitziet. <identificeren> Zo ga ik het doen. Dus deze blokjes dan, dan doe ik eerst even dit en dan… Oké, dan heb je hier met zwart. Ik teken dus nog steeds gewoon die blokjes die nu op de onderlaag moeten komen, maar aangezien dit allemaal nog en dit nog één laag, teken ik ze allemaal bij stap één, dus eigenlijk laag één. <lagen> Zo, dit is wel duidelijk, denk ik. Ehm… Ja. Nu ga ik… Ik denk dat ik het toch iets anders ga doen. Ik ga alle, alle verschillende onderdelen, alle verschillende onderdelen ga ik even nummeren. <identificeren> En dan maak ik een plattegrond zeg maar, of ja een bovenaanzicht van de verschillende lagen wat ik net ook al wilde doen, dus stap één is de onderste laag. Stap twee wordt dan de laag die daar boven op komt dus stap drie is dan weer de laag die daar op komt. <meerdere stappen> Maar dan nummer ik wel alle, alle aparte deeltjes en dan maak ik dan later op een ander velletje, maak ik een tekening van en dan zet ik daar een nummer bij welk blokje het is. <identificeren> Ik denk dat dat het handigste is. Ik ga ze eerst even tekenen. [35 min] [Tekent met behulp van een liniaal op het blaadje] Zo. En dan nog blokjes hier. Ik ben nu dus nog steeds bezig met die onderste laag. Alle blokjes te tekenen die er op moeten komen. En dan ga ik zo meteen als ik dadelijk klaar ben, dan ga ik ze meteen nummeren en meteen de blokjes teken, zodat ik straks goed weet bij welke blokjes welke nummertjes moeten krijgen. <identificeren> Even kijken. Oh ja, ik ga even iets uitgummen, ik ga wat je uiteindelijk als je de laag krijgt, ehm, ga ik dan zeg maar die grenzen die je dus niet meer ziet doordat je een blokje erop hebt gedaan die moeten, dit moet even stippellijntjes worden, dat heb ik per ongeluk nu niet gedaan. Dus, even kijken. Dus hier moet een stippellijntje. Dus een stippellijntje die nu onder een ander blokje zit, zeg maar de grens, dat je hem daarom niet ziet. Gum. Oké, en hier is dat, even kijken op welke plek. Ehm, ik zie het al. Oké, dit is iets duidelijker. Oh, hier ook. Of niet? [Bekijkt de gesorteerde losse blokjes] Nee, ja hier ook. Stippellijntje. Dat is beetje duidelijker. En nu ga ik even m’n blokjes dan nummeren. Dit krijgt, dat doe ik met potlood, zodat ik het straks uit kan gummen. En ik maak zeg maar de blokjes die hetzelfde zijn, die maak ik zelfde nummertje. Dus bijvoorbeeld deze twee. [Pakt twee dezelfde zwarte blokjes] Die zijn gewoon dezelfde, dus die maak ik dan bijvoorbeeld nummer twee allebei en dat is dan ook duidelijker in de tekening dat dat dan dezelfde blokjes moeten zijn. <identificeren> Oké, eerst deze, nummer. Ik denk dat ik dat nummer even met een heel andere kleur doe, dat dat duidelijk is, doe ik even met een pen. [40 min] Nee met blauw. Wel blauw, want die kleur hebben we verder nergens, oké. En die nummers stellen dan eigenlijk ook voor wat je als eerste moet doen. Dus nummer één, de twee blokjes nummer één, die leg je als eerste neer. Ga ik nu even… [Pakt een ander blaadje en tekent daarop] En dan maak ik nu op m’n andere blaadje dus, zet ik ook nummer één neer, is… en dan teken ik dat blokje even. En dan moet ik eigenlijk nog een ander, ander papier vinden. Oké, dus ik ga op de, op m’n andere blokjesvel even de blokjes, de legoblokjes natekenen. Nummer één is, dan teken ik gewoon dat blokje ook in de kleur welke het blokje moet zijn. <inkleuren> Eén is… Zes. [Tekent met een kleurpotlood op het blaadje] Oké. Dat is dus nummer één en nou ga ik even het tweede blokje nummeren. Welke zal ik dan doen? Dan doe ik even deze. De buitenste. Vier, dat is dus, dat zijn dan vier dezelfde blokjes en die krijgen allemaal nummer twee. Dan teken ik het weer hier. Twee is… oké, dat blokje ziet er zo uit. Schuin. Dus zwart. En aangezien het blokje dus ja… het loopt schuin af dus zo’n blokje, ik weet even niet hoe ik dat moet tekenen, dus ik schrijf het er gewoon bij, het is een schuin blokje. <tekst> [Schrijft tekst op het blaadje] Nee, dit is een blokje met een schuine kant. Schuine kant. Ja, dit is wel duidelijk, want dit is het enige blokje van vier rondjes zeg maar en de onderkant dat het een schuine kant heeft, dus dat is wel duidelijk dat het die is. Oké. En ik zet er ook nog even bij, zeg maar voor de duidelijkheid, dat het blokje dus zeg maar ondersteboven geplaatst moet worden, dus met de schuine kant naar beneden. [45 min] Dat zet ik neer, dit blokje moet met de schuine kant naar beneden geplaatst worden. [Schrijft dat op het blaadje] <tekst> Oké. En dan komt de middelste, dat zijn er twee. Die krijgen allebei nummer drie. Drie, drie is… En deze hebben dus ook weer een schuine kant. Dan schrijf ik even hetzelfde op. Dit is een blokje met een schuine kant en dat ie, dat ie met de schuine kant naar benden geplaatst moet worden. Oké, en dan doe ik die vier blokjes, die zijn niet zo moeilijk. Die krijgen nummer vier. Dan schrijf ik hier vier is… en deze zijn dus simpel want dat zijn gewoon twee normale blokjes van twee rondjes. Zo. Oké, dat is dus… dat is dus stap één en dat is ook de stap één is de onderste laag. <meerdere stappen> Nu gaan we, ehm… even kijken. Ik moet zelf nog heel even kijken hoe, hoe het ook alweer in elkaar zat. [Bestudeert de blokjes] Als ik dit zo doe. En dan geel erboven op. Ja, dat klopt wel ongeveer. Nee, bij stap één, de eerste laag doe ik ook nog even de wielen erbij, want dit is ook eigenlijk, dit moet ook gewoon hierop, zoals ik het zie. Ja. Ja. Even kijken. Gum. [Tekent en schrijft weer op het blaadje] Ehm, dit is ook zwart. En de wielen. Dit noemen we dan nummer vijf. Doe ik het zo, vijf is… Dit zijn… [50 min] Dit ziet er dus zo uit. Zo een vierkantje met een wiel eraan, dus teken ik ook de wiel, zet er ook even voor de duidelijkheid even bij wiel, hier ook wiel. Wiel. <tekst> Ehm, en dan zet ik erachter dat het bestaat uit ehm, uit één dun blokje met het wiel maar daarbovenop zitten nog twee van die dunne blokjes. En dat moet ook even, dat zijn ook weer verschillende laagjes zeg maar op elkaar dus dat moet ook even aangegeven worden. Dus ik zet nu gewoon bij nummer vijf is dit en dan zet ik erachter dit bestaat uit… Dan zet ik erachter dit onderdeel… bestaat uit en dan teken ik die twee blokjes. Zo dan is dat ook duidelijk. Nou, die plaats ik er even op. [Zet de zwarte onderste laag in elkaar] <in elkaar zetten> En dan heb ik nu gewoon de hele onderste laag. En dan gaan we nu dus naar stap twee. Dat betekent dat dat de gele laag wordt en die bestaat eigenlijk uit niet zo heel veel behalve die gele platen. <lagen> Oké. En dat teken ik ook op m’n blaadje dus. Stap twee. <meerdere stappen> Ehm… Stap twee teken ik eigenlijk gewoon, ik zet eerst zelf even die gele platen erop. [Probeert de gele tweede laag op de onderste laag te zetten] Klopt dit nog wel? Volgens mij wel, hè. Ja, klopt gewoon. En deze… Dit klopt niet helemaal, want ik krijg die wielen… moet dit dan zo? Heb ik het zelf net niet goed… nee, dit klopt niet. Ehm, even kijken. Oh ja, dit moet gewoon echt zo. Maar, er klopt iets niet. Ik heb iets verkeerd gedaan. [55 min] Volgens mij… Ik ben nu heel even aan het kijken wat ik, ik weet hem zelf even niet meer. Heel even uitvogelen hoe dat ook alweer zat en dan ga ik weer verder met m’n stappenplan. [Haalt de twee lagen uit elkaar en bestudeert ze] <uit elkaar halen> Volgens mij is het nou zo goed. Het enige wat ik niet snap… hij zit nu wel goed. Dit kan toch niet zo. Dit kan niet hierop. Dat snap ik even niet. Ja, ik denk dat ik het al weet. Ik zie het ook al. Als het goed is. Even proberen, anders weet ik het ook niet. Ja, nu doet ie het. Aah, blijf nou zitten. De andere kant naar benden, oké. Ik heb ‘m weer door. Dan moet ik even gaan gummen, want dan heb ik het net dus ook verkeerd getekend. Wacht, ik maak hem eerst even af. [Zet de eerste onderste laag weer in elkaar] <in elkaar zetten> Oké. Even m’n stapje uitgummen en verbeteren. Oké, dus ik teken dit gewoon even opnieuw. [60 min] [Tekent weer op het blaadje] Oké. Oké, nou klopt ie weer helemaal. Dan ga ik nu dus verder met de gele laag, dus stap 2, wat ik net al wilde doen. Oké, stap 2. <meerdere stappen> [Zet weer de tweede gele laag op de onderste zwarte laag] Ehm, dan zet je eerst dit blokje… zo. En deze… oké, ik teken dus gewoon eigenlijk, ehm, ja wat je nu ziet, want je hoeft alleen maar de gele stukjes erop te zetten, maar je ziet nog… Ehm, om te weten waar je ze precies op moet klikken, teken ik even die zwarte, van de zwarte laag, wat je er dan nog boven uit ziet. Zodat je dan precies weet waar de wielen horen te zitten en waar die twee middelste stukjes moeten zitten. Dan pak ik even de gele kleur. Dan teken ik even, één, twee, drie, vier. Eén, twee, drie, vier. vijf, zes. [Tekent met een kleurpotlood op het blaadje] Zo. En dan heb je dan één, twee, drie, vier, vijf, zes. Zes. Oké, ehm. Oké, wat ik nu heb gedaan is dus het bovenaanzicht getekend <bovenaanzicht> als je de gele laag erop doet en de gele blokjes heb ik ook met geel getekend, zodat het gewoon extra duidelijk is en ik heb de onderste laag, de gele wielen, en die… of de zwarte wielen bedoel ik en de zwarte dingen die eronder uit steken, heb ik er ook bijgetekend, zodat je precies weet waar je die gele dingen moet plaatsen. En dan nummer ik nog even in deze stap, ehm, voor de duidelijkheid die zwarte uitsteeksels die er uitkomen welke blokjes dat waren uit de vorige stap, zodat het extra duidelijk is dat die uitsteken. <identificeren> [65 min] Dat zijn derde en dan nummer ik ook meteen m’n nieuwe blokjes. Dat zijn er zes. Zes en hier zeven. Nummer zes. Dat wordt één, twee, drie, vier, vijf, zes bij zes. [Tekent met een kleurpotlood op het blaadje] Oké, dan ben ik dus nu klaar met m’n volgende laag, ik heb ‘m van de bovenaanzicht getekend, dus zeg maar schematisch zodat het duidelijk is welke onderdelen waar horen. <bovenaanzicht> Ik heb de onderdelen genummerd en ik heb op m’n ander blaadje weer de onderdelen zeg maar bij de nummertjes getekend welke, hoe de blokjes eruit zien. <identificeren> Zeg maar de afzonderlijke blokjes en dan ga ik nu verder met stap drie en dat is weer een laag extra, de laag daarboven. <lagen> Stap drie. Oké. Ehm, dan zet ik ‘m eerst zelf even een beetje in elkaar zodat ik weet hoe die ook alweer zat, ongeveer. [Zet de derde rode laag op de gele laag] <in elkaar zetten> Zo. Even terugkijken in m’n schets. Want toen ik ‘m uit elkaar haalde, waar het ook alweer zat. <aantekening> Hier zit er één. Ehm. Oké. Ja, ik ga ‘m tekenen. Dus stap drie. Hier zit de stoel. Stuur moet hier komen. Deze twee hier. [70 min] Ik ben even dus heel die laag weer helemaal in elkaar aan het zetten, zodat ik ‘m daarna kan tekenen. <in elkaar zetten>Volgens mij heb ik ‘m nou goed zo. Dan ga ik ‘m nu tekenen. Stap drie. Oké. Ehm. Rood moet ik hebben. Bovenaanzicht. Twaalf. [Tekent met een kleurpotlood op het blaadje] Even kijken. Oké, ehm. Dan doen we… ik heb nu dus van de bovenaanzicht even alle rode blokjes getekend <bovenaanzicht>, daar komt straks nog wat bij maar ik denk… ik doe eerste even de rode. Ehm, waar was ik gebleven? Bij nummer zeven, maar die ga ik nu dus weer even nummeren hoe en dan op m’n andere blaadje tekenen hoe die blokjes eruit zien. Ehm. Acht. [75 min] Zo. Dat wordt nummer tien. Nummer tien is… zo. Ehm. En dan komt dat… Het stuur laat ik even zitten voor de volgende laag, dat is makkelijker. En het stoeltje kan al wel. Dat zit hier ook. Dit is dan nummer elf. <identificeren> En ik doe nu eventjes omdat er, ehm, als ik alle rode blokjes zeg maar in deze laag nog zeg maar op de vorige laag staat dan blijven er nog een paar gele stukken zichtbaar en die maak ik even in die tekening met zulke lijnen [Beeldt met haar arm schuine lijnen uit] even geel, zodat het duidelijk is dat het nog zeg maar zichtbaar is van de vorige laag en dat daar dus geen rood blokje hoeft te zijn. Hier is dan iets. Zo. [Tekent en schrijft op het blaadje] Dan maak ik dit nummer elf en dat is dat stoeltje en dan teken ik ‘m en dan zet ik er even bij dat het gewoon de vorm heeft van een stoel. Anders is het niet duidelijk hoe dat blokje er precies uit ziet. <tekst> En dan moet ik die koplampen tekenen. Die zijn eigenlijk gewoon wit, maar die teken ik even met grijs, want wit is niet echt goed zichtbaar. <inkleuren> Zo. Oké, en dan nummer ik even nu de koplampen, nummer twaalf. [80 min] En dan zet ik er even bij dat het koplampen zijn en dat ze met het oranje gedeelte naar buiten moeten steken. <tekst> En dan heb ik nog als laatste voor deze, deze laag, ja twee zwarte blokjes, maar die hebben een speciale vormgang met een soort van, zeg maar dat het een soort van bumper is. En dat heb ik zo wel getekend, maar dat moet ik er ook even bij zetten dat het de vorm heeft van een bumper anders is het niet duidelijk genoeg. <tekst> En ook hier trouwens bij deze laag teken ik even waar de van de onderste zwarte laag met de wielen en die uitsteeksels, dus waar de uitsteeksels horen te zitten. Zodat het extra duidelijk is waar je alle blokjes moet plaatsen. En dan, dan nummer ik dat ook. Eén, twee, drie. En die blokjes met die rare bumpers die nummer ik, dat zijn nummer dertien. <identificeren> Dertien. Die teken ik even. En ik zet erbij dat het een vorm heeft, of ja, ik weet niet goed hoe ik het uit moet leggen, dat er drie, ja drie strepen inzitten en dat die strepen aan de buitenkant horen te zitten. Oké, dan ben ik dus ook klaar met stap drie <meerdere stappen> en laag drie en dan ga ik nu naar de laatste laag. <lagen> Nee, dat is niet waar. De één na laatste laag, dus stap vier. Stap vier, even kijken. Ik moet zelf even op m’n schets kijken hoe het er ook alweer uit zag. [Zet de volgende laag op het wagentje] Deze moet hier komen. Deze zo. Dit moet hier. En het stuur moet hier. Dat is ‘m. <in elkaar zetten> en dat ga ik nu even weer tekenen van de bovenkant. <bovenaanzicht> Dus de vierde laag. [85 min] Even kijken. [Tekent met een kleurpotlood op het blaadje] En ik teken alles gewoon zo precies zoals ik het van de bovenkant zie, dus al die blokjes van de vorige laag die je nog kunt zien, die teken ik ook. Nou, goed. Ik pak even een rood [Ze bedoelt oranje] kleurpotlood in plaats van de rode, want de rode die doet het niet meer. Dus oranje stelt rood even voor. En dan ga ik weer verder met mijn bovenaanzicht. Vlug. Zo, ehm. Deze twee. Goed zat. En dan nummer ik even… nummer ik even gewoon die zeg maar de blokjes die je nog ziet van de vorige laag dus. <identificeren> Even goed kijken. Ehm, dat is dan geel. Dit is geel, want dit is het stuur. Ik teken het ook een beetje zoiets dat eruit ziet als een stuur, maar ik zet er dadelijk als ik het nummertje weer opschrijf bij m’n tekening dan hoe de blokjes eruit zien, zet ik er ook nog even voor de duidelijkheid bij dat dat het stuur is. <tekst> Dat het extra duidelijk is. Zo. Goed, dit blokje loopt een beetje schuin af, dat teken ik ook zo. Eerst even kijken. Even tellen. [90 min] Even kijken. Oké. Ik was gebleven bij de blokjes, bij het blokje met de schuine kant. Dan moet ik even er bijzetten dat het, ehm, ja dat het blokje twee schuine kanten heeft eigenlijk of aan twee kanten schuin afloopt en dat, ja dat is op zich wel duidelijk op die tekening te zien dat welke kant zeg maar naar voren moet staan. Ehm, en dan ga ik even gewoon verder met die blokjes te tekenen. Even kijken. Één blokje is wit, die heb ik met een normaal potlood getekend, dus ik heb er bijgezet dat het blokje wit is en dat het ook weer aan één kant schuin afloopt en dat de schuine kant naar buiten gericht moet staan. <tekst> Oké, dan heb ik dus alle blokjes van deze laag gehad en dan heb ik alleen nog maar het raam over en die ga ik even, ehm, integreren in deze laag, dus in stap vier. <meerdere stappen> Ik teken even de plek waar het raam zeg maar moet komen, ja vast moet komen te staan. Zodat het zeg maar wel duidelijk is op deze tekening… hoe dat raam zeg maar precies… ja op de tekening zit. Even kijken. Gum. Dat is dan ook meteen het laatste onderdeel. Dus nummertje achttien. Achttien, achttien. <identificeren> En bij het raam aangezien ik die niet echt makkelijk kan tekenen zet ik gewoon een beschrijving neer, dus achttien is, ehm, ja het blokje dat de vorm heeft van een raam. Van het raam. [Zet het laatste onderdeel op het wagentje] Zet ik er dan zo op. <in elkaar zetten> En dan ben ik volgens mij klaar. Dan heb ik de laatste laag stap vier is dus stap of laag vier eigenlijk, heb ik gehad. Dan ben ik klaar. [93 min]

 Samenvatting:
 - Identificeren
 - Inkleuren
 - Uit elkaar halen
 - In elkaar zetten
 - Meerdere stappen
 - Rangschikken
 - Schaal
 - Bovenaanzicht
 - Lagen
 - Tekst
 - Aantekening


Resultaat:

Persoon 2

  • Datum en tijd: 03-12-2008 18:30
  • Proefpersoon: Eric de Lange (29 jaar)
  • Duur sessie: +/- 64 minuten
  • Gebruikte middelen: Potlood, kleurpotloden, pen, liniaal, gum, puntenslijper en geruit papier (grote ruitjes)


Ben nou de auto aan het bekijken ik ga beginnen want er moet een gebruikers aanwijzing getekend worden van de auto [hij bekijkt de auto heel goed]. . En dan ga ik beginnen met de auto en elk onderdeeltje er af te halen <uit elkaar halen> en dan neer te liggen van links naar rechts [Hij gaat het bouwstuk uit elkaar halen] <rangschikken> . Dus ik begin met de bovenkant bovenaanzicht>als het lukt…hmmja dan ga ik door met het raam en ik leg alle onderdelen precies zo neer zodat ze straks zo in een stuk weer in elkaar kan zetten [Haalt een laag van het lego wagentje uit elkaar en sorteert de blokjes op tafel zoals ze ook in elkaar zaten] <rangschikken> . Dan ga ik beginnen met de met het linker voorkant…rechtervoorkant…oww nou springt er een onderdeel van af…even zoeken…linker voorkant en rechtervoorkant <zijaanzicht>…Dan zit er een groot middenstuk op..En nog een middenstuk.Die bestaat uit 2 vierkantjes hmm jaa netjes neer liggen. Knip lichtje rechts kniplichtje links 2 koplampen hmjaa.. <rangschikken> Ik leg de koplampje daar achterneer want dan anders ben ik mijn middenstukje kwijt <rangschikken> . Ook de knipperlampje leg ik achter neer. Dan is het een lang stukje 2 kortere stukjes het stuurtje even los maken en het hmm nou nog een blokje stoeltje, rechter achter stuk, linker achter stukje ik denk de achter lampje klikte [Hij haalt nog meer uit elkaar] aan want die tick is niet geplakt denk ik. Dan hebben we hier in het midden nog een blokje ik weet niet waarom dan hebben we hele dunne blokjes. Ik ben benieuwd of ik dat los krijg uhmmmmm die wil ik er wel als eerste af krijgen dus die ga ik toch als eerst proberen op een of andere manier los te krijgen….Nou….Dat gaat helaas niet lukken..Die zitten muur vast..lekker dan [nog steeds alles uit elkaar aan het halen]…Ik ben nog steeds howw..de auto valt steeds verder uit me kaar even kijken.. nou kom op ga eens los. Das niet echt …zit er wel erg straks op. Das niet voor mij om dat te proberen te lang..Even kijken…dan ga ik toch..heb ik toch iets anders nodig..JA eentje los en de..nou kom op mijn nagel er onder..nagel..(tik) JA twee er onder..die leg ik daar achter neer [het rangschikken van blokjes]. Dan blijft er nog een beetje over. 4 gele vakjes.. <rangschikken> Ow de autootje bestaat uit vele onderdeeltjes zeg..neem ik 3 vlakken en 1 grote in het midden en dan die achter me kaar. Dan heb je de wieltjes 1 wieltjes met een dopje..twee blokjes van de voorkant die moet ik netjes aan de kant leggen anders ben ik de volgorde kwijt [nog steeds alles uit elkaar aan het halen en het rangschikken van blokjes] <rangschikken> ..twee blokjes een lang zwart ding een achterkant en nog een zwart ding…en…vier wielen die elke..nou waarom hebben ze dat niet gewoon een groot blokje genomen??(opmerking vraag van de proefpersoon). Die elk uit kleine onderdeeltjes bestaat deze onderdeeltjes allemaal kleine zwart vakjes deze ga ik niet allemaal los zitten maken want ik ga er een tekening maken die duid[5 min]. Nou meestal begint de bouwtekening met tekenen als met het aantal onderdelen <identificeren> . Dus ik ga nu gewoon het aantal onderdelen tekenen [rangschikken van blokjes] <rangschikken> . De witte onderdelen teken ik met maar wat zal het zijn blauw potlood..wit tekent zo lastig [pakt blauw potlood]. . Oranje hebben we nog dan hebben we een zwart potlood voor zwarte onderdelen en soort van rood potlood nou is niet echt rood voor rood onderdelen en een gele potlood voor gele . Nou dat is 1 blauw wit vlakje die ga ik tekenen <inkleuren> [hij begint met tekenen op papier] . Tekenen is niet mijn sterkste kant maar alla maakt niet zo veel uit. 1,2,3,4,5,6 rondjes 1,2,3,4,5,6 een lang ding wit ik schrijf hier even over blauw is wit hmmmjaaaa <schaal> … Dannnn heb je nog twee kleine dingetjes ook wit teken je de een met een met een bolletje er op en zit je er op maal 2 want je hebt er 2 van. Dan heb je zo een schijn dingetje dat is 1 maal hier zet ik ook een maal dat was ik net vergeten <identificeren> .. dan heb ik de witte onderdeeltjes gehad. Dan ga ik daarna verder met rood. Rood issss eens even kijken heb ik 1 2 3 stukjes van 4 stukjes van 4 dus dan teken ik een lang dingetje nou die ene had ik net ook zo kunnen tekenen…zij kant…en dat is vier maal.uhh4 jaa( hij is even aan het controleren of het nog klopt).. Dan heb ik een 1,2,3,4 deze plaats tegeltjes. 4 maal een langere…oww dat doe ik nou niet zo handig (er gebeurd is) want dadelijk ben ik ze kwijt..4 maal een langere en daar zitten 6 rondjes op 1 2 3 4 ow die moet ik iets langer tekenen dus even gummen [hij gaat even gummen] er was al een gum en die had ik nodig zo 6 en dat zijn er ook 4 maal <identificeren> . Dan heb ik eventjes kijken..wat hebben we nog meer als rode dingetjes. Twee platte vierkantjes die teken ik toch maar even plat platte stukjes teken ik van de bovenkant en zijn 6 rondjes op logo blokjes en dat is 2 maal dan heb je nog 2 vier kante blokjes dikkere blokjes teken ik van de zijkant en dat zijn twee maal <identificeren> . En dan heb ik iets nog een hele rare vormpje van de spat bord die teken ik van de zijkant.. ee even hier leggen voor een voorbeeld dan teken ik hem zo…zoo en twee blokjes boven op en dat is 2 maal. Ow raam was ik vergeten dat is mijn grijze potlood dat is het raam. Het raam teken ik van de zijkant <zijaanzicht>. ook nou van de voorkant uhh nee van de zijkant vind ik makkelijk..nee dan kun je niet goed zijn dat het een raam is ik teken hem toch maar van de voorkant dus ik ga dit even gummen [hij gaat weer gummen].[10 min].nou dat is hup rechte lijn hup en hier 23 4 5 6 dat is 1 maal mmja ook gedaan. Welke nu ? het oranje potloodje voor de 2 lampjes heb ik er trouwens ook niet af gehaald was ingewikkeld teken ik hier en dan zeg ik 2 maal kan niet missen. Dan hebben we zwarte blokjes zwarte blokjes zijn er veel daar zijn even kijken hoeveel blokjes 1..2..2..4. 6 kleine blokjes van 2 een ik ea tekening 6 maal heb ik <identificeren> . dan heb ik nog even kijken 2 lange blokjes grote vlak tekenen 1 2 3 4 5 6 tellen 6 bij 4 24 in totaal 24 moeten we er in totaal 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 is niet helemaal perfect getekend maar oke 2 maal <identificeren> . Nou zit naar de wielen te kijken of dat een onderdeel is das gewoon een geheel wiel is een wiel. Nou moet ik daar naar eens kijken hoe ga ik die tekenen?Ik denk van de zijkant dan teken ik hier een lang blokje en hier..rond kan ik niet tekenen zoo dat ziet er uit als een wiel dat is 4 maal oke <zijaanzicht>. ..tenminste meeste auto’s hebben vier wielen zoo ook deze. Dan heb ik nog de van de bumpers. Bumpers met schuine stukjes dan tekenen ik eerst zo zo die twee kleine blokjes die heb ik maar liefst 4 maal als het goed 4 maal is twee voor twee achter heb ik dan nog onderdeeltjes..jaaa heb ik nog van die twee kleine dunne blokjes dunne blokjes teken ik zo als ik al zei van de bovenkant 1 2 3 4 deze bestaat uit 2 2 2 2 nou ik ga ze eerst allemaal even tellen 4 ja tuurlijk 4 maal 2 8 stukjes 8 maal <rangschikken> . Wat hebben we nog meer volgens mij een stoeltje een stoeltje nou das gewoon een stoeltje 1maal dan hebben we nog een dingetje me gele potlood voor mijn stoeltje ow die zien we niet zo goed nou..jewel die zien we wel goed net goed genoeg maak ik hem zwart nee geen zwart maak ik hem…(hij gaat door met tekenen) een klein beetje zwart maken een onderdeeltje maken kan toch niet missen natuurlijk en dat is 1 maal dat kun je niet lezen maak ik zwart 1maal okee <rangschikken> .. nou gaan we beginnen met de auto neee dan zie ik hier nog bijna vergeten 1 2 3 grote gele dingen nog blokken 2 iets kleinere..moet zeggen dat ik geel een hele lastige kleur vind om mee te tekenen kan bijna niet zien netjekes..1.2.3.4.1.2.3.4 1.2.3.4.1.2.3.4.1.2.3.4 2 maal tis te zien en een grote blok <bovenaanzicht>. Even tellen hoeveel het ook al weer waren 6 ow ne 2 3 4 6 bij 7 1 2 3 4 ownee 6 bij 6 vierkant blok 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 56 1 2 3 4 5 6 en dan past het precies 1 2 3 4 56 zo 1 maal,owke <identificeren>. Met het autootje beginnen we met de onderkant in me kaar te zetten <bovenaanzicht>[15 min]. Dan hebben wij dus omdat ik de auto goed uit elkaar heb gehaald gaat dat gewoon weer lukken. Dan hebben wij de 4 wielen gaan we gebruiken die gaan we eerst in elkaar <in elkaar zetten>in me kaar zetten STAP 1 [hij gaat stappen maken] ik zet netjes stap 1 is wielen in me kaar zetten dat is tekenen ik een wieltje….uhh…. <meerdere stappen> En teken ik netjes boven 2 van die dunne blokjes dan weten we dat . Dat zet ik er 4maal achter dan weten dat we 4 maal in me kaar moeten zetten. 1 losse blokjes 4 maal even alle wieltjes eventje doen daarna de wielen zitten in me kaar zet ik ze eventjes neer. Daarna stap 2 is de bumper van de auto dan pak ik een lange plaat uhmm teken je die nou van de bovenkant of van de zijkant…. <meerdere stappen>??Ik teken alles even van de bovenkant en dan teken ik hier het aantal vakjes wacht eventjes hier de bumper tekenen hier een bumpertje..met 4 dingetjes er op die vier dingetjes hier blijven er twee tussen en dan leg ik die uit met een pijltje cirkeltje en dan teken ik hem van de zijkant hoppake dann doe ik 4 puntjes even tellen…. <bovenaanzicht>..als ik nou het midden doe want midden is vrij 1 2 3 6 waren het er..lekker handig. [hij werkt met kleuren ]. Vier 1 2 3 teken iets niet goed even gummen want deze zitten aan me kaar vast deze blokjes dus deze blokjes bevatten precies 1 2 1 2 en zitten tegen me kaar aan 1 2 1 2 blijven hier 1 2 3 4 over…. <schaal>. Ik teken nu stap 2 alles wat er komt dan teken ik hier de wielen …. <meerdere stappen>…(blijft even rustig hij is bezig met tekenen)hier teken ik de wielen de wielen heb ik ook uit vergroot…. <uitvergroting>. Eve ik ga ze wel even tekenen begin of uh even bouwen natuurlijk begin met 2 voorkantjes dan komen er twee wieltjes …. <bovenaanzicht>..eventjes.. [20 min]kijken na de wieltjes komt een klein blokje dus even na denken een klein blokje..van twee…..ook met een pijltje en cirkeltje klein blokje van twee. Daarna komt er een lang blokje dan blijft hier een 1 over teken ik in het midden ik hier toch tweede gedeelte er achteraan. Bouw ik ze meteen allemaal wat ik heb want dan kan ik door tekenen. Dan komt hier..dus dan heb ik hier twee en dan 1 2 3 4 en dan teken ik hier weer niks…. <schaal>. Teken ik hier dezelfde lange die is even kijken zit hier op het randje hier steekt er twee uit en dan is deze dus 1 2 3 dan teken ik aan deze kant en andere kant hetzelfde alleen dan teken ik hier dat lange blokje wel uit die vergroot ik want anders lukt het niet 1 2 3 en dan cirkeltje en dan van de zijkant ziet dat ding er zo zo en zo uit met hier 1 2 3 dingetje dan komt eigenlijk weer 2 kleine blokjes die teken ik gewoon want ik heb ze net uitvergroot dus spreekt voor zich dan komen weer wieltjes. Iets even gummen want ik heb iets niet mooi gemaakt en hier 2 wieltjes hoppakee. En op de wieltjes was ik net vergeten moet ik nog vier vakjes tekenen. Ook twee naar buiten tekenen twee erin twee naar buiten twee er in twee naar buiten twee erin ennn twee naar buiten. Dan hou je aan achterkant weer hier weer een bumpertje over..van vier 2 bolletjes van vier 1 2 3 4 1 2 3 4. Klopt helemaal [hij is het aan na tellen]. Dan ga ik hem even bouwen even kijken. Eerst de klein blokjes dan de lange blokjes. Dan lang onderkantje kleine blokjes <in elkaar zetten>. . Die wieltjes dan de achterkantjes oww er valt iets uit elkaar. Dan is deze klaar [hij is bijna klaar met het tekenen van aantal onderdelen] . Onderkant is af teken ik ook de achterkant moet eigenlijk helemaal tekenen…. <bovenaanzicht>. Nee ga ik niet helemaal tekenen dan ga ik eerst even die stukken opleggen zodat ik zekers weet hoe het moet [hij gaat controleren of hij goed doet]. Een grote in het midden ow..en dan een kleine vakje hier en een kleine vakje hier zoo (hij is het aan testen)[25 min]. Dan teken ik dus nu van de bovenkant dat is 3 alleen 3 gele platen dus dan teken ik een wieltje nog een wieltje eerst gummen wieltje is niet zo mooi wiel en een wiel wacht even groot tekenen deze is iets kleiner tussen de wielen zitten 1 2 3 4 6 van die dingetjes…. <bovenaanzicht>. 1 2 3 2 4 6 8 10 12 14 lange ik maak hier eventjes een lange plaat die deel ik dadelijk door drieën eerst doe ik 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 en dan een lijn ow de wielen zitten niet zo helemaal onder getekend dan schuif ik ze iets op zodat ze mooi onder getekend zijn 1 2 3 4 56 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 die andere plank was 6 bij 6 weer naar een lijn 1 2 3 4 doe ik nou eventjes 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 dan heb je in het midden hier nog een klein uit tulpje hier precies het zelfde en hier nog 2 wieltjes en 2 wieltjes…. <schaal>. Dan gaan op al die onderdelen gaan nu losse stukken even nadenken…want….hoe die ook al weer precies zat... (1min bezig) even denken hoor [hij is goed aan het denken hoe het ook al weer zat]. Uhhmm…ben even aan het denken..hoe zat deze ook al weer?uhhmm…daar ware owww lange de [er valt iets op de grond]de kwaliteit is niet heel erg hoog van de auto niet echt een koning logo merk ik al hahaha..eventjes denken hoe zat het ook al weer [nog steeds lang aan het na denken]?? <in elkaar zetten>. die is gewoon hier ik ga eerst in elkaar zitten <in elkaar zetten>..ik ga eerst in elkaar zitten en dan nee…[30 min]jaaa oww ik bedenk me in een keer net dit heb ik hier net mooi zwart getekend op de tekening maar dit moet allemaal geel zijn dus kleur die vlak gewoon in een keer geel in <inkleuren>. . Want anders weten we niet dat dit de gele blokjes zijn. Zo elders doe ik met zwart teken ik heel lichtjes in want als je te donker doet zie je de vlakjes niet meer <inkleuren>. Nou ga ik weer brainstormen ik moet even na denken hoe de auto ook alweer in elkaar zat. Nou dan draai ik de blaadje even om . stap 4 eventjes kijken <meerdere stappen>..en hier zet ik de autootje ga eventjes kijken voordat ik ga tekenen puzzelen, deze kunnen zo of zo hmm even kijken heb ik natuurlijk zelf mijn onderdelen ik ga trouwens een ander blaadje pakken in plaats van de achterkant want wat op de achterkant staat kan ik niet zien. Dan doe ik zelf mijn onderdelen uhh 4 lange ik zie daar nog de voorkant tekenen en alles duss dat moet verder lukken. Volgens is deze nee de achterkant is gewoon de achterkant goed kijken naar de volgorde hoe ik het heb liggen dan is de achterkant een lange ik ga zo gewoon weer op klikken das het makkelijkst en dan komt hier een zijkant even de zijkant goed op andere zijkant er goed op <in elkaar zetten>. . Dan doe ik.. de blijft hier een voorkant die past precies dan heb ik hier nog een voorkant die past precies dan pak hier een lange kant dat klopt. Dan wil ik hier een die moeilijke drie hoekjes die zaten precies op het eind vandaar dat het ik nog wist. Dan heb ik nog deze dan krijgen we een stoeltje die moet niet tegen de achterste aanplakken dan zit die te ver naar de achteren dan komt dat straks niet mooi uit <in elkaar zetten>. . Dan hebben we hier dit nog een stukje tussen en dan hebben we een stuurtje en het stuurtje staat recht voor het stoeltje. Dan teken ik het autootje nu eventjes weer na . En dan heb ik hier, ik doe het gewoon even weer met zwart nee doe ik niet met zwart ja doe ik wel heel even met zwart kleur ik in <inkleuren>. Ik doe trouwens alles met zwart en dan kleur ik gewoon in vind ik makkelijk tekenen. Dus dan heb ik eigenlijk weer dezelfde boven kant 1 2 3 4 5 6 <bovenaanzicht> nullen of 6 nullen hihih 6 vakjes 1 2 3 4 5 6 en hoeveel lang 1 2 4 5 6 8 10 12 14 lange wist nog eigenlijk wel maar maakt niet uit 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 precies even veel <schaal>. Even niet tellen hoef niet te tellen hoef alleen maar na te tekenen ik doe een ding zie ik niet goed maar die doe ik zo goed tekenen en dat is mijn stoeltje want die heeft geen bolletjes even als stoeltje. Dat is het voordeel van potloden gewoon gummen deze teken ik hier een rode lijn dit is rood. Deze is even kijken 4 lang deze is 4 lang moet ik er wel voor zorgen dat ik iets netter moet tekenen 1 2 3 4 lang perfect. Dan heb je een rode rood trik vier die komt na 2[35 min]. 1 2 het is een beetje scheef getekend ik zal even de rondjes onder elkaar tekenen want anders vind ik niet prettig tekenen 1 2 3 4 deze kant mag trouwens helemaal weg blijven <schaal>. Yess en dan teken ik hier een rode dan eventjes stuurtje moet hier een klein zwart dingetje dan is dit het stuurtje dan teken ik daarvoor een stoeltje, stoeltje teken ik hier even uit <tekst> want anders weet ik niet wat het is dan zes lang <uitvergroting>. Even kijken zes lang en hier zes lang dan even kijken hier nog even zes dingetjes tekenen 1 2 3 4 5 6 voor de laatste rode. Ik heb eventjes dat zitten klooien met tekenen stoeltje dan is hier..komt eentje van vier en dit zijn 2 rode vlakjes van drie tekenen ik even in <schaal>. Alle rode kleur ik eventjes in. Yes en wat niet rood is kleur ik geel in zodat je in ieder geval goed beeld heb wat wat is <inkleuren>. Dan moet ik natuurlijk de wielen bij de auto tekenen en achterkant wielen en hier twee van die uit tulpjes twee..en hier van die uit tulpjes twee. Zover de onderkant van de auto. Dan blijft er over de kop lampen die zaten hier. Ow..1 koplampje laten vallen. Yess koplamp kop lamp dat er…eventjes kijken…of dat nou nee de koplampen zaten helemaal op het einde tussen de koplampje zat er soort geel als ik mij niet vergis <in elkaar zetten>. Dan zat daar iets gaat er niet zoals het was even nadenken…….ik heb hier nog twee..blokjes over..1 zo’n witte heb ik over[40 min]….deze moet in ieder geval zeker hier op dan zou je zeggen dat moet er achter..eventjes kijken deze……..hier moet in ieder geval grote zou ik denken en dan die daar op..en die daar op..maar dan hou ik wat dingetjes over. Eventjes denken..dit is niet helemaal zoals ik het wou hebben. Want als dan hier het ruit op ga zetten…Dan zou je zeggen dat het ruit niet klopt. Ik denk dat deze eentje verder naar buiten moet en deze er af en dan deze eentje verder naar die kant en die verder naar die kant. Oww dan ben ik eentje je bijna kwant deze hier…de stuur zit heel vaak los. Dan komt deze hier op het randje deze hier op het randje. Nou zit ik alleen te twijfelen hoe deze twee zat die raam echt zo hoog?nou wel…nee volgens mij is dit het toch niet. K denk dat die lampen een naar achteren moesten tuurlijk <in elkaar zetten>. . Dan is die mooier en zo moest die lampen een naar achteren die lamp een naar achteren dan heb ik hier een witte over..en dan …zit ik even te kijken waar ik deze twee blokjes deze twee blokjes vandaag had ik denk eerlijk gezegd van hier dan komt het stuurtje eigenlijk een hoger. Ik denk dat het zo was dus dat stuurtje heb ik hier eigenlijk niet goed getekend. Dat stuurtje moet een fase lager op dus dat stuurtje haal ik hier weg. Dan is het hier gewoon hier geel. Hier moet ik dit even netjes tekenen stoel is net iets breder., en dan teken ik dit gewoon geel <inkleuren>. En dan zou ik zeggen in plaats van ..dan ga ik naar eigenlijk naar fase 5 tekenen 5 tekening 5 wat zit er nog in <meerdere stappen>?komt die nog overeen[45 min]( weer controleren) dan zet ik hier dat mijn grill platen doe ik 2 blokjes van twee tekenen hmmjaa <schaal>..even kijken doe ik hier 2 blokjes van 2 tekenen dan tekenen ik hier 2 witte blokjes wit was blauw dan teken ik net een achter <inkleuren>. Met een oranje voorkantje, dan hou je hier geel 4 vakjes over 3 4 die tekenen ik meteen geel doe ik nou even iets anders tekenen maar dat is even iets makkelijker. Dan zet ik hier een rood vlak in het midden dus dan teken ik hier een rode 1 2 3 4 5 6 teken ik hier weer 1 2 3 4 1 2 3 4 hier 2 1 2 dan hier een lange 2 3 4 dus dit is een blokje dit is een blokje dit is een blokje dit is een blokje <schaal>. Hier tekenen ik toch alvast even mijn stuurtje op. Mijn stuurtje is dan teken ik hier eventjes iets weg is een geel 2 breed met een zwart rondje er in hier zet ik weer een pijltje dan teken ik hier nog van de zijkant <uitvergroting>. Het is een zwart.. met een.. het stuurtje in een rondje <inkleuren>. Hier hou ik 2 gele vakjes over 1 2 1 2 teken ik meteen even geel. Dan heb ik hier 4 gele over dat is 1 2 3 4 gele over tekenen ik meteen geel….dan komt hier het stoeltje..hier hou ik 1 2 3 over..hier zit het stoeltje..stoeltje ik hou een beetje halve. En dan heb je hier1 2 3 3 over dan krijg je hier een rode van 6 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 hmmja. Dan heb je hier 1 2 3 4 dan hou je hier er 7 natuurlijk want ze zijn 6 lang maar je hebt er 1 van 6 achter liggen en dan heb je hier[50 min]..iets loopt er niet met mijn tekening 1 2 3 4 5 6 aa 1 te weinig getekend maakt niet uit <schaal>. Dan heb ik hier 1..1..oww..nou zie ik het wacht eventjes ik heb een foutje getekend. Haal ik dat lijntje er af en dit gum ik iets uit dan is..was natuurlijk al een hier zit natuurlijk een stoeltje dit is twee..en dan is natuurlijk ook rood potlood. Yes nou klopt die weer <inkleuren>. Heb je 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 en hebben we hier een lange <schaal>. En hier zit in het midden dus ook een lange. En hier een splits in het midden yess nou het is niet echt mooie tekening daarom zou ik het in het echt leven ook niet hoeven te doen. Even kijken hier zit een splitsen hier komt 1 2 1 2 hier is een splitsing 1 2 en hier een wieltje en hier een wieltje nou ga ik de auto eigenlijk voorledig maken stap zes <meerdere stappen>. Nou daar blijft er niet zo veel over dan is deze hier plaatsten deze hier deze hier deze hier en deze hier tussen dan heb je een wind schermpje en dan eindelijk een dakje er op. Dan is dat daadwerkelijk het autootje dan ga ik we dat even tekenen dan zeg ik dat ik van het bovenkant ga tekenen dus ik bekijk het van de bovenkant <bovenaanzicht>. Dan zo doen zoals het moet dan heb ik uhm een rode hier dit is glad dit loopt eigenlijk zo uit dan zie je hier iets wits klein beetje oranje en een klein beetje geel.. dan ziet hier wit tussen wit is blauw <inkleuren>. Hier zitten twee rode of 1 rode hier zit 2 witte hier zit eigenlijk precies een rood gevalletje als daar. En dan moet hier een rode en hier een rode hier en dikke rode blokje. Tekenen ik eventjes <inkleuren>. Zodat die niet vergeten wordt. Dan moet hier nog een rondje hier in principe de splitsen hier loopt als ik het dakje er uit haal 2 door[55 min]. Dan aan deze kant precies het zelfde 2 door dan er even weer op maakt het wat opzicht uit?Nee..da is voor de lengte dan teken ik hier het raam had ik grijs gemaakt die teken ik eigenlijk hier. Hier een dun lijntje het raam zeg maar en dan teken ik hier wit en wit is blauw uhm 1 2 3 4 5 6 een dingetje er op dan moet ik hier nog eventjes het lampje teken dan hier een cirkel om heen <inkleuren>. Uhmjaa dan moet ik hier een lampje tekenen dat is een klein beetje blauwig klein beetje oranje en je zit daar een klein beetje geel. Dan gaan we even tellen 1 2 3 4 5 6 7 8 hokjes rode flipjes krijg je dan dat is dus 1 2 3 4 5 6 8 1 2 3 4 5 6 7 8 1bgint met 4 1 2 3 4 dan teken ik hier een lange streep dan heb ik hier 1 2 3 1 2 3 blokje er om 4 1 2 2 blokje er om. Hier 1 2 3 4 blokje er om dan is deze 1 2 3 4 5 6 blokje er o blokje er om. en dan hou ik hier 1 2 3 4 gele over….die ook eens een keer 3 zo lopen en zo lopen en dit is een stoeltje <schaal>. En dan is dit de brandweer auto. iK zal hem eens even van de zijkant tekenen stap 7 <meerdere stappen>van de zijkant hier een wiel een wiel een dingetje geen idee..onderkant achterkant achter kant 2 bolletjes <zijaanzicht>. Een geel middenstuk.. en deze moet iets hoger ander loopt die op de lamp oww is niet heel handig dan heb ik hier een blauw lampje. En dit is een oranje dingetje en dan heb ik hier een rood vlakje <inkleuren>[60 min]. Hier rood vlakje en een bolletje en hier nog een roodvlakje en hier een rood vlakje 1 2 3 4 5 6 en dan hier een losse en dan hier een eentje en dan heb ik hier een schijn kantje hier twee bolletjes zitten het raampje die zie ik en hier zitten 2 bolletjes…het raampje was grijs trouwens… En dan heb ik nog de bovenkant wit is blauw <bovenaanzicht>. En heb ik hier een rood lijntje lopen zie je hier iets stoeltje stoeltje is zwart en is dat de brandweer auto <inkleuren>. Tot zover mijn tekening[64 min].

Samenvatting:
 - Identificeren
 - Inkleuren
 - Uit elkaar halen
 - In elkaar zetten
 - Meerdere stappen
 - Rangschikken
 - Uitvergroting
 - Schaal
 - Bovenaanzicht
 - Zijaanzicht

Resultaat:

Persoon 3

  • Datum en tijd: 3-12-2008 10:45
  • Proefpersoon: Britt Marx
  • Duur sessie: +/- 105 minuten (zonder pauze)
  • Gebruikte middelen: Potlood, kleurpotloden, pen, liniaal, gum, puntenslijper en geruit papier (grote ruitjes)


Oke even kijken, uhm. Even uit elkaar halen. <uit elkaar halen> Ahum. Even het autootje uit elkaar aan het halen zodat ik even kan omschrijven wat je allemaal nodig hebt.<identificeren> Ow even kijken, ik moet het ook weer in elkaar zetten. Kan ik dit uit elkaar halen? Ik wil de onderkant losmaken, zodat ik kan zien hoe ik moet beginnen. [de proefpersoon heeft het object in de had en analyseert de opbouw] Ahum. Ik heb het autootje uit elkaar gehaald maar nu krijg ik hem niet meer op de juist manier in elkaar. <in elkaar zetten> Joost ik krijg hem nu niet meer in elkaar, even kijken. [Hier heb ik moeten helpen om het autootje weer op de juiste manier in elkaar te krijgen.] Ik heb de onderkant van het autootje losgehaald.<lagen> Ik ga tekenen hoe de onderkant van het autootje eruit zit. Zodat je weet hoe je moet beginnen om het autootje op te bouwen. Ik gebruik een liniaal om de eerste stukjes tekenen. Ik teken de verschillende stukjes die ik nodig heb. [de proefpersoon begint met tekenen] <identificeren> Nou die heb ik twee keer nodig. In de tekeningen zet ik het aantal rondjes dat het stukje lego heeft.<schaalindeling> Even kijken. Ik begin met de onderste laag van het autootje.<lagen> [5 min]
Ik ga van laag naar hoog werken, dus… <lagen> De stukjes die ik nu teken zijn vanuit het zijaanzicht <zijaanzicht>, dit stukje ook twee keer. Ik gebruik per rondje op het lego stukje een vakje op het papier.<schaalindeling> [neemt het autootje in de hand, kijkt en telt] 4, dus teken ik het stukje op 4 vakjes op het papier. Het stukje komt vier keer voor. {markeer|[de proefpersoon telt de rondjes en pakt voor een rondje een vakje]}} [Ik zeg tegen de proefpersoon dat ze iets harder moet praten, omdat de proefpersoon ging mompelen bij het denken] Even kijken, hmmm. Nu teken ik dus hoe ik die schuine blokjes hierop moet zetten. De schuine blokjes en het plaatje heb eerst boven getekend <markeer|<bovenaanzicht>|red}} en nu laat ik hiermee zien hoe ze in elkaar moeten, van de zijkant <zijaanzicht>. Dit zet ik ook op de tekening. Op de tekening waar ik laat zien hoe ze in elkaar moeten, zet ik ook weer de rondjes van de lego per blokje op het papier.<schaalindeling> Ik zet het autootje weer terug in elkaar. Even kijken hoe het ook alweer in elkaar zat.<in elkaar zetten [Ik moet ingrijpen, want de proefpersoon heeft het autootje verkeerd in elkaar gezet.] [10 min]
In de tussentijd dat jij het weer in elkaar zet, kleur ik de blokjes die ik tot nu toe op de tekening heb gezet in met zwart potlood, omdat de blokjes ook zwart zijn.<inkleuren> Heb je een slijper? Kun je hem vinden? Wacht maar ik doe het met pen. Nu heb ik dus een begin gemaakt met de onderkant van de auto te tekenen. Even kijken, dat klopt ook. Ik wil nu alleen de onderkant van het autootjes losmaken, zodat ik verder kan met de onderkant te tekenen. Ik haal de onderkant nu stuk voor stuk los. Oke nu heb ik dus de onderkant.<uit elkaar halen> Ik probeer nu de losse stukjes in elkaar te zetten, zodat ik de juiste onderkant heb. Teken ik even de wielen. [15 min]
Ik hou het wieletje er even bij om goed te kunnen kijken hoe groot het ten opzichte van de blokjes is. De wielen komen ook 4 keer voor.<identificeren> De vorige tekening die ik heb gemaakt is stap 1 en de tekening die ik nu ga maken is stap 2. de proefpersoon wil de tekening in lagen opbouwen] Ik teken eerst de stukjes die ik voor een bepaalde stap nodig heb en daarna laat ik zien hoe de stukjes op elkaar moeten worden gezet. Dit doe ik dus bij elke stap opnieuw.<meerdere stappen> Nu teken ik in de tweede stap weer de onderkant waarmee ik begonnen ben. Even kijken, maar nu teken ik hem van de bovenkant. Even kijken, ik tel het aantal rondjes die op het blokje zitten, 2, 4,… [de proefpersoon telt het aantal rondjes op het LEGO-stuk Dit is het bovenaanzicht. <bovenaanzicht> Ik houd het stukje onderkant dat ik al heb erbij om te kijken of ik het goed teken. de proefpersoon heeft het stukje LEGO dat ze natekent in de hand] Ik gebruik weer de liniaal om het bovenaanzicht te tekenen. Om te laten zien dat deze blokjes hoger zijn dan het platte plaatje, verwijs ik even terug dat dat die zijn.<pijlen> En dan komt, even kijken hoor. Ik kijk nog een keer hoe het wiel op het autootje vast zit. [20 min]
Nu teken ik dus de wielen, zeg maar. Op het onderste stuk. Even kijken. Ik moet vanuit hier kijken en dit zijn er 6. <schaalindeling> Om het wat duidelijker te maken, maak ik even een dikkere lijn door middel van pen. Dit om te laten zien waar de stukjes zitten. <identificeren> Heb je een kleinere liniaal? [de proefpersoon gaat onhandig om met de liniaal] Ik kijk nog even naar het autootje om te controleren of het nog goed is allemaal. Nu teken ik de wielen. Oke nu heb ik dus het onderste deel, een deel van het onderste deel heb ik nu getekend. <lagen> Ik teken weer de bolletjes op de platen zodat men kan zien hoe groot de stukjes zijn <schaalindeling>. En dit is dus het bovenaanzicht. <bovenaanzicht> Ik zet het autootjes weer in elkaar. Even kijken hoe het ook alweer in elkaar zit. Ik probeer het autootje weer in elkaar te zetten, maar het zit verkeerd. <in elkaar zetten> Even pauze, ofzo. [De proefpersoon zet het autootje verkeerd in elkaar, tevens blijkt dat ze een fout heeft gemaakt op de bouwtekening. Ik moest het corrigeren, aangezien het proces van de bouwtekening naar mijn mening moeizaam verliep].Ik ga de hele stap opnieuw maken. Nu maak ik de stap op dezelfde manier, alleen haal ik de fout eruit en deze corrigeer. <meerdere stappen> [Bij het opnieuw tekenen van de stap werd helaas niets gezegd, naar mijn mening was dit ook niet zo van belang omdat deze stap een herhalingsstap was.] [25 min]
Ik heb dus even de stap opnieuw gemaakt. Wat ik nu heb getekend moet men dus twee keer maken. Ik teken even de wielen zodat deze ook duidelijker zichtbaar zijn. Ik geef de wielen de kleur zwart, omdat ze deze kleur in werkelijkheid ook hebben. <inkleuren> Er komt een nieuw blokje bij. Dit heb je dus weer 4 keer en het is een zwart. Dit blokje die teken je… Die zet je achter het wiel. Dit teken ik in stap 2 erbij. Hoe de stukjes er uitzien heb ik er dus weer erbij getekend. De tekening die ik nu heb gemaakt doe je dus twee keer. Ik pak een nieuw blaadje en ga verder naar stap 3. Ik zet de twee losse onderdelen van de onderkant allebei in elkaar.<meerdere stappen> Ik kijk hoe de twee onderdelen van de onderkant van het autootje aan elkaar moeten. Dan krijg je dus deze. Zucht. Ik begin de stukken die de twee losse onderdelen van de onderkant aan elkaar moeten houden op het papier. Deze komt ook 2 keer <identificeren> voor het dit is het zijaanzicht. <zijaanzicht> Nu moet ik terugkijken naar die [de proefpersoon wijst naar het onderdeel in stap 2].[De proefpersoon weet eigenlijk niet hoe ze verder moet met de bouwtekening, ik laat haar even denken hoe ze het verder kan aanpakken] Uhm, dan ga je dus. Uhm dan ga je dus eigenlijk terug naar stap 2. Even kijken hoe die in elkaar zit. Ik pak het autootje waarvan de onderkant helemaal los zit op en ga kijken hoe ik het er weer op krijg. [30 min]
[Het autootje zit niet goed in elkaar, ik maak een kleine correctie en laat de proefpersoon verder werken] Oke, nu weet ik weer hoe ik verder moet gaan. Ik ga toch terug naar stap 2 en teken daar nog twee stukken erbij die ik eigenlijk in de derde stap had willen tekenen. Ook de twee onderdelen die erbij komen teken ik in eerste instantie los erbij. Deze komen twee keer voor.identificeren Door middel van pijlen laat ik zien waar dat de onderdelen zich bevinden bij het geheel. <pijlen> Ik laat zien waar ze komen moeten. Die heb je dus nodig om ze met elkaar te verbinden. Dan heb ik dus de onderkant helemaal klaar. Nu pak ik het bovenste stuk van het autootje en bekijk ik welke laag ik nu op de onderkant kan bevestigen.<lagen> Ik heb het onderste gedeelte van het lego autootje in stap 1 en 2 laten zien, nu ga ik verder met de volgende laag in stap 3. Ik streep de eerste versie van stap 3 door, deze is fout want dit is in stap 2 al gebeurd. Ik teken in stap 3 eerst weer de onderdelen die je nodig hebt los identificeren. Ik kijk aan de onderkant van het autootje hoe dit in elkaar zit. [35 min]
Er zitten 3 stukken aan de onderkant. 2 van dezelfde maat, die ga ik als eerste tekenen. Ik kijk naar de afmetingen van het plaatje en ik ga deze tekenen. Ik neem weer één hokje per rondje. Ik teken het de gele plaat en zet in ieder hokje een rondje.<schaalindeling> Deze gele plaat komt dus 2 keer voor. Ik kleur deze plaat geel, omdat deze plaatjes in het echt ook geel zijn. <inkleuren> Nu ga ik kijken naar het plaatje met de grotere afmeting en ik kijk hoe groot deze plaat is. 2, 4, 6 … Ik heb het al gezien. Nu teken ik dus even de middelste plaat. Hierin neem ik ook per rondje een vakje van het papier. Ik teken alle rondjes binnen de hokjes.<schaaldindeling> Deze plaat komt 1 keer voor.<identificieren> Deze plaat is ook geel dus kleur ik de plaat geel op de bouwtekening. <inkleuren> [40 min]
Even kijken. Ik ga de gele platen weer terugzetten op het autootje. <in elkaar zetten> Nee dit klopt niet. Ik ga het anders proberen. Nu neem ik het eindresultaat van stap 2 terug. Moet ik deze nu helemaal natekenen? Ik weet niet hoe ik moet tekenen hoe de gele platen op de onderkant vastgemaakt moet worden. Even pauze… [45 min]
Ok, nu moet ik dus zien te tekenen hoe men die gele platen op de onderkant vastmaakt. Hoe ga ik dat doen? Ik weet het niet. Eens even kijken. Misschien… Ik heb het… Een zijaanzicht <zijaanzicht> en dan teken ik de gele platen erboven en laat ik met pijlen <pijlen> zien dat ze er boven opgezet moeten worden. Wat ik bij stap 2 gemaakt heb teken ik nu het zijaanzicht. Even tellen hoelang dat dit moet zijn. En de rondjes bovenop tekenen, zodat men weet hoelang dat het is.<schaalindeling> Nu moet ik even denken hoe ik de wielen erop ga tekenen vanuit de zijkant. Ow ja, ik tel de rondjes die zichtbaar zijn en waar ze niet zichtbaar zijn, daar teken in een groot rondje voor het wiel. [de proefpersoon telt de rondjes die vanaf de zijkant zichtbaar zijn Even de tekening in het wiel uitgummen. <identificeren> Ik kleur het wiel in om duidelijker te maken dat dit het wiel is. <inkleuren> [50 min]
Eens even kijken hoe het wiel aan de andere kant zit. Ow, dit is hetzelfde. Dan doe, teken ik het vorige wiel gewoon na. Teken het rondje, ahum. De tekening in de binnenkant van het wiel uitgummen… Dit wiel kleur ik ook in. Ik kleur het zwart, omdat deze in werkelijkheid ook zwart is. <inkleuren> Nu teken ik dus die gele platen die ik boven stap 3 heb getekend vanuit het zijaanzicht boven het zijaanzicht van de onderkant. <zijaanzicht> Door middel van pijlen laat ik zien hoe de platen hierop moeten komen.<pijlen> 6, 8, 10, 12, 14. Ik ben de aan het tellen hoe lang die platen achter elkaar zijn. 2, 4, 6…. 2, 4, 6, 8, 12, 14, 16. 2, 4, 6. Ow ik heb deze niet. Even aanpassen. De lengte van de platen die ik boven stap 3 heb getekend, daar klopt er eentje niet van. Deze is te klein, even eentje groter maken. Ook even inkleuren. En nu teken ik dus vanuit het zijaanzicht, hoe die erop moeten worden gezet. Hoe ze erop moeten worden gezet. 2, 4, 6. Ben aan het tellen hoelang de stukjes zijn, omdat ze niet allemaal even lang zijn. [55 min]
Door middel van pen laat ik even zien dat het niet een plaat is, maar dat het dan uhh… dat het 3 verschillende zijn, <identificeren> maar dat deze platen wel tegen elkaar aan zitten. Want die moeten tegen elkaar aan. Even tellen waar ik de streepjes met pen moeten zetten. 2, 4 , 6…. 4. [de proefpersoon telt het aantal rondjes op de losse platen] En dan weer de rondjes die op de stukjes zitten erop tekenen, zodat men ziet hoe lang de stukjes zijn. <schaalindeling> En nu kleur ik ze in, zodat je kan zien dat het de gele platen zijn. Ik kleur ze dus geel. <inkleuren> En door middel van pijlen laat ik zien uuh, ja hoe ze dus eigenlijk erop moeten worden gezet. <pijlen> Nou het hele onderste gedeelte heb je dan al. En dan ga ik nu de stukjes bekijken de daarop moeten worden gezet. 2, 4, 6 ... Nu teken ik de onderdelen die je nodig hebt… die op de gele platen komen. Deze teken ik dus weer allemaal los en ik zet erbij hoeveel je ervan nodig hebt. <identificeren> Eerst het blokje met zes rondjes, hierin teken ik dus weer rondjes in en voor elk rondje pak ik een hokje van het papier.<schaalindeling> Dit blokje is rood, dus kleur ik deze rood in. <inkleuren> Even kijken hoe vaak die voorkomt. 2, 4, 6. [de proefpersoon pakt het autootje op en telt] Ik haal wat stukjes ervan af zodat ik beter kan kijken. <uit elkaar halen> Die komt 4 keer voor. Daarna een blokje van 4, dus vier vakjes op het papier. <schaalindeling> Ik zet de rondjes er in en kleur hem weer rood, omdat deze ook rood zijn. <inkleuren> 1, 2, 3, 4… en die komt ook vier keer voor. <identificeren> Ik ga even controleren of het klopt wat ik heb geteld, 1, 2, 3, 4… dus die heb ik gehad. Nu zie ik 2 plaatjes van uuh, 2 bij 3. Die teken ik dus ook weer los. <identificeren> Ik zet er 6 rondjes in en ze zijn ook rood. Ik kleur ze dus rood in. <inkleuren> Deze komt 2 keer voor en dat zit ik erbij, en die ook. Nu teken ik deze even, hier zitten schuine hoeken bij. Ik teken met stippel lijntjes de schuine hoeken. Deze is wat lastiger… Ik teken de stippellijntjes omdat het blokje eigenlijk niet zo uit ziet, maar dat je wel kan zien dat de lijnen zo lopen. <identificeren> Eens even zien hoelang deze is, omdat er niet overal rondjes op zitten. Ik houd hem langs een blokje dat wel die rondjes heeft, dit zijn er ook zes. <schaalindeling> [60 min]
Dit blokje komt ook 2 keer voor en is ook rood, dus dat zet ik erbij en ik kleur het blokje weer rood in. De zet de rondjes er even in. Eens even kijken wat er nog meer op zit. Ow, nog een wit blokje. [de proefpersoon pakt het autootje op en bekijkt hoe het stukje eruit zit] Ik teken dus alle blokjes die op de gele platen komen los, deze zijn vanuit het bovenaanzicht. <bovenaanzicht> En omdat deze wit is teken ik teken ik hem niet in, deze komt 2 keer voor en heeft ook een schuine lijn erin dus teken ik een stippellijn. <schaalindeling> Dan heb ik nog een klein wit blokje, dit gewoon een hokje omdat er ook maar een rondje op zit <schaalindeling> en die komt 2 keer voor. <identificeren> Nu zet ik het terug in elkaar om te kijken hoe ik het volgende plaatje moet tekenen. <in elkaar zetten> Ow hier zitten nog twee zwarte blokjes... Deze teken ik van het zijaanzicht omdat deze een soort roostertjes hebben. <zijaanzicht> Tenminste het lijkt of het roostertjes zijn. Deze komen ook twee keer voor. <identificeren> Ik zet erbij dat dit het zijaanzicht is, deze zijn zwart. <inkleuren> [65 min]
Nu zijn alle stukjes los getekend. Nou nu teken ik de gele platen van de bovenkant en nu laat ik zien hoe je de steentjes die ik zojuist heb getekend daarop plaatst. Even kijken dat zijn er 2, 4, 6 maal 6, 8, 10, 12, 14. [de proefpersoon telt de rondjes op de blokjes] De bovenkant is dus 14 bij 6. Dit ga ik nu tekenen. <bovenaanzicht> 14 bij 6, dus dat worden 14 bij 6 blokjes op het geruit papier. <schaalindeling> Nu ga ik de losse onderdelen erop tekenen. Ik laat door middel van lijnen zien hoe de stukjes erop zitten. Ik laat ook de zwarte stukjes zien die aan de buitenkant eruit steken en dan teken ik ook even de wielen. <identificeren> Dan wordt het allemaal duidelijker hoe het eruit komt te zien. Nu het ik de achterste wielen getekend en nu teken ik ook de voorste twee. Even tellen hoe die komt te zitten, 1, 2… zo nu heb ik de wielen ook getekend. En nu teken ik alle rondjes zoals deze van de bovenkant te zien zijn. <schaalindeling> Door middel van penlijnen laat ik nu zien waar zeg maar de scheiding zit tussen de verschillende stenen. <identificeren> [70 min]
Dit is een blokje en dit is een blokje, even tellen, 2, 4 ,6. Die zit dus op allebei de kanten, een blokje van 6. 2, 4, 6… Dan krijg je nog een van vier. Die lijnen zet ik er ook op. 2, 4, 5, ik ben even aan het tellen hoe die blokjes erop zitten. <identificeren> Ik tel dus de rondjes op de blokjes. En hier zit er een van 4. Nu heb ik alle rode blokjes getekend, zodat je kunt zien op welke plaats welke blokjes zitten en welke kleur ze moeten hebben. Dit zijn er twee op elkaar, dit schrijf ik gewoon op het blokje. <tekst gebruiken> [75 min]
Alle rode blokken heb ik nu gehad, ik kleur nu de blokjes die uitsteken zwart en de banden zwart. <inkleuren> Nu teken ik de vlakjes waar geen rode blokjes opstaan geel, omdat je hier de gele platen die eronder liggen blijft zien. <inkleuren> Komen er voor nog 2 op, 2 witte. Die teken ik er ook nog even bij. En dan komen voorop de 2 zwarte stenen met de roostertjes op de zijkant. <identificeren> En de witte laat ik wit omdat het ook witte stenen zijn en de blokjes met de roostertjes teken ik zwart. <inkleuren> Nu is dus de bovenkant klaar, even kijken… Ik ga nu kijken hoe het beste kan tekenen zodat je ziet hoe de schuine blokjes erop moeten worden gezet. [de proefpersoon pakt het autootje op en bekijkt hoe het in elkaar zit] Ik teken nu even het autootje van de zijkant. <zijaanzicht> [80 min]
2, 4 , 6, 8, 10, 12, 14, dat is de lengte vanuit de zijkant. Dit zijn dan weer 14 ruitjes op het papier. <schaalindeling> Ik maak het zijaanzicht van stap 3 na, alleen zet ik nu ook de rode blokken die in de voorgaande stappen erbij zijn gekomen erop. Dus teken ik ook even de wielen erbij, dat kijk ik af van stap 3. <identificeren> Het zijaanzicht kleur ik ook weer in, behalve het onderste deel, want deze heeft dezelfde kleur als de wielen en die moet je wel duidelijk kunnen zien natuurlijk. <inkleuren> In het onderste gedeelte zet ik de naam van de kleur die het heeft, zwart dus. <tekst gebruiken> Gum ik de tekening aan de binnenkant van de wielen ook weer uit. [85 min]
Nu komt er een gele laag op, dit zijn de gele platen, die kleur ik zo meteen in en nu de rode. 6, 10, 12, dus twaalf roden en dan komt er nog een witte bij. En dan nog de zwarte, dat is dus de voorkant met die twee roostertjes. 2, 4, 6, 7 en 8. 9, 10, 11, daar komt er nog een bovenop, omdat dat er twee op elkaar zijn en dan teken ik de rondjes. <zijaanzicht> Nu ga ik alles inkleuren zodat je duidelijk ziet welke onderdeel wat is. [de proefpersoon kleurt de tekening helemaal in] <inkleuren> [90 min]
Even kijken naar het autootje of het nog klopt, hmm ja. En dan nu de zwarte roostertjes. Nu heb ik dus het getekend en nu, ow nee wacht… Nee ik heb het zijaanzicht getekend en nu laat ik zien hoe de andere blokjes hier bovenop moeten komen. Ik teken de blokjes die erbij moeten erboven. <identificeren> De blokjes die erbij komen hebben een schuine rand, dus die teken ik erbij. Ow nee, dat zie je niet van het zijaanzicht, dan laat ik het zien door middel van het aantal rondjes dat erop zitten. <identificeren> En deze komen hier dus boven op, 2x en 1x keer daarvan in de andere richting en deze zijn ook rood. <inkleuren> Ik laat nog even uuh... met pijlen zien dat deze erop komen. <pijlen> [95 min]
Nu heb ik deze er dus opgezet en nu ga ik het bovenaanzicht tekenen. <bovenaanzicht> Dit wordt de laatste stap om de witte blokjes erop te zetten die ik voor stap 4 getekend heb. Ik laat dus alleen duidelijk zien waar het witte blok komt te zitten. Ik laat de lijnen van de rode blokken even weg, omdat deze op het andere bovenaanzicht. <identificeren> [100 min]
Wel laat ik de rode blokken zien die er op het laatst zijn bijgekomen, omdat deze nog niet op het vorige bovenaanzicht staan. Ik kleur deze blokken rood in <inkleuren> en de witte komt hier dus tussen in, dit laat ik wit. De vlakken waar geen blokjes opzitten zijn geel, omdat van de bovenkant hier de gele platen te zien zijn. Nu zet ik de zwarte stukjes er nog even bij, dan zie je… ,dan is het misschien wat duidelijker. En nu is de bouwtekening tot zover het autootje in elkaar gezet moest worden af.[105 min] [Het autootje is uitgekleed. Niet het hele autootje zoals deze op de doos staat, staat op de bouwtekening. Ik merkte aan de proefpersoon dat zij er geen zin meer en had en ze ging ook steeds minder praten. Om de methode te analyseren hoe ze te werk is gegaan is het beeld materiaal en de tekst naar mijn mening voldoende.]

Samenvatting:
-Identificeren
-Inkleuren
-Uit elkaar halen
-In elkaar zetten
-Meerdere stappen
-Schaal
-Zijaanzicht
-Bovenaanzicht
-Lagen
-Tekst gebruiken
-Pijlen

Resultaat:

Persoon 4

  • Datum en tijd: 07-12-2008 18:45
  • Proefpersoon: Jos Snoeijen (50 jaar)
  • Duur sessie: +/- 85 min (15 min pauze)
  • Gebruikte middelen: Potlood, kleurpotloden, liniaal, gum, puntenslijper en geruit papier (grote ruitjes)


Oke, nou als ik eehh de auto bekijk dan bekijk ik hem dus, als de bouwtekening moet worden voor iedereen, aan alle kanten. [pakt het wagentje en bekijkt het van alle kanten] Eehh dan zou ik eehh bovenaanzicht, vooraanzicht en zijaanzicht maken.zijaanzicht bovenaanzicht En eehh die in gradaties opbouwen. lagen Lijkt mij het verstandigste. Vooraanzicht, zijaanzicht en eventueel een bovenaanzicht en de grondplaat.meerdere stappen Zo gaan we het doen. [begint met tekenen op het papier] En dan eigenlijk ook nog het autootje bekijken en klein beetje op schaal terugzetten op, op tekening mocht het zo kunnen. Wat doe je nou? Schaalverdeling even na checken want je kunt wel zeggen dit is 2 en dit is 1 maar dan heb je geen schaalverdeling dus eehh ik heb hier centimeters en dat wordt mijn schaal verdeling op het blad.schaal Mocht het dan niet uitkomen dan ja kan het daarmee vergelijken van 1 centimeter naar halve centimeter maar dan heb je altijd nog een schaalverdeling. [maakt een schaalverdeling van het autootje] Alleen ik denk dat mijn bril op moet met deze verlichting. Eehh dat moet elf zijn. Zou om simpele redenen zo kunnen doen. Want je tekent nou… Ik teken nu het eehh het onderaanzicht. Onderaanzicht? Ja de grondplaat waar eehh de mensen mee moeten beginnen.lagen Lijkt mij het gemakkelijkste. Dus dan hebben ze eehh een onderbouw en van daaruit gaan ze opbouwen.[5 min]
Ik denk dat ze hier wel wijs uit moeten kunnen komen. Wat schrijf je nou op? tekst Eehh ja ik zou kiezen voor de onderlaag maar eehh ik ik eehh bouw het eigenlijk zo op als eehh als eerste laag van de auto.lagen Omdat je op een gegeven moment moet gaan kiezen van van eehh om zo beknopt mogelijk te houden. Eehh heb je eigenlijk eehh het onderste frame en het onderste freem dat houdt in dat je de wielen nodig hebt en de tree planken. Dus dan heb je eigenlijk de basis waar je eigenlijk het frame op gaat bouwen. Zo zou ik het omschrijven. [tekent een eerste laag van de auto, de onderlaag] En dan zou ook een eehh een keuze moeten maken om om de tweede laag op te bouwen. Of die weer eehh dan moet ik eventjes kijken, om voorkant of het achterkant maar ik denk dat ik hem beter misschien in lagen op kan gaan bouwen. lagen Ik denk dat ik daarvoor ga kiezen. Dat de mensen eehh het laag voor laag opbouwen. [opbouwen van het wagentje in lagen] Eehh ik weet niet of deze proef eehh ook kleuren mag gebruiken als omschrijving. Natuurlijk mag dat. Mag je ook omschrijven van de eerste laag is eehh eehh ik schrijf nu laag 1 wielen en zwarte onderlaag. tekst Tweede laag ik teken een dunne strip omdat dat de tweede laag eigenlijk op het wagentje geel is maar hij is vrij dun. inkleuren Dan hoef ik hem ook niet helemaal uit te tekenen als zijnde de oppervlakte van eehh van het geheel. Is voor iedereen wel duidelijk neem ik aan als er een geel plaat inzit dat ze die kunnen gebruiken. [gebruikt verschillende kleuren om lagen aan te geven] [10 min]
Hoe ga ik dat nou omschrijven? Wat wil je omschrijven? Nou ik eehh ik zit nu eigenlijk eehh wil ik dit voorzetten. Dus eehh daar bedoel ik mee wil ik dat doorbouwen op lagen. Kom ik misschien mijn eigen tegen omdat er ook een stoel in moet en eehh een laag in moet die lager is dan zijnde kattenbak.lagen Dus eehh dan ga je dadelijk paar dingen door elkaar halen. Dus het zou misschien verstandig zijn om blaadje te maken toch met een eehh bovenaanzicht, zijaanzicht en een vooraanzicht gewoon om een beetje om het idee te geven aan de mensen van wat het eigenlijk dadelijk moet worden. zijaanzicht bovenaanzicht meerdere stappen En dan als de bouwondersteuning eigenlijk de lagen daar eigenlijk op voort zetten. Lijkt mij achteraf misschien toch nog verstandig. Omdat ze dan uiteindelijk eehh eerst weten wat het eigenlijk moet gaan worden. Om dan nog duidelijker te kunnen laten worden. Ik ga eehh, ja denk dat ik dat eerst een tekeningetje maak van vooraanzicht, zijaanzicht en dit als bijlage ga gebruiken toch.zijaanzicht bovenaanzicht [maken van een vooraanzicht, zijaanzicht en een bovenaanzicht van het wagentje] [15 min]
Ik begin met zijaanzicht tekenenzijaanzicht want als ik met zijaanzicht begin dan kan ik eigenlijk ook een beetje aantonen van eehh wat voor blokjes en toestanden dat ze eigenlijk moeten gebruiken identificeren om dadelijk de lagen op te bouwen. lagenHeb ik alleen het grondoppervlak en ik maak daar geen zijaanzicht op dan eehh hebben ze dadelijk niet het idee wat de hoogte doet. Dus eehh om de hoogtes van de blokjes grootte eigenlijk beetje op zijn plaats terug te kunnen zetten kunnen ze hem in mijn ogen iets gemakkelijker eehh de blokjes op zijn plaats zetten. Tja zou eigenlijk wat netter getekend kunnen worden maar oke. [aangeven van verschillende soorten blokjes en verschil in hoogte] Nou ben ik bezig met het vooraanzicht. zijaanzichtIk begin nou met het inkleuren om eehh nog iets meer duidelijkheid te geven aan de voorkant. inkleuren Omdat het te veel eehh kleuropbouw is. En dan nog maar sneller in te laten zien waar eehh waar dat de kleuren thuishoren. Om dan nog sneller te begrijpen waar eehh alles op zijn plaats moet komen. Voor witte kleur laat ik papier gewoon wit. Nu nog een lichte kleur voor de ramen gebruiken. [inkleuren van vooraanzicht] [25 min]
Nou heb ik gekozen voor een zijaanzicht een vooraanzicht en eehh daar moet ik ook nog een bovenaanzicht eehh bij maken.zijaanzicht bovenaanzicht meerdere stappen En dan neem ik aan dat ik het eigenlijk wel eehh heb zoals het moet zijn. Het hoeft neem ik aan niet allemaal op een blad. [tekenen en inkleuren van het bovenaanzicht] Ik ben nou de twee tekeningen aan het vergelijken want als ik het bovenaanzicht teken dan moet het wel overeenkomen met het zijaanzicht.schaal Maak ik dat kleiner dan lijkt het niet dat het overeenkomt met het zijaanzicht. Moet ik eigenlijk iets verder tekenen. Om nog even te kijken hoe ik het eehh hoe ik het eigenlijk nog aan moet duiden omdat ik met een eehh laadruimte zit en die kan zo niet op het zijaanzicht tekenen. En het vooraanzicht ook niet. [vergelijkt de tekeningen onderling] Ik kan alleen maar laten zien hoe het ongeveer uit moet komen te zien. Alleen de details eehh om die nog te verduidelijken eehh moet ik heel even kijken hoe ik dat dan nog op een simpele manier dadelijk nog in elkaar moet weven. Omdat eehh ja eigenlijk duidelijk moet maken waar welke steen eigenlijk geplaatst moet worden. Dus dan haal ik het autootje uit elkaar om te kijken hoe de steentjes in elkaar stekenuit elkaar halen om dan vervolgens op het tekening aan te kunnen geven anders heb ik het probleem met het laadbak. [uit elkaar halen van het wagentje] En dan zou ik voor kunnen kiezen om eehh een, ja het wordt dan wel vrij fors opgetekend, maar als je dat zou weven op een klein blaadje zou het misschien verstandig zijn om een voor-, zij- en bovenaanzicht te maken. Vervolgens zou ik eigenlijk eehh van alle onderdelen het aantal opschrijven. rangschikken identificeren Dat is dan gewoon puur omschrijving dat je ook zeker weet dat je alle delen hebt van het wagentje. En dan eehh puur dan voor de laadbak aantekening maken van nou de twee plattere die we nodig hebben eehh zijn voor de laadbak en voor de rest is het eigenlijk gewoon wel te doen. [aangeven van het aantal van alle onderdelen] Neem ik aan dat ze met deze omschrijving zouden kunnen maken. [45 min]
Eehh bovenaanzicht bovenaanzicht daar een stukje omschrijving van het aantal eehh stukjes identificeren die je allemaal hebt. Dus het stuur, eehh de verlichting eehh de aantal hoge blokjes, de lage blokjes grootte dus dat je zo ie zo weet dat je de spullen allemaal hebt. Nou dan zul je ze ook duidelijk kunnen maken dat je op een gegeven moment de twee lagere plattere stukjes moet gebruiken voor de laadbak. En dat dan gewoon als omschrijving tekst meegeven omdat dat ook dezelfde kleur geeft als eigenlijk het framewerk en de bovenkant. En dan neem ik toch aan dat het dan voldoende is. [aantal blokjes van bovenaanzicht en verschil in hoge en lage blokjes aangeven] Dan is er ook niet meer nodig om terug te gaan op de lagen. lagen Dat is op een gegeven moment de eerste insteek geweest eigenlijk. Om te zeggen nou als ik het autootje zo bekijk oh hij is in bepaalde lagen opgebouwd. Maar dat is allemaal wel leuk en aardig maar eehh dan kun je niet zeggen van eehh ja maar daar binnen in moet dat wit. En de lampjes moeten voorin komen zitten of noem maar op dus eehh je zult altijd een voor-, een boven- en een zijaanzicht zijaanzicht bovenaanzicht moeten hebben en als het nog ingewikkelder wordt misschien nog een van de achterzijde. Maar eehh met dit autootje neem ik aan dat ze eruit moeten komen met een boven-, voor- en een zijaanzicht en dan nog omschrijving van de stukjes die je nodig hebt. identificeren Dan neem ik aan dat je dit moet kunnen maken. [55 min]
Je kan nog de stukjes gaan omschrijven tekst van de twee rode schuine stukjes voor de motorkap identificeren maar op zich moet het, als ik hier de tekening zie en ik heb de lossen onderdelen dan zou ik in principe eigenlijk al moeten kunnen maken. [omschrijven van twee rode schuine stukjes voor de motorkap] Dan zou je moeten gaan kiezen voor welke leeftijd het eigenlijk is. De categorie die je eigenlijk wil gaan bereiken hebben die een omschrijving nodig. Eehh, tja ik denk als je als je dit gaat doen, ik heb nou dit gedaan dus een zijaanzicht, een vooraanzicht en een bovenaanzicht. zijaanzicht bovenaanzicht Als ik eigenlijk alles nog op papier zou moeten zetten voor mezelf zou ik het in zijn geheel helemaal uit elkaar halen uit elkaar halen en gewoon eehh zoals ik zei de eerste keer alle blokjes gewoon bij elkaar leggen rangschikken en aan de hand van de tekening zou ik het op gaan bouwen. in elkaar zetten [het wagentje uit elkaar halen en opbouwen aan de hand van de tekening] Zou ik dan niet heel vlug meteen kunnen zeggen van dat stukje moet gebruiken om die laag op te bouwen. lagen Nou dan zou ik daar een eehh op dat moment weer een oplossing zoeken van hoe zou ik dat het beste kunnen omschrijven. tekst Gewoon kijken hoever ik waar dan tegen een probleem aanloop om dit in elkaar te kunnen gaan zetten. in elkaar zetten Eigenlijk zou ik het op die manier verder uitsplitsen. [uitsplitsen van moeilijkheidsgraad aan de hand van de opbouwen van het wagentje] Maar ik verwacht dat het eigenlijk wel te doen moet zijn. [65 min]
Alleen is het nu omdat ik het hem uit elkaar ga halen uit elkaar halen of dit überhaupt opelkaar had gezeten of van elkaar af was. Want anders eehh kom je ook lege ruimtes tegen en die kun je niet weergeven op een tekening. Mijn conclusie moet eigenlijk bijgesteld worden neem ik aan. Want eehh omdat je nu met onderdelen komt die niet helemaal aan een sluitend zijn waardoor er lege oppervlaktes onder de platen ontstaan en die moet je dan ook duidelijk aangeven. [aangeven van de lege oppervlaktes onder de platen] Dus het is wel degelijk dan toch wel van toepassing zijaanzicht, vooraanzicht en bovenaanzicht zijaanzicht bovenaanzicht om het idee te krijgen hoe dat het er eehh het autootje uit moet komen te zien. Maar daarboven eehh is het toch ook eigenlijk van belang om toch dan weer de lagen aan te geven van hoe het uiteindelijk toch echt opgebouwd is. lagen En ik neem aan dat we misschien zelfs de blokjes aan kunnen duiden waar die voor dienen. identificeren [aanduiden waar de blokjes voor dienen] [70 min]
Want anders wordt het toch moeilijker als dat je in eerste instantie naar het autootje kijkt. Want dat is eigenlijk het clue erachter. Neem ik aan. Want als ik het zo zie en ik weet niet aan welke categorie aan kinderen dat jullie denken of überhaupt ook aan ouderen dan heb je flink te puzzelen om op het juiste manier in elkaar te zetten met deze minimale omschrijving. Dan zou je toch verder moeten gaan met de lagen lagen omdat je op een gegeven moment eehh, je hebt wel een idee hoe iets in elkaar moet komen te zitten. Je hebt de schuine kanten dus daar kun je iets mee. Maar dan heb je een korte schuine kant en een lange schuine kant. identificeren Je hebt een eehh gele plaat je ziet dat die aan elkaar gemaakt moet worden. Maar hoe wordt die aan elkaar gemaakt? Wat hoort op welke plaats? En dat zou je dan iets beter moeten aangeven. tekst [aangeven hoe de blokjes aan elkaar gemaakt worden en op welke plaats ze horen] [75 min]
Want anders ga je eehh zelf 110 constructies maken zonder dat het eigenlijk al meteen kunt zeggen van hey zo moet het. Ja, niet beters op zijn plaats te brengen. Kijk dit, dit is die gele laag maar ja je kunt zeggen die tweede laag dat is de gele laag maar daaronder moeten de auto’s gebouwd worden. lagen identificerenDan heb je met schuine kanten te maken. Die zijn wel te vinden. De lampen zijn te plaatsen. Wielen zijn te plaatsen. En voor de rest hoef je naar mijn mening niet echt druk over te maken. De verlichting is te plaatsen had ik gezegd. Dat is duidelijk tot zover zou het duidelijk moeten zijn. Maar dan zitten we toch eehh met een stukje onderbouw. Want stuur is ook te doen. Dat maakt het probleem niet. [80 min]
Waar ik nu eigenlijk tegen aanloop eehh zeg maar is eehh het plaatsen van eehh de treeplankjes. in elkaar zetten Om daar eehh de ondergrond van de zeg maar de eerste laag als je het zijaanzicht bekijkt. zijaanzicht Nou mijn eerste eehh moeilijkheidsgraad is eigenlijk om eehh de onderlaag dus de eerste laag zeg maar lagen eehh het framewerk waar de wielen aan vastzitten en de treeplanken om die op de juiste manier te plaatsen. in elkaar zetten De tweede laag die gele laag dunne laag kan bijna niet mis. in elkaar zetten Omdat je dan eehh drie dunne plaatjes hebt en je hebt de oppervlakte van de wagen. Ja kan dat niet mis om die te plaatsen. lagen in elkaar zetten Dus het eehh het eehh de meest moeilijke graad van deze wagen is eehh toch wel de grondplaat. En de opbouw is wat gemakkelijker zeker op de tekening aan te geven en dat is met de grondplaat niet. tekst Zoals ik het dan bekijk. Dus voor de grondplaat zou je het wat duidelijker en gedetailleerder moeten aangeven. meerder stappen [de grondplaat extra duidelijker en gedetailleerder aangeven] En de rest kan je met een vooraanzicht, een zijaanzicht en een bovenaanzicht in elkaar zetten.zijaanzicht bovenaanzicht Behalve dan de, de kattenbak dat die dan eehh wat lager is dan zou je nog eehh nog wat aan moeten duiden en de tussenblok zeg maar waar het witte, ja zeg maar eehh in mijn ogen het motorkapje opgebouwd is. [extra aanduiding voor de kattenbak en de tussenblok] Om die eehh eigenlijk op het laag. Maar ik zou hem dan nog een laag ertussenuit halen zeg maar. lagen Als je die gele grondplaat hebt om dan de eerste rode laag die we dan gaan bouwen, meerdere stappen het framewerk wat daarboven op komt om die dan nog als laag aan te duiden. [aanmaken van een extra laag] En dan moeten ze zo wel uitkomen. [85 min]

Samenvatting:
- Zijaanzicht
- Bovenaanzicht
- Identificeren
- Meerdere stappen
- Inkleuren
- Uit elkaar halen
- In elkaar zetten
- Schaal
- Grootte
- Tekst
- Lagen
- Rangschikken


Resultaat:

Conclusie

Tijd

  • Persoon 1: 93 minuten
  • Persoon 2: 64 minuten
  • Persoon 3: 105 minuten
  • Persoon 4: 85 minuten
  • Gemiddelde tijd: 87 minuten


Deelvraag: Hoeveel tijd hebben de proefpersonen nodig om de bouwtekening te maken?
Aan de gebruikte tijd kunnen we zien dat alle proefpersonen tussen één en twee uur nodig hebben om deze opdracht uit te voeren. De gemiddelde tijd is ongeveer 1,5 uur (87 minuten). We zouden ook kunnen concluderen dat vrouwen (gemiddeld 99 minuten) meer tijd nodig hebben dan mannen (gemiddeld 75 minuten), maar het onderzoek is op een te kleine schaal uitgevoerd om deze conclusie te kunnen trekken.

Detailniveau

Deelvraag: Hoe gedetailleerd zijn de gemaakte bouwtekeningen (door middel van een vergelijking ten opzichte van de originele bouwtekening van LEGO en de bouwtekeningen van de andere proefpersonen)?

  • Detailniveau 1:

Met de bouwtekening van de proefpersoon kun je het autootje niet in elkaar zetten.

  • Detailniveau 2:

Met de bouwtekening van de proefpersoon kun je het autootje heel moeilijk in elkaar zetten.

  • Detailniveau 3:

Met de bouwtekening van de proefpersoon kun je het autootje wel in elkaar zetten maar met een beetje moeite. Sommige stukjes zijn lastig te identificeren.

  • Detailniveau 4:

Met de bouwtekening van de proefpersoon kun je het autootje makkelijk en snel in elkaar zetten.

  • Detailniveau 5:

De bouwtekening van de proefpersoon en de originele bouwtekening komen sterk overeen. Je kan het autootje perfect in elkaar zetten

Dunja Bajic,

Zij is begonnen met het beschrijven van alle onderdelen en heeft met meerdere stappen 
gewerkt ( van stap 1 tot en met stap 4). Eerste stap begint met de onderste laag van het
autootje, tweede stap is de middelste laag, derde stap zijn de rode stukjes van de auto en de 
laatste stap zorgt dat de auto helemaal compleet is. Dunja, heeft geen gebruik gemaakt van 
zijaanzichten. Zij heeft alleen gebruik gemaakt van de bovenaanzichten. 
Ze heeft in haar bouwtekening gebruik gemaakt van kleuren waardoor
het bouwen van het autootje makkelijker wordt. Met haar tekening is het mogelijk om het autootje na te bouwen.
Detailniveau: 4
Eric de Lange,

Eric zei al tijdens het tekenen van zijn bouwtekening, dat bijna alle bouwtekeningen beginnen 
met het aantal onderdelen te beschrijven, dus zo begon hij ook. Hij maakt gebruik van meerdere
stappen (stap 1 tot en met 7). In de bouwtekening kun je de rondjes tellen en kun je zien
waar welk stukje boven op moet. Ook maakt hij gebruik van kleuren waardoor het bouwen van het autootje
makkelijker wordt. Eric, maakt gebruik van de bovenaanzichten, zijaanzichten en hij heeft zelfs 
kleine stukjes zoals een stuur of stoel uitvergroot in de bouwtekening.
Met zijn tekening is het mogelijk om het autootje te bouwen alleen het is lastig te identificeren
wat hij met welke onderdelen precies bedoelt.
Detailniveau: 3
Brit Marxx,

Britt maakt gebruik van stappen en beschrijft tevens ook de onderdelen. Alleen de stappen en de onderdelen worden door elkaar
beschreven. Tevens is haar bouwtekening niet zo duidelijk. 
Zij maakt wel gebruik van kleuren en heeft in haar bouwtekening zijaanzichten en bovenaanzichten getekend. De stappen zijn niet
zo duidelijk om met haar bouwtekening het autootje te bouwen. 
Detailniveau: 2
Jos Snoeijen,

Prachtige bouwtekening, maar helaas is het niet voldoende om een het autootje te bouwen. Hij maakt geen gebruik van stappen en de 
onderdelen zijn ook niet beschreven op de bouwtekening. Jos heeft veel gepraat en hard op nagedacht van hoe hij het zou doen, maar 
deze gedachten heeft hij niet terug vertaald naar zijn bouwtekening. Hij is begonnen met het tekenen van de eerste laag van het
autootje, daarna heeft hij van het autootje een bovenaanzicht, zijaanzicht en een vooraanzicht getekend.
Detailniveau: 2

Methoden

Deelvraag: Welke methodes gebruiken mensen bij het maken van een bouwtekening voor een LEGO bouwstuk?
Om overzichtelijk weer te geven en een vergelijking te maken welke methodes de proefpersonen gebruikt hebben, worden de resultaten in een tabel weergegeven. In elke rij van de tabel is af te lezen welke methodes de proefpersoon gebruikt heeft en in elke kolom is af te lezen door welke proefpersonen een bepaalde methode gebruikt is. De methodes staan als nummer weergegeven in de tabel, onder de tabel is af te lezen welke methode bij een nummer hoort.

Proefpersoon/Methode 01. 02. 03. 04. 05. 06. 07. 08. 09. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17
Persoon 1 X X X X X X X X X X X
Persoon 2 X X X X X X X X X X X X
Persoon 3 X X X X X X X X X X X
Persoon 4 X X X X X X X X X X X X


Methoden:
 01. Het identificeren van LEGO blokjes door ze bijv. te nummeren (identificeren)
 02. Het inkleuren van LEGO blokjes op de bouwtekening (inkleuren)
 03. Uit elkaar halen van het LEGO wagentje (uit elkaar halen)
 04. Opnieuw in elkaar zetten van het LEGO wagentje (in elkaar zetten)
 05. In meerdere stappen tekenen (meerdere stappen)
 06. In één stap tekenen (één stap)
 07. Het rangschikken van blokjes (rangschikken)
 08. Het maken van een schaal indeling (schaal)
 09. Het tekenen van de LEGO blokjes in volgorde van grootte (grootte)
 10. Het tekenen van zijaanzichten (zijaanzicht)
 11. Het tekenen van bovenaanzichten (bovenaanzicht)
 12. Een drie dimensionale tekening maken (3D) 
 13. Denken en tekenen in lagen (lagen)
 14. Tekst gebruiken bij de bouwtekening (tekst)
 15. Voor zichzelf aantekeningen maken bij het uit elkaar halen van het LEGO wagentje (aantekening)
 16. Het maken van een uitvergroting (uitvergroting)
 17. Het gebruiken van pijltjes om aan te geven hoe iets in elkaar gezet moet worden (pijlen)

In de tabel is te zien dat de methoden 6 (in één stap tekenen) en 12 (Een 3-dimensionale tekening maken) door geen van de proefpersonen is gebruikt. Deze methoden waren dus niet voldoende bruikbaar. Wat opvallend is, is dat de methoden 1 t/m 5 door elke proefpersoon gebruikt is, dit zijn ook de methoden die het eerst in ons opkwamen bij het bepalen van de Tags. Daarnaast worden de methoden 7 t/m 14 (met uitzondering van 13) frequent gebruikt. In de laatste Tags wordt zichtbaar dat ieder proefpersoon toch een persoonlijke manier van werken. Het gebruik van de pijlen, de uitvergroting en het maken van aantekeningen wordt telkens maar door 1 proefpersoon gebruikt. Hierdoor kan er geconcludeerd worden dat de gebruikte methodes over het algemeen elkaar overlappen, maar dat 3 van de 4 proefpersonen de details van de tekening op een eigen manier vormgeven.

Best Practices

- In eerste instantie leek de opdracht makkelijk, maar we hadden eerst zelf de opdracht een keer moeten uitvoeren. Want we dachten dat tekenen van het autootje wel zou lukken. Echter bleek dit moeilijker dan gedacht, want het autootje was uit te veel stukjes opgebouwd. We hadden ervoor moeten zorgen dat het autootje uit niet meer dan 20 stukken bestond.
- Voordat je begint, zorg dat je nagaat of alle hulpmiddelen die de proefpersonen mogen gebruiken aanwezig zijn.
- Zorg dat je genoeg video opname kan maken en de geluidskwaliteit goed is.
- Zorg voor een tijdslimiet, want voor vijf minuten videoopname ben je al gauw twintig minuten bezig met transcriptie.
- Zorg dat de proefpersonen begrijpen wat de bedoeling is van de opdracht.
- Zorg dat er geen pauze genomen wordt tijdens het uitvoeren van het experiment, want dan loop je het risico dat de proefpersoon verder denkt over het uit te voeren experiment. Hierdoor verlies je informatie.
- Laat de proefpersonen nooit alleen tijdens het uitvoeren van het experiment, want de kans is groot dat de proefpersonen niet meer hard op denken.
- Je kan beste per proefpersoon een groepslid nemen om het experiment af te nemen. Zorg wel ervoor dat je bij elkaar komt om te bespreken hoe het gegaan is. Op deze manier werk je een stuk efficiënter dan dat je met de hele groep per proefpersoon het experiment uitvoert.
- Vóór het uitvoeren van het experiment is het belangrijk om de moeilijkheidsgraad aan te geven. Hierdoor wordt het experiment niet te makkelijk ingeschat door de proefpersoon. Het is meerdere malen voorgekomen dat het autootje uitelkaar is gehaald zonder aantekeningen te maken waardoor het autootje niet meer in elkaar gezet kon worden door de proefpersoon.

Bijlagen

Foto's


Videoopnamen
De videoopnamen zijn qua bestandsgrootte te groot om op deze wikipagina te zetten. Ze kunnen op verzoek worden getoond.