Onderzoeksmethoden/^Archief/2009-2010/Cursusinformatie/Planning/Werkgroep/week 37

Computers en ouderen

Je gaat onderzoek doen naar de gebruikersvriendelijkheid van computers voor een hele specifieke doelgroep: oudere mensen.

Je hebt pas een oriënterend onderzoekje gedaan om te kijken waar zich zoal problemen voordoen als oudere mensen proberen met computers te werken. Natuurlijk wordt er op cursussen voor oudere mensen alleen met Windows gewerkt, en je hebt opgemerkt dat ze vooral problemen hebben met de ‘vluchtigheid’ van de computer. Wanneer ze met de muis door het menu navigeren, klagen ze dat de schermp jes al verdwenen zijn voordat ze ook maar hebben kunnen lezen wat er op stond. Ze kunnen heel slecht onthouden waar ze informatie opgeslagen hebben; terugvinden is dus een groot probleem. Ook de continue prompts met “Weet u het wel zeker?” van het besturingssysteem maakt ze erg onzeker.

Nu is het jouw taak om een onderzoek op te zetten waarin je mogelijke oplossingen voor hun problemen verwerkt. Je bepaalt ook of je oplossingen werkelijk een verbetering opleveren.

1. Formuleer een onderzoeksvraag die in je onderzoek zou passen. Je hoeft niet het gehele project in je vraag te stoppen! Natuurlijk zijn in je formulering de onderzoekselementen en de variabelen herkenbaar.
2. Beschrijf hoe je de beantwoording van je vraag zou aanpakken. Hoe operationaliseer je de onderzoekselementen en variabelen, welke methoden gebruik je, hoe verzamel je de gegevens en hoe beantwoord je uiteindelijk de onderzoeksvraag? Houd je beschrijving bondig, maar wel zodanig dat je collega’s zinvolle feedback kunnen geven op de doeltreffendheid van je opzet.