Onderzoeksmethoden/^Archief/2008-2009/Methodologie/1. Inleiding
Materiaal
literatuur
sheets |
Samenvatting
In deze cursus vatten we 'onderzoek' breed op. Iedereen die op een systematische manier een probleem oplost aan de hand van een precies geformuleerde onderzoeksvraag aan de hand van verantwoorde methoden, is een onderzoeker.
In dit eerste blok maken we kennis met professionele criteria voor de onderzoeksvraag (verankering, relevantie, precisie, functionaliteit: zie verderop) en voor het onderzoek zelf (controleerbaarheid, vakkundigheid, logica, validiteit, betrouwbaarheid, adequaatheid).
Aan de hand van voorbeelden schenken we speciale aandacht aan:
- Precisie
- De onderzoekseenheden en te onderzoeken eigenschappen (variabelen) zijn welomschreven en worden op een goede manier onderzoekbaar gemaakt (geoperationaliseerd).
- Validiteit
- Er wordt onderzocht wat er onderzocht moet worden: de werkelijk onderzochte eigenschappen zijn een goede afspiegeling van de oorspronkelijke variabelen (interne validiteit), de werkelijk onderzochte eenheden zijn een goede afspiegeling van de oorspronkelijke onderzoekseenheden (externe validiteit).
- Verder zijn verklaringen (causale verbanden) op een goede manier afgeleid: we concluderen "A verklaart B" alleen als
- er is een relatie tussen A en B
- A gaat in de tijd vooraf aan B
- er is niets anders dat B verklaart
Criteria voor onderszoeksvragen
Puntsgewijze samenvatting, gebaseerd op: H. Oost en A. Markenhof, Een onderzoek voorbereiden, HB Uitgevers, Baarn, 2002.
Inleiding
Een onderzoeksvraag is de basis voor een onderzoeksplan. Bij de formulering van een goede onderzoeksvraag geeft de onderzoeker duidelijkheid over:
- het kennisgebied ("Waarover gaat het?");
- de reden voor het onderzoek ("Waarom is het de moeite waard?");
- het soort antwoord ("Wat wil je eigenlijk weten?");
- de strategie ("Hoe ga je te werk").
De vraag moet bij elk van deze vier elementen passen: de onderzoeksvraag is
- verankerd,
- relevant,
- precies,
- functioneel, en bovendien
- consistent.
Hieronder geven we een uitwerking (in de vorm van een checklist voor de beschrijving van de onderzoeksvraag) van elk van deze criteria.
Verankering (-- kennisgebied)
De beschrijving bevat:
- kennisgebied,
- thematiek,
- keuzes en vooronderstellingen (inperking!),
- toelichting.
Relevantie (-- reden)
Er is overtuigend aangetoond dat de vraag:
- nog niet (bevredigend) beantwoord is,
- de moeite van het beantwoorden waard is,
- een optimale opbrengst heeft.
Precisie (-- antwoord)
Er is duidelijkheid over
- domein,
- variabelen,
- (eventueel) scores op variabelen.
Functionaliteit (-- strategie)
De beschrijving maakt duidelijk:
- onderzoeksfunctie (beschrijven, definiëren, verklaren, evalueren, vergelijken, ontwerpen, ...),
- mogelijkheid tot uitwerking in onderzoekstructuur.
Consistentie
Bovenstaande elementen passen onderling bij elkaar.