Onderzoeksmethoden/^Archief/2009-2010/Methodologie/3. Wetenschap
Materiaal
literatuur
sheets documentatie |
Samenvatting
Wetenschappelijke literatuur
In de wetenschappelijke literatuur onderscheiden we verschillende publicatieniveaus.
- 'officieel'
-
- boeken
- artikelen in wetenschappelijke tijdschriften (waarbinnen ook weer een 'statushiërarchie' bestaat)
- conferentiebijdragen
- 'grijs'
-
- proefschriften
- interne rapporten ('preprints')
De manier om wetenschappelijke bronnen in een literatuurlijst te vermelden zijn redelijk gestandaardiseerd.
Bibliotheek
Tegenwoordig zijn veel bronnen, vooral tijdschriften, elektronisch (full text) te raadplegen via collectleve contracten tussen universiteiten en uitgevers. We maken kennis met
- Catalogi
-
- Radboud Universiteit
- Picarta (Nederlandse universiteiten)
- Zoeksystemen
- bijvoorbeeld
- Web of Science
- Google Scholar
- Vakspecifieke systemen, zoals die van IEEE en ACM
- Grijze Literatuur in Nederland (GLIN)
De meeste wetenschappelijke literatuur is verschenen in het Engels. Gebruik zo nodig een woordenboek (NL-EN). Doorgaans zijn er meer aanduidingen voor 'ongeveer' hetzelfde begrip. Het is daarom aan te bevelen om een thesaurus te raadplegen, bijvoorbeeld via internet. In zo'n thesaurus staat bij elk woord een overzicht van woorden met soortgelijke betekenissen.
Beoordelen van internetbronnen
Wetenschappers funderen hun werk op officiële wetenschappelijke literatuur. Op het internet is veel niet-wetenschappelijk materiaal te vinden. Om de betrouwbaarheid van zulke informatie te beoordelen, heeft de American Library Association een checklist opgesteld.
Voorzichtigheid is geboden! Zo lezen we in het verslag van een onderzoek naar betrouwbaarheid van internetbronnen over depressies (Griffiths en Christensen, British Medical Journal 321, 1511-1515, 2000): "Although the sites contained useful information, their overall quality was poor".
Hoe werkt wetenschap?
De fundering van wetenschappelijke kennis is altijd een bron van discussie geweest.
De stap om te komen van (algemene) kennis op basis van (specifieke) ervaring noemen we inductie. In veel gevallen zullen we niet alle gevallen kunnen waarnemen en toch conclusies trekken over de algemene situatie. Dit noemen we het inductieprobleem, aan de orde gesteld door David Hume (1711-1776).
Het positivisme is de stroming die ervan uitgaat dat geldige kennis verkregen wordt uit naakte feiten met behulp van inductie. In het positivisme is alle wetenschappelijke kennis herleidbaar tot dat soort uitspraken. De context of discovery is niet relevant.
Binnen het falsificationisme van Karl Popper (1902-1994) wordt het principe van inductie afgewezen omdat het niet logisch geldig is. Naakte feiten bestaan niet, aldus Popper, omdat waarneming ook theorie veronderstelt. Volgens Popper zijn wetenschappelijke uitspraken niet verifieerbaar, maar alleen falsifieerbaar. Een theorie houdt stand zolang hij niet weerlegd is.
Tegenwoordig wordt wetenschap meer als een sociale activiteit gezien. Wat 'waar' of 'goed' is, wordt door de wetenschappelijke gemeenschap zelf bepaald. De filosoof Latour vond dan ook dat je wetenschappelijke processen het beste vanuit de sociologie kunt bestuderen. Wetenschap is een sociaal proces, waarin verantwoording en peer review belangrijk zijn. Het sociale aspect maakt dat de context of discovery wel degelijk van invloed is: wetenschappelijke vooruitgang wordt beïnvloed door belangen, netwerkvorming, geld, enzovoort. Wetenschap is mensenwerk!
In de wetenschappelijke wereld vinden we allerlei (geschreven en ongeschreven) gedragsregels, conventies, mores, enzovoort. Deze gaan bijvoorbeeld over correct verwijzen naar resultaten van anderen. Plagiaat wordt hoog opgenomen.