Introductie Informatica en Informatiekunde/overzicht

Uit Werkplaats
Ga naar: navigatie, zoeken
III

FAQvaak gestelde vragen


filosofie van de cursus

08:45[1][2] Brainstorm to do
08:50 De vraag van de dag. De aanname van de dag.
  • Maandag
    • inschrijving
    • opdrachten printen
    • logins: altijd meenemen, e-mail-adres idem dito
    • tijdel. logins voor donderdag
  • vrijdag
    • zalen vanmiddag - werkplekken, evaluatie
    • tijd tutorgesprekjes
    • plek borrel
08:55 Verkenning: Demonstratie en discussie van uiteenlopende fenomenen en activiteiten.
10:25 Pauzevraag
10:30 Pauze
10:45 Analyse: Welke concepten helpen om orde te scheppen?
12:15 Toelichting practicumopdracht
12:20[3] Lunchpauze
13:00[4] Gemeenschappelijke wandeling
13:45 Practicum
16:45 Responsiecollege
17:30 Einde
  1. Op de eerste dag wordt er een korte inleiding gegeven, en de brainstorm begint iets later
  2. Op donderdag 3 september begint het pas om 10:45.
  3. Wie nu meteen naar de Refter gaat, is de lange rij voor.
  4. verzamelen bij de hoofdingang van het Gymnasion, onder de brug
 DocentZaal
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/1. bouwwerken en kwaliteitHanno Wupper;verkenning
Stijn Hoppenbrouwers;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Stijn Hoppenbrouwers;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Stijn Hoppenbrouwers;wandeling
Engelbert Hubbers; wandeling
Hanno Wupper;practicum
Stijn Hoppenbrouwers;practicum
Collegezaal met goede beamer;ochtend
Platte kleine zaal;practicum
Iets voor de www-opdracht; practicum
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/2. netwerken en interactieHanno Wupper;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Stijn Hoppenbrouwers;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Stijn Hoppenbrouwers;wandeling
Engelbert Hubbers; wandeling
Hanno Wupper;practicum
Stijn Hoppenbrouwers;practicum
Collegezaal met goede beamer;ochtend
Platte kleine zaal;practicum
Al dan niet platte zaal; practicum
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/3. machines en representatiesHanno Wupper;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Erik Barendsen;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Erik Barendsen;wandeling
Engelbert Hubbers;wandeling
Hanno Wupper;practicum
Erik Barendsen;practicum
Collegezaal met goede beamer en overheadprojector;ochtend
Platte kleine zaal;practicum
Platte kleine zaal; practicum
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/4. processoren en programma'sCollegezaal met beamer;ochtend
Platte zaal;practicum
Computerzaal (? - Erik P. vragen);practicum
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/5. schakelingen en maakbaarheid
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/6. architectuur
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/7. rationaliteit
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/8. engineering
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/8. engineering/theorie
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/9. verificatie
Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 2. activiteiten/A. leren
ThemaVraagAannameDoelen
1. bouwwerken en kwaliteitWelke systemen onderzoekt onze discipline en wanneer vinden we deze goed?Men kan knopen in een netwerk door middel van mensen, hardware of software realiseren.
  • voorbeelden geven voor oriëntatie en beleving bij digitale bouwwerken;
  • systemen (o.a. computernetwerken en organisaties) analyseren als functionele netwerken met gebruik van de juiste workflow-begrippen;
  • knopen in netwerken classificeren m.b.t. autonomie;
  • uitleggen wat het doel van protocollen is en hoe ze in principe werken.
2. netwerken en interactieHoe kunnen we organisaties en computersystemen analyseren als netwerk en welke rol spelen talen en protocollen daarbij?Men kan knopen in een netwerk ertoe brengen te doen wat ze moeten doen.
  • knopen in netwerken classificeren m.b.t. autonomie,
  • verschillende visies op communicatie hanteren,
  • eenvoudige talen definiëren,
  • eenvoudige protocollen ontwikkelen.
3. machines en representatiesHoe zit een technisch systeem, bijvoorbeeld een computer in elkaar en hoe wordt daarbinnen informatie gerepresenteerd?Men kan computeronderdelen en programma's maken die doen wat ze moeten doen.
  • exacte netwerken (bijvoorbeeld computers en computernetwerken, maar ook software-netwerken binnen een computer) analyseren en beschrijven
  • beschrijven wat bij de overgang naar zo'n exact netwerk gebeurt (sensoren, actuatoren)
  • de beginselen van representatie (ongecomprimeerd) van tekst, beeld en geluid uitleggen,
  • schattingen voor de nodige hoeveelheid informatie maken en verantwoorden op basis van de eigenschappen van menselijke zintuigen,
  • uitleggen wat het principe van datacompressie is.
4. processoren en programma'sHoe kan men met één programmeerbare machine een heel netwerk realiseren?Men kan programmeerbare machines maken.
  • in een zeer eenvoudige machinetaal programmafragmenten voor kleine berekeningen schrijven,
  • stap voor stap aangeven hoe een machine zulke programmafragmenten verwerkt,
  • aangeven hoe een machineprogramma in het geheugen van de computer terecht komt en wat daartoe nodig is (loader, disk-driver, bestandenbeheer, finder, compiler, boot),
  • uitleggen hoe multiprogramming werkt en wat de rol van de verdeler is.
5. schakelingen en maakbaarheidHoe kan men een programmeerbare machine maken?Men kan schakelelementen voor logische voegwoorden (en, of, niet) maken.
  • voor zeer eenvoudige problemen (zoals de wijnvullerij) de bijbehorende logische formule bepalen;
  • beargumenteren dat men voor elke functie van n Boolse ingangen naar m Boolse uitgangen een machine kan maken die deze realiseert;
  • een computer bouwen, gegeven voldoende geheugencellen, een klok, voldoende logische poortjes, en heel veel geduld - oftewel, je kunt
    • beschrijven hoe een cpu een machineprogramma verwerkt (instructiecyclus, program counter, arithmetiek),
    • uitleggen dat een cpu niet meer is dan een machine die cyclisch steeds dezelfde Boolse functie berekent (geheugen+input->geheugen'+output)
    • logische formules omzetten naar schakelingen
7. rationaliteitWanneer is iets goed, dat gemaakt is of gemaakt moet worden?
  • de begrippen artefact, blauwdruk, specificatie, eigenschappen ("het rationaliteitsvierkant") uitleggen en voorbeelden geven,
  • het rationaliteitsvierkant relateren aan het streven van exacte wetenschappen,
  • aannemelijk maken waarom soms een rationaal ontwerpproces noodzakelijk is
  • fouten classificeren (specificatiefout, ontwerpfout, realisatiefout, gebrekkig onderdeel)
  • belanghebbenden onderscheiden (klant, ontwerper, leverancier, domein-expert)
  • de ontwikkeling van een informatiesysteem analyseren volgens gegeven criteria aan de hand van projectdocumentatie; een beargumenteerd advies uitbrengen over voortzetting en verbetering
8. engineeringHoe kan men op systematische manier een nieuw kwaliteitsproduct maken?
  • aangeven wat de verantwoordelijkheid is van de belanghebbenden
    • opdrachtgever
    • domeinexpert
    • ontwikkelaar
    • leverancier
  • diverse methoden beschrijven in termen van het taxonomiediagram
  • een systeem specificeren d.m.v. non-monotonic refinement
  • uitleggen hoe bootstrap werkt
theorieHoe kan men zeker weten dat alles klopt?
  • uitleggen wat de correctheidsstelling voor systemen betekent
  • ...
  • de definitie geven van de begrippen vertaling, interpretatie, virtuele machine,
  • in deze termen beschrijven hoe een machineprogramma in de computer terecht komt,
  • eenvoudige bootstrapprocessen formeel beschrijven,
9. verificatieHoe zeker kunnen we zijn? En helpen computers daarbij?
  • uitleggen wat het verschil is tussen valideren en verifiëren;
  • uitleggen wat het verschil is tussen testen en verifiëren;
  • uitleggen hoe een toestandsdiagram een (bepaald aspect) van een systeem beschrijft.
  • een eenvoudige modelbeschrijving in Uppaal begrijpen, hier zelf kleine aanpassingen in maken, en deze simuleren en model-checken met de Uppaal tool.
A. lerenAcademisch leren - hoe gaat dat? 
ThemaConceptenDocent
1. bouwwerken en kwaliteit
  • Belangen
    • bouwheer
    • gebruikers
    • omgeving
    • aannemer
  • Kwaliteit
    • Functionaliteit
    • Duurzaamheid
    • Uitstraling
  • De menselijke maat
    • lichaam (afmetingen, bewegingsapparaat, zintuigen, ...)
    • cognitie (begrijpen, leren, intuïtie, oriëntatie, ...)
    • gevoel (uitstraling, corporate identity, respect, integriteit)
    • cultuur (verwachtingen, gewoontes, normen en waarden, iconen, ...)
  • Hierarchische decompositie
    • we zoeken niet naar atomen.
    • interface, protocol
    • robuustheid, continuïteit
    • autonomie
  • Workflow ("keukens")
    • realiteit: product, instrument, handeling (termen: zie boven)
    • functioneel netwerk: diensten onder protocollen
    • beschrijving: recept, dienstspecificatie (bijvoorbeeld m.b.v. automatendiagram), protocolspecificatie
Hanno Wupper;verkenning
Stijn Hoppenbrouwers;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Stijn Hoppenbrouwers;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Stijn Hoppenbrouwers;wandeling
Engelbert Hubbers; wandeling
Hanno Wupper;practicum
Stijn Hoppenbrouwers;practicum
2. netwerken en interactie
  • functionele netwerken
    • knopen
      • specificatie: functionaliteit en interface (protocol)
      • autonomie?
      • realisatie
        • machine
        • mens
        • netwerk
        • multiplexing
    • interactie
      • objecten
        • materie, goederen
        • informatie
        • geld
      • protocollen
  • taal
    • taalkunde: subject-object-action/state-beneficiary-instrument-place-time
    • de rol van taal binnen ons vakgebied
      • beschrijving van het systeem
        • eigenschappen
        • structuur
      • talige communicatie binnen het systeem
      • analyse van taal door een systeem
  • communicatie
    • Taal
    • Constatief taalgebruik
    • Performatief taalgebruik
    • Interpretatie
      • Vorm en Betekenis
    • Context
    • Abstractie
    • Declaratief en Operationeel
    • Globaal and Situationeel
    • Formele taal
      • Eenduidigheid
      • Contextloze taal
    • Taalidentiteit
    • Syntax
    • Semantiek
    • Pragmatiek
    • Vertalen
    • Informatie
  • taalnesten
    • hygiëne: code-injectie
    • escape
  • Het eigen leven van netwerken
    • gegevens: semantic web
    • programma's: botnets
    • mensen: social networks
Hanno Wupper;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Stijn Hoppenbrouwers;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Stijn Hoppenbrouwers;wandeling
Engelbert Hubbers; wandeling
Hanno Wupper;practicum
Stijn Hoppenbrouwers;practicum
3. machines en representaties
  • Computer
    • in bredere zin: een doos met allerlei sensoren, actuatoren, aansluitingen en daarin minstens 1 computer in nauwere zin
    • in nauwere zin: een cpu met geheugen en de nodige aansluitingen
    • filosofisch: een (vaak elektronische) digitale programmeerbare universele rekenmaschine
      • machine: kan qua constructie alleen bepaalde bewegingen uitvoeren
      • rekenmachine: bewegingen transformeren representaties van getallen
      • digitaal: abstractie van analoge fenomenen; binair als goedkoopste speciaal geval
      • programmeerbaar: programmeur weet precies hoe iets moet en draagt het aan de machine op; volledige sturing
      • universeel: zie morgen
  • Paradox
    • Soms zitten in een computer een aantal computers. Modem en grafiekkaart zijn vaak eigen computers.
    • Soms simuleert een computer een heel netwerk van computers.
    • Soms gedragen zich mensen als computers. Soms beginnen computers te denken. Soms willen we dat, soms niet.
  • Analyse van technische systemen
    • communicatie met de buitenwereld
      • sensoren en actuatoren
      • interfaces met andere technische systemen
      • internet of things
      • muisklik
    • Digitale communicatie
      • representatie
      • conversie
      • standaardrepresentatie
      • compressie
      • medium
      • multiplexing
    • standaardknopen
      • converters, verplaatsers, vertragers, multiplexers
      • compressie: reductie van hoeveelheid bits door weglaten
      • vertaling: conversie met behoud van betekenis
Hanno Wupper;verkenning
Hanno Wupper;analyse
Erik Barendsen;analyse
Hanno Wupper;wandeling
Erik Barendsen;wandeling
Engelbert Hubbers;wandeling
Hanno Wupper;practicum
Erik Barendsen;practicum
4. processoren en programma's
  1. universele machine
    • Von Neumann-machine
    • DNA computing - een niet-universele machine?
  2. machinetaal
  3. besturingssystemen
  4. bootstrap
  5. lerende machines
  6. denkende machines?
  7. perfecte slaven?
5. schakelingen en maakbaarheid
  • Realiseren van elektrische schakelingen
  • Specificeren; verband met logische uitdrukkingen
  • CPU als realisatie van een logische uitdrukking
  • Poorten en logische schakelingen
  • berekenbaarheid en complexiteit
6. architectuur
  • belanghebbenden
  • kwaliteit
  • domeinkennis
  • communicatie
  • afstemming
  • ontwerp
  • agile development
7. rationaliteit
  1. rationaliteit: talig redeneren over talige strategiën over talige kaarten van de omgeving
  2. verdeel en heers
    • focus
      • fragment
      • gezichtspunt
      • belanghebbenden ("stakeholders")
    • Chinese dozen
    • realiteit - beschrijving (vier werelden)
      • realiteit en geldig gevolg
      • redeneerregels
      • oorzaken van domheid
    • structuur - eigenschappen (rationaliteitsvierkant)
      • artefact / systeem / machine / organisatie: een werkend iets in de fysieke realiteit
      • eigenschappen: de gewenste of daadwerkelijke eigenschappen van zo'n systeem
      • specificatie: een talige, misschien zelfs formele, beschrijving van gewenste eigenschappen
      • blauwdruk: een beschrijving van de (beoogde) structuur van een fysiek systeem
  3. plannen
    • plan van wat nodig is
    • plan van een oplossing
    • plan, hoe de oplossing te bereiken
  4. vertrouwen en betrouwbaarheid
    • beredeneren of alles klopt
    • ontwerpfouten
    • slijtagefouten
    • moedwillige fouten
      • wat weet/kan een aanvaller?
  5. exacte wetenschap
8. engineering
  • vernuft
    • scheiden
    • passend maken
    • samenvoegen
  • maken
    • scheppen: in één keer goed, zonder plan
    • lineair: in één keer goed, met plan
      • specificeren
        • belanghebbenden
        • communicatie
        • specificatietalen
        • specificatiegereedschap
      • ontwerpen
        • ontwerpruimte
        • ontwerptalen
        • standaardonderdelen
        • ontwerpgereedschap
      • realiseren (let op: mogelijke begripsverwarring)
        • uitbesteden?
        • automatisch?
    • evolutionair
    • bootstrap
  • methoden
    • lineair, in één keer goed (bijv. bemenste maanlandingen)
    • non-monotonic refinement: specificeren terwijl men het ontwerp maakt
    • agile development
theorie
  • talige beschrijving
    • hoe exact?
    • hoe formeel?
    • beschrijven we wat er is of wat we willen?
    • empirie of meningen?
  • abstractie
  • theorieën
  • talen
  • semantiek, compilatie, interpretatie, virtuele machines, bootstrap
9. verificatie
  • hoe kan men zeker zijn?
    • inzicht
    • correctness by construction (rationele ontwikkeling, waarbij elke stap gegarandeerd klopt)
    • verifiëren: bewijzen dat ontwerp voldoet aan specificatie
    • valideren: nagaan dat de specificatie zegt wat-ie moet zeggen
    • deductie (afleiden, bewijzen)
    • inductie (testen, experimeteren)
  • simulatie, rapid prototyping
  • proof assistants
  • model checkers
  • bewijsbaarheid
  • model, toestandsdiagram
A. leren
  • academisch
    • disciplinaire bagage
    • onderzoeken
    • ontwerpen
    • wetenschap beoefenen
    • redeneren en reflecteren
    • samenwerken en communiceren
    • terugkijken en vooruitkijken
  • competenties
    • persoonlijk evenwicht
    • projectdefiniëring
    • doelgerichtheid
    • zelfregulatie
    • leerstofverwerking
    • redeneren
    • sociale en communicatieve vaardigheden
  • een leven lang leren: de 5 graden van motivatie
    1. het moet (strafgestuurd)
    2. het is nuttig voor later (certificaatgericht)
    3. het is nu al nuttig (aansluiting bij de belevingswereld van de scholier)
    4. het is op zichzelf interessant (wetenschappelijke nieuwsgierigheid, zoeken naar de waarheid)
    5. het is gezellig (zoeken naar de waarheid in sociaal verband met anderen die dit ook doen - academia)
  • samen leren en werken
    • bijvoorbeeld in de elektronische werkplaats
    • de Radboud Honours Academy
    • portfolio en dossier: zelf bijhouden waar je staat
    • tutor, adviseur
      • reageer op uitnodigingen!
  • inschrijving