Introductie Informatica en Informatiekunde/alvorens
Deze cursus geeft oriëntatie op het hele vakgebied en op de manier van studeren aan een universiteit.
Het vak
Fenomenen
Informatica en Informatiekunde zijn wetenschappen. Daarom worden ze beoefend aan universiteiten, en daarom studeer je aan een universiteit. Ze houden zich bezig met de fenomenen van de informatie- en communicatietechnologie zo als de natuurwetenschappen zich bezich houden met de fenomenen van de natuur. Omdat ict-systemen steeds meer verweven zijn met bedrijven, organisaties, ja, met de hele maatschappij, kijken de informatica en informatiekunde al geruime tijd niet alleen naar comptuters, maar ook naar de organisaties waarin ICT-systemen zijn ingebed.
De natuurwetenschappen onderzoeken hoe de kosmos (het heelal) in elkaar zit, wat de rol van ons planetenstelsel daarin is, hoe het leven en de leveloze materie op aarde en elders werken, en gaat de dingen op te grond tot op het niveau van elementaire deeltjes en nog lager.
In de eerste week van deze cursus kijken we hoe al dan niet gecomputeriseerde organisaties werken, wat de rol van het internet en andere computernetwerken daarin is, hoe het allemaal in zijn werk gaat, hoe computers als onderdelen in zulke systemen georganiseerd zijn, hoe het komt dat computers doen wat ze moeten doen en hoe men ze kan maken - tot op de grond van electronische schakelingen.
Aan het eind van de week heb je de essentie ervan begrepen en kun je in eenvoudige woorden, zonder jargon en zonder detailkennis aan een leek uitleggen hoe het in elkaar zit.
Activiteiten
Informatica en Informatiekunde zijn ingenieursdisciplines. Ze bestuderen namelijk niet alleen fenomenen, ze onderzoeken en leren ook, hoe men op het hoogste professionele niveau zulke systemen kan maken. Daarom kun je deze disciplines ook aan technische universiteiten en hogescholen studeren.
Op het hoogste professionele niveau - dat houdt ook in dat wat je doet gestuurd wordt door goed in elkaar zittende theorie en dat je bij belangrijke beslissingen je gelijk niet alleen verdedigt maar bewijst.
In de tweede week van deze cursus verkennen we war daarbij allemaal komt kijken. Hoe kunnen we iets maken en ook zeker weten dat het goed is?
De universiteit
Werkvormen
De universiteit is geen voortzetting van de school. Hier zijn docenten onderzoekers, die zelf op internationaal niveau aan de voorste front het vakgebied ontwikkelen. Voor hun onderwijs kiezen ze de werkvormen die het beste bij de leerdoelen en bij hun visie passen. Daarbij gaan ze ervan uit dat het vak je interesseert en je bewust voor deze studie gekozen hebt.
In deze cursus zie je een hoeveelheid verschillende werkvormen langskomen, sommige misschien onbekend en op het eerste gezicht verwarrend. Iedere dag zullen we daar kort bij stilstaan. Aan het eind van de twee weken zal je ook een eerste beeld hebben van de rijke academische onderwijscultuur.
Een belangrijk punt: leren op academisch niveau houdt niet alleen doen in maar ook erover nadenken wat je doet en waarom. Dat heet reflectie. Reflecteren kun je het beste leren door aan anderen uit te leggen hoe je iets doet en hoe iets in elkaar zit. Dat zullen we vanaf de eerste dag oefenen.
Studeren
De universiteit biedt onderwijs aan, de docenten spannen zich in, maar jij bent geen klant, jij bent partner, en ook van jou wordt iets verwacht. Vooral dat je het heft in eigen handen neemt en er actief aan bijdraagt dat het goed gaat.
Daarom bespreken we in deze cursus ook hoe je een beeld kunt krijgen van je eigen sterke en zwakke kanten bij het studeren.
Lees meer:
Voor geïnteresseerde docenten en gevorderde studenten: De onderwijskundige en wetenschapstheoretische filosofie van deze cursus is in een aantal artikelen en presentaties uitgewerkt [1].