Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen
Wij beginnen onze verkenning van de wereld van de ICT aan de buitenkant en bestuderen wat iedereen kan zien: organisaties van mensen, waarin ICT-netwerken een rol spelen. We vragens ons steeds af: hoe zit dit in elkaar? hoe komt het dat het werkt? Daarbij gaan we de dingen steeds verder op de grond, tot op het niveau van electronische schakelingen.
Sommige mensen "van het vak" - en vooral veel mensen die geloven van het vak te zijn - hangen aan elkaar van weetjes en snelle terminologie, geijkt op de systemen van een grote maker van software. Ze zijn slim in het maken van systemen en kunnen de pc goed repareren, maar ze kunnen lang niet altijd aan een leek in eenvoudige woorden uitleggen waar het eigenlijk om gaat en wat ze waarom aan het doen zijn.
Wij streven in de ze eerste week ernaar dat je dat wél kunt. Op elke avond kun je bij wijze van spreken aan je oma uitleggen wat je begrepen hebt, en aan het eind van de week kun je uitleggen hoe men met zoiets eenvoudigs als electronische schakelingen het internet kan maken en ervoor zorgen dat het in een begdrijf zijn rol speelt.
Thema | Vraag |
---|---|
1. bouwwerken en kwaliteit | Welke systemen onderzoekt onze discipline en wanneer vinden we deze goed? |
2. netwerken en interactie | Hoe kunnen we organisaties en computersystemen analyseren als netwerk en welke rol spelen talen en protocollen daarbij? |
3. machines en representaties | Hoe zit een technisch systeem, bijvoorbeeld een computer in elkaar en hoe wordt daarbinnen informatie gerepresenteerd? |
4. processoren en programma's | Hoe kan men met één programmeerbare machine een heel netwerk realiseren? |
5. schakelingen en maakbaarheid | Hoe kan men een programmeerbare machine maken? |
7. rationaliteit | Wanneer is iets goed, dat gemaakt is of gemaakt moet worden? |
8. engineering | Hoe kan men op systematische manier een nieuw kwaliteitsproduct maken? |
theorie | Hoe kan men zeker weten dat alles klopt? |
9. verificatie | Hoe zeker kunnen we zijn? En helpen computers daarbij? |
A. leren | Academisch leren - hoe gaat dat? |
Een aantal grondbegrippen keren daarbij steeds terug; probeer ze te ontdekken:
- netwerk
- multiplexing
- protocol
- representatie
- complexiteit
- structurering
- conceptie & perceptie
Hier rechts kun je doorklikken na de afzonderlijke dagen en naar de inleiding van Week 2. activiteiten.