Introductie Informatica en Informatiekunde/deel 1. fenomenen/1. bouwwerken en kwaliteit

1. bouwwerken en kwaliteit

Om ons vakgebied te begrijpen doen we een stap terug en plaatsen het de context van het menselijke streven: dingen bouwen die goed zijn.

Wat betekent goed?

En wat is het gemeenschappelijke van grote en kleine bouwwerken van steen en staal, organisaties en computernetwerken?

Welke systemen onderzoekt onze discipline en wanneer vinden we deze goed?

aanname van de dag: Men kan knopen in een netwerk door middel van mensen, hardware of software realiseren.
doelen: aan het eind kunnen de deelnemers

voorbeelden geven voor oriëntatie en beleving bij digitale bouwwerken;
systemen (o.a. computernetwerken en organisaties) analyseren als functionele netwerken met gebruik van de juiste workflow-begrippen;
knopen in netwerken classificeren m.b.t. autonomie;
uitleggen wat het doel van protocollen is en hoe ze in principe werken.

Deltawerken: een fysiek bouwwerk
- Moet het in één keer goed zijn?
- Waarmee moet men allemaal rekening houden?
- Wat voor rol spelen computers en computernetwerken? (als onderdelen, bij het ontwerp, bij simulatie)
Het biometrisch paspoort: een IT-bouwwerk
- Wat hoort allemaal bij het bouwwerk?
- wat moet in één keer goed werken?
ov betalen in Berlijn: een casus
Games: een virtuele wereld
- beleving
- regels en strategie
- mogelijkheid om over de echte wereld te leren
- netwerken met veel mensen
Een denkbeeldig restaurantverhaal
- Wat heeft dit met informatica/informatiekunde te maken?
- t-mobile.nl: de ervaring van een klant
- Wat gaat in een restaurant goed, en waarom eigenlijk?
iPad
- Kompas, navigatie en omgeving
- Photo stitch
- sociale netwerken
- muziek (Shazam, modomi, iTunes)
- Kan dit allemaal beter worden geïntegreerd?
Deterministische beursspeculatie
- autonomie
- chaos

Belangen
- bouwheer
- gebruikers
- omgeving
- aannemer
Kwaliteit
- Functionaliteit
- Duurzaamheid
- Uitstraling
De menselijke maat
- lichaam (afmetingen, bewegingsapparaat, zintuigen, ...)
- cognitie (begrijpen, leren, intuïtie, oriëntatie, ...)
- gevoel (uitstraling, corporate identity, respect, integriteit)
- cultuur (verwachtingen, gewoontes, normen en waarden, iconen, ...)
Hierarchische decompositie
- we zoeken niet naar atomen.
- interface, protocol
- robuustheid, continuïteit
- autonomie
Workflow ("keukens")
- realiteit: product, instrument, handeling (termen: zie boven)
- functioneel netwerk: diensten onder protocollen
- beschrijving: recept, dienstspecificatie (bijvoorbeeld m.b.v. automatendiagram), protocolspecificatie

rode draad: cellulaire automaten

Zelfs een overzichtelijk deterministisch systeem kan onvoorspelbaar zijn en tot chaos leiden.

Navigatiemenu