Modelleren van BedrijfsProcessen/2013-14/Assignments/Week 6/2 Opdrachtbeschrijving

Studietaak Week 6: 'Process Choreographies'

Achtergrond

In hoofdstuk 4 zijn we aan de slag gegaan met het concrete modelleren van bedrijfsprocessen binnen een enkel bedrijf.
In dit hoofdstuk 5 richten we ons op de koppeling van processen van verschillende bedrijven en op de ontwikkeling van modellen voor dergelijke samenwerkende systemen.

Leerdoelen

Na afloop van deze studietaak kun je:
Nog van hoofdstuk 4:

• aangeven hoe een procesmodel volgens de 'Graph-Based Workflow Language' opgesteld wordt en wat van G-BWL de sterke en de zwakke punten zijn;

Van hoofdstuk 5:

• aangeven wat de belangrijkste fasen zijn in de ontwikkeling van 'process choreographies' en wat daarbij de rollen zijn van resp. de 'business engineer', 'system architect' en 'developer';
• aangeven hoe het 'process choreography design' verloopt, met gebruikmaking van sleutelbegrippen als 'high-level structural model', 'high-level behavioral model' met gebruik van 'milestones', 'collaboration scenarios' en 'compatibility' (strong/weak structural), controle via aanpak met 'workflow modules';
• de betekenis aangeven van de verschillende 'service interaction patterns' (zoals 'send', 'receive', 'send/receive', 'racing incoming messages', etc.
• de verschillende 'service interaction patterns' op een wel-overwogen manier toepassen bij het opstellen van process choreographies;
• (eenvoudige) process choreographies modelleren via BPMN choreography diagrams
• (nu met meer ervaring) process choreographies modelleren via BPMN

Wat moet je doen?

Voorbereiding:
Voor de uitwerking van deze opdracht kun je gebruik maken van de open-source tool: Signavio-tool (van BPM Academic Initiative; registreer eerst via: http://academic.signavio.com ; deze tool heeft een goede mogelijkheid voor een Semantical Analysis).

Volg in de MvBP-werkplaats de 'Werkplaats Instructies' (submenu-optie 1 bij deze studietaak) om voor deze opdracht slechts één bijdrage aan te maken: eentje waar je je uitwerking van deze eerste opdracht inzet (in Speciaal:Mypage/2013-14/Modelleren_van_BedrijfsProcessen/Week_6/Opdracht ) en waarbij iedereen vrij access tot je uitwerking heeft, daar kan zien wat je uitwerking is en waar iedereen ook zijn/haar comments/opmerkingen/suggesties kan achterlaten.
N.B. Indien je naar aanleiding van gemaakte suggesties/opmerkingen/voorbeelden van anderen besluit je uitwerking aan te passen, haal dan niet je oude uitwerking/model weg, maar laat hem staan en geef aan waarom je tot het daarna geplaatste nieuwe model hebt besloten. Laat ook het door iemand anders geplaatste commentaar/suggestie staan!

Overzicht van de uit te voeren taken:

N.B. Nog van hoofdstuk 4:

• Lees/bestudeer 'oppervlakkig' van hoofdstuk 4 van het gebruikte cursusboek de pagina's 200 - 205 over Graph-Based Workflow Language

Van hoofdstuk 5:

• Lees/bestudeer van hoofdstuk 5 van het gebruikte cursusboek van Mathias Weske de pagina's 243 - 290 (waarvan blz. 275 t/m 279 slechts 'oppervlakkig')
• Lees/bestudeer de op het college besproken sheets.
• Maak de hieronder bij deel A aangegeven 'theoretisch opgave' A.6.1.
• Maak de hieronder bij deel B aangegeven 'toegepaste opgaven' B.6.1 en B.6.2 over procesmodellering via BPMN. Gebruik liefst de al eerder genoemde Signavio-tool (van BPM Academic Initiative).

Deel A: 'theoretische opgave'

Opgave A.6.1
Compatibility checking
Below you find three workflow modules P1, P2, P3 with communication places a, b, c, d.

• Discuss the compatibility issues ( (strong/weak) (structural/behavioral)) of these Petri nets. Are the process definitions really (in)valid? What is the main problem?
• Is it possible to combine the workflow modules in such way that no 'behavioral compatibility'-problems arise?

Explain/prove your answer (make such a combined model).

More information on compatibility checking can be found in the book in chapter 5.3.

Een kleine toelichting bij het bovenstaande bij opgave A.6.1: als je de drie 'workflow modules' op de meest-voor-de-hand-liggende manier met elkaar combineert, dan blijkt zich een 'raar' (ongewenst) gedrag voor te kunnen doen. Er bestaat een wat-minder-voor-de-hand-liggende manier van combineren, waarbij dat ongewenste gedrag zich niet voordoet. N.B. het zou misschien beter zijn geweest om in plaats van te spreken over 'behavioral compatibility'-problems, te spreken over 'behavioral'-problems.
Ger Paulussen → Modelleren van BedrijfsProcessen	Remove this comment when resolved!

Deel B: 'toegepaste opgave'

Opgave B.6.1 (BPMN modeling 1)
Generation of participant behavior descriptions
Interaction models describe the control and data flow between interactions happening between different participants. Participant behavior descriptions on the other hand describe the required interaction behavior of an individual participant.

Generate the participant behavior description (in other words: 'behavioral interface') for the Seller from the model below:

Opgave B.6.2 (BPMN modeling 2)
An agency is brokering loans from two different credit institutes (bank A and bank B). A customer fills out a loan request containing the requested amount and his current monthly income. Afterwards he gets the loan proposal with the lowest interest returned.
Each financial institution has different rules for assigning loans.

• Bank A assigns loans to everyone up to 20 times the month income but wants 20% interest a year.
• Bank B assigns loans to everyone with at least € 2.000 month income up to € 100.000. Loans equal or under € 25.000 are pre-checked by an external credit rating company (e.g. Schufa). Loans above € 25.000 additionally require a security which has to be checked directly with the customer. The interest rates are 15% for loans under € 25.000, 12.5% for loans above € 25.000 with an adequate security, and 22.5% for loans without an adequate security.

a) Model the given collaboration scenario in a BPMN choreography diagram
b) Implement this BPMN choreography diagram in a collaboration diagram with process orchestrations.

Plaats je oplossingen van deze opgaven in de ‘Werkplaats’; deadline: vrijdag, 14 maart 2014 om 10:30u

Stel, mede naar aanleiding van je ervaringen/problemen/invallen bij het bedenken en uittesten van deze modellen, een lijstje op van punten die je op het (werk)college van vrijdag 14/03/2014 wilt inbrengen.

In te leveren uitwerkingen

Resultaat:
Je uitwerkingen van bovenstaande opdrachten A.6.1, B.6.1 en B.6.2 bij hoofdstuk 5 van het cursusboek.

==> Geef in het gekopieerde -bij deze opdracht behorende- werkplaatssjabloon bij de parameter 'Percentage' aan hoeveel procent -naar jouw eigen inschatting- van deze opdracht je correct gemaakt hebt. (dus bijvoorbeeld [tussen dubbele vierkante haken..] Percentage::80 ).
En geef bij de parameter 'Status' een van de volgende waarden aan: 'bezig', 'klaar', 'opgegeven', 'deels geslaagd'. (Dus bijvoorbeeld de default-waarde Status::bezig geeft aan dat je op dat moment nog bezig bent met het werken aan deze opdracht. Als je later er verder aan gewerkt hebt, pas dan die Status- en Percentage-waarde aan.) Je doet ons een groot plezier als je tijdens het werken de hier ingevulde waarden regelmatig ververst.
Vul voor de Studie-parameter een van de volgende waarden in: IK, IC e.d..

Reflectie / discussie

In dit deel (dat deze keer binnen je opdracht-uitwerking zit) geef je enerzijds kort aan hoe het er bij deze opdracht vanaf hebt gebracht en geef je anderzijds aan andere studenten een mogelijkheid om op een vraag van jou te reageren. Deze keer is het dus zo, dat je gehele uitwerking+reflectie voor iedereen zichtbaar is en dat door iedereen die een verbetering of aanvulling wil doorvoeren, dit aangepast kan worden. Dus als je twijfels hebt bij je eigen beheersing van de stof, vraag dan expliciet om reacties van anderen.

a) je reflectie
Beantwoord hier (kort) de volgende vragen:

• Wat heb je deze week geleerd in relatie tot de vooraan in deze opdracht geformuleerde leerdoelen? Heb je die bereikt?

• Hoe moeilijk vond je deze te bestuderen/verwerken stof?

• Heb je tips voor verbetering?

Uiteraard ben je van tevoren al vragen nagegaan als:

• Is het verkregen antwoord correct of twijfel je daaraan?

• Zijn er alternatieve uitwerkingen die volgens jou minder correct zijn?

b) je discussie-bijdrage/verzoek
Bij dit tweede deel kan je bijdrage heel divers zijn. Het kan zijn dat je hier aan anderen vraagt je te helpen om een bepaalde 'theoretische' vraag te beantwoorden. Of het kan bijvoorbeeld zijn dat je zelf een in jouw ogen hééél moeilijke [of heel geniepige] vraag over de inhoud van dit hoofdstuk formuleert -die je gezien de leerdoelen van deze opdracht nu op zou moeten kunnen lossen- en dat je daarna een uitwerking formuleert [al dan niet bewust fout opgesteld] en dan aan anderen vraagt of je uitwerking correct is en zo niet om er commentaar op te leveren.

Vergeet niet om bij de uit het sjabloon gekopieerde 'variabelen' waarden in te vullen voor zowel 'Studie' als voor 'Remark' (de inhoud van die laatste parameter verschijnt in het Reflectie-overzicht' onder het kopje 'Korte opmerking van auteur zelf').

Kijk ook bij de 'reflectie/discussie-onderdelen' van anderen wat zij daar als vraag hebben gesteld of moeilijke vraag hebben bedacht en of je correcties in of aanvullingen bij hun uitwerking kunt aanbrengen.
We verwachten dat ook jij bij de 'reflecties/discussies' van andere studenten een reactie/commentaar/suggestie geeft. Als je zo'n reactie hebt gegeven, dan wordt je naam toegevoegd in de kolom 'Met commentaar van..'.

Breng je commentaar/suggestie/... als volgt aan: Bewerk de reflectie-pagina van je mede-student. Kopieer en plak onderstaande regel onder zijn/haar reflectie en vervang "Mijn commentaar" door je eigen commentaar en/of vragen.

 {{!|~~~|| Mijn commentaar }} 

En kijk uiteraard regelmatig bij je eigen uitwerking of je door anderen voorgestelde suggesties e.d. begrijpt en/of ze correct zijn en reageer er desnoods op!

N.B. Haal -in tegenstelling tot wat je gewend bent bij B&B- zulk commentaar NIET weg nadat je het hebt gelezen en eventueel verwerkt... Anderen kunnen ervan profiteren!

Op het (werk)college van vrijdag 14 maart 2014 worden de ingeleverde uitwerkingen en eventueel gerezen vragen&problemen nabesproken. Zorg er daarom voor dat je eventuele problemen/onduidelijkheden, die je tegen gekomen bent bij het maken van het inleverdeel van deze opdracht, op een rijtje hebt staan, zodat als die knelpunten in de nabespreking niet al eerder ter tafel zijn komen, jij ze zèlf kunt aankaarten.
==> Een uitdraai van je (ingeleverde) uitwerkingen + reflectie geldt als entreebewijs bij dit deel van het college!

Deadline inleveren

Deadline voor het inleveren: vrijdag, 14 maart 2014 vóór 10:30u binnen de MvBP-werkplaats; vergeet niet om binnen je uitwerking zowel je naam alsook je studie en je studentnummer te vermelden.
Breng een uitdraai van zowel je uitwerking-deel als van je reflectie-deel als entreebewijs mee naar het college.