Fysieke en digitale architectuur/2010-11/opdrachten/Architectuuranalyse fysiek/Theaters
Theaters
Theaters worden door de eeuwen heen gebruikt om verschillende activiteiten tentoon te stellen aan publiek. Theater shows, cabaret of muzikale concerten zijn enkele voorbeelden waarvoor mensen naar het theater gaan. Hoewel een theater niet nodig is om dergelijke shows op te voeren/te bekijken, biedt een theater ruimte voor uitvoerders (van het stuk), het publiek en eventuele technische staf. Theaters zijn er in veel verschillende soorten en maten. Ze kunnen zelfs gebouwd worden voor 1 enkele type show. Muzikale concerten hebben bijvoorbeeld baat bij een goede akoestiek.
Vormgeving
Hoe ieder theater ook vormgegeven is, er zijn enkele basisprincipes waaraan deze gebouwen moeten voldoen. Het belangrijkste onderdeel van een theater is het podium. Het middelpunt van alle aandacht. Wanneer er verlichting aanwezig is, zal de belichting van het podium een sterk karakter afgeven. Achter of naast het podium moet er een ruimte zijn waar spelers van het podium af kunnen; de coulissen. Naast het podium is het van belang dat toeschouwers het podium goed kunnen bekijken. Zitplaatsen zijn, vooral voor langere stukken, een vereiste voor het publiek. Deze zetels kunnen op verschillende manieren vormgegeven worden. Allereerst heb je de stallen. Dit zijn de plaatsen die voor het podium liggen. Vanuit deze posities kijk je licht omhoog (vooral vanaf de voorste vijf rijen) om het spektakel op het podium goed te kunnen zien. Een verdieping hoger zijn vaak de balkons ook wel galerieën genoemd. Dit zijn 1 of meerdere verhoogde platformen die (vaak) over de stallen hangen. Als laatste zijn er de dozen. Dit zijn kleine ruimtes voor, naast en boven het podiumniveau. Deze plaatsen worden beschouwd als de beste plaatsen van het theater en zijn meestal bezet door de rijkere stand (i.v.m. de hogere kosten voor de kaarten).
Geschiedenis
In het oude Griekenland werd er al veelvuldig gebruik gemaakt van theaters. De Grieken waren de eerste die deze grote bouwwerken fabriceerden en hebben de magie van deze open podia op de kaart gezet. Het woord theater komt van het Griekse woord 'theatron' wat 'bekijk plaats' betekent. Deze Griekse bouwwerken waren openlucht gebouwen die geplaatst waren op plateaus van heuvels/bergen. Vormgegeven aan de hand van drie principes waren al deze theaters gelijk. Het orkest, de hut en het publiek. De grote ovale ruimte werd het orkest genoemd. Dit was de locatie waar spelers een stuk opvoerden. Achter het orkest was een grote rechthoekige ruimte dat als coulissen gebruikt werd. Hier stonden spelers die op dat moment geen rol hadden of werden er kledingstukken gewisseld. Vanaf het orkest rezen ook de zitplaatsen uit de grond. Deze plaatsen werden typisch op de rand van de heuvel gebouwd. De theaters uit Griekenland waren zo groot dat er capaciteit was voor 15.000 toeschouwers. Echter, omdat de zitplaatsen op de helling van de heuvel gebouwd moesten worden, was het niet op iedere locatie mogelijk een theater te bouwen. De helling moest onder een bepaalde hoek staan om bouwmogelijkheden op te leveren.
Hedendaagse Theaters
Nu we een duidelijk beeld hebben over de opbouw en herkomst van het theater gebouw, gaan we kijken naar verschillende theaters van nu. Worden hierbij nog altijd dezelfde bouw principes gehanteerd? Wat stralen deze hedendaagse theaters uit en wat voor een publiek komt ernaar toe?