Werkplaats:Hoe leert men hier

Uit Werkplaats
Ga naar: navigatie, zoeken
De elektronische
Werkplaats

Een oud onderwijsideaal

In een werkplaats werken sinds de tijd van de ambachtsgildes meesters, gezellen en leerlingen betekenisgericht en beroepsgericht samen. Ieder doet wat hij op zijn niveau kan, daarbij ziet ieder wat anderen doen. Men leert van elkaar: door afkijken, door erover te praten, door te oefenen terwijl men door anderen verbeterd wordt. Het systeem is een en al communicatie, terwijl toch echt werk verzet wordt. Een goede meester laat leerlingen, ook de allerjongsten, liever geen oefendingetjes maken die vervolgens weggegooid worden. Iedereen participeert aan het echte werk; alles vindt zijn plaats in een groter geheel, en een mentor is zo goed als altijd voorhanden.

In een werkplaats leer je ...

Meesters, gezellen en leerlingen leren en werken samen.
door zelf iets te maken 
oefenen en tegelijk bijdragen aan een groter geheel
door af te kijken hoe anderen het doen 
in een examensituatie is afkijken verwerpelijk. Daar moet je immers aantonen dat je iets zelf kunt. Als je iets moet oefenen en je copieert i.p.v. zelf te oefenen de uitwerking van een ander is dat dom (want je leert niets) en verwerpelijk (want je houdt niet alleen jezelf maar ook de docent voor de gek). Maar als je zelf aan een project werkt en je kijkt hoe anderen een vergelijkbaar project aanpakken, kun je daar veel van leren.
door je werk door medestudenten en docenten te laten bekijken 
niet alleen als je vindt dat het af is of als je vastloopt, maar altijd - net als in een oude gilde-werkplaats en in de ateliers op de kunstacademie
door een vraag te plakken op een stukje van je eigen werk 
Er zal vast wel iemand langskomen die je helpt om verder te gaan.
door ongevraagd een commentaar te geven op een stukje werk van iemand anders 
Hij (m/v) zal je vast dankbaar zijn. Uit zijn reactie daarop kunnen jullie allebei iets leren. Dit geldt trouwens ook voor het werk van de docenten - het cursusmateriaal!
door in discussie te gaan precies op de plek waarover de discussie gaat 
door iets aan iemand anders uit te leggen 
uitleggen wat men zelf geleerd heeft is het beste middel om te controleren of men iets begrepen heeft.
door uit een woord in een tekst een link te maken om aan te geven dat hier nadere uitleg gewenst is
door op een rode link te klikken en zelf een bijdrage te wagen
iemand zal het vast verbeteren als het voor verbetering vatbaar is.
door bij te dragen aan get glossarium bij een cursus of het globale glossarium hier
door in een groep samen aan één project te werken

Onderwijskundige voordelen

  • Omdat iedereen zichtbaar bijdraagt aan het echte werk van het vak waarvoor men gekozen heeft, is de nodige motivatie aanwezig. Wie zich niet thuis voelt in de werkplaats moet nagaan of dat aan de onwennige onderwijsvorm ligt (dat valt te overkomen) of aan een verkeerde studiekeuze (hoe eerder hoe liever wisselen).
  • Omdat altijd ergens verschillende soorten werk nodig zijn, kan men zijn aandacht richten op bezigheden die het beste bij de dagvorm en voorkennis passen. (Onderwijskundigen noemen dit "individuele leerroutes".)
  • Omdat altijd overal verschillende dingen gebeuren, kan men nieuwe kennis afkijken of erom vragen op het moment dat men daartoe optimaal open staat. In de werkplaats kan en zal men leren altijd alert te zijn op wat men op dit moment kan gebruiken. Op jacht naar kennis.
  • Als de meester de taken goed verdeelt, is er voldoende gelegenheid om te oefenen, terwijl het werk toch altijd nuttig is voor het grote geheel.
  • Meesters, gezellen en leerlingen communiceren continu met elkaar, helpen elkaar, stellen vragen en leggen uit, waardoor reflectie vanzelf in gang komt.
  • Elk niveau profiteert van de specifieke ervaringen van de andere niveaus.

Principes van de elektronische werkplaats

Een discipline waar producten van tekstuele aard zijn kan met een elektronische werkplaats goed uit de voeten. We gebruiken hier specifiek niet het woord "virtueel" om verwarring met simulatie tegen te gaan. Er is hier juist sprake van echt werk in een echte werkplaats.

De onderwijskundige infrastructuur dient daarom aan enkele principes te voldoen om werkplaatsonderwijs mogelijk te maken:

  • Een cursus kan gezien worden als een besloten gemeenschap, zodat we enkele funeste verplichtingen kunnen stellen aan wie mee doet:
    • Anonimiteit is op geen enkel moment toegestaan. Dit houdt in dat zowel studenten als docenten onder hun eigen identiteit werken. Niet alleen heeft dit tot effect dat vandalisme door de besloten gemeenschap vrijwel nihil zal zijn, maar het geheel ook professioneler in de omgang kan zijn.
    • Alles wat in de werkplaats gedaan is moet dan ook voor iedereen zichtbaar, en discussieerbaar zijn.
    • Ook al werken we onder eigen identiteit waardoor duidelijk is wie docent en student is, moeten we in de werkplaats tijdens het leerproces er van uit kunnen gaan dat ieder gelijk is. Door op deze manier een sfeer te creëren waarbij het draait om van elkaar leren en open staan voor debat wordt de academische attitude nogmaals bevordert.
      • Dit houdt natuurlijk niet in dat docenten geen machtspositie hebben, maar enkel dat deze voor kritieke momenten zoals tussentijdse bijsturing of conflictmanagement gebruikt dient te worden.
  • Wat betreft het werk wat tijdens de cursus dient te gebeuren:
    • Alles moet ook in de werkplaats gedaan worden. Opdrachten dienen hierdoor zodanig ontworpen te zijn dat alle fasen ook in de werkplaats uitgevoerd kunnen worden. Voor de elektronische werkplaats betekent dit dus dat er rekening met de tekstuele aard van het medium moet worden gehouden.
    • Opdrachten dienen op elkaar aan te sluiten; stukken van verschillende opdrachten en verschillende gebruikers moeten feitelijk (her)gebruikt kunnen worden.
    • Redacteurschap wordt afgeraden, het is beter om constant in kleine stukjes te werken. Op deze manier gebeurt al het werk ook echt in de werkplaats en kunnen zowel docent als student het beste meekijken. Als bijkomend voordeel heeft dit natuurlijk dat er sneller ingegrepen kan worden door alerte werkplaatsleden mocht een stuk werk de verkeerde kant uitgaan. Deze manier werkt zich verder uit in een uiteindelijke reflectie, omdat het makkelijker terug te kijken is hoe er nou precies gewerkt is.
    • Er zou constant door zowel docent als student tussentijdse opbouwende kritiek geleverd moeten worden op elkaars werk. Het is juist belangrijk om dit ook te stimuleren zodat studenten van elkaar leren, en gedwongen worden om elkaars werk uit te kunnen leggen.
      • Dit neemt niet weg dat zodra er van onzin sprake is dit niet gewoon gezegd moet kunnen worden (i.e. standaardfouten)
  • Wat betreft samenwerking en communicatie:
    • Als er sprake is van groepenwerk dient de cursus zodanig ingericht te worden dat studenten op een centrale plek makkelijk met elkaar tijd- en plaatsonafhankelijk met elkaar kunnen communiceren.
    • Er dienen verder ook geen beperkingen aan de samenwerking of communicatie opgelegd te worden, de werkplaats is immer een middel om bestaande communicatie binnen een groter geheel te brengen, en niet om de aard van de communicatie te veranderen.
    • De communicatie tussen groepjes, studenten en docenten over het werk mag vrij verlopen, iedereen moet immers duidelijk kunnen krijgen wat voor zich nog niet duidelijk is. Wat wel helpt voor alle andere leden van de werkplaats is om standaardvormen van communicatie (zie Regels voor sjablonen te gebruiken zodat er niet gegist hoeft te worden waar het over gaat.
  • Wat betreft cursusmateriaal:
    • Theoretisch materiaal kan bij veel cursussen iets vast zijn, natuurwetten zullen bijvoorbeeld niet zomaar veranderen. Dit houdt niet in dat de uitleg en voorbeelden van het cursusmateriaal zodanig perfect zijn dat er niets aan hoeft te gebeuren. Het is daarom ook belangrijk dat er discussie over gevoerd kan worden, en zodra er iets nuttigs uit is gekomen dit ook in het cursusmateriaal te verwerken, zodat studenten zien dat hun opmerkingen daadwerkelijk effect hebben. Op deze manier zorgen we ervoor dat men zich realiseert dat er aan iets gemeenschappelijks gewerkt wordt waar iedereen wat aan heeft.
  • Wat betreft beoordeling en afsluiting:
    • Een strikte scheiding van het leren in de werkplaats en de beoordeling is nuttig. Tijdens het leerproces moet er geen dreiging zijn om naar specifieke beoordeelregeltjes toe te werken, er moet juist vrij gewerkt kunnen worden om op eigen manier tot begrijp van de leerdoelen te komen.
    • Beoordeelmomenten zouden aan moeten sluiten bij de geziene academische attitude en motivatie van de student tijdens zijn/haar activiteiten in de werkplaats. Maak het niet alleen mogelijk, maar vraag studenten ook om een verantwoording van hun werk en betrek ze bij het beoordeelproces door ze kritisch naar zichzelf en hun werk te laten kijken.
    • Geef leden van een cursus de mogelijkheid om nog in de werkplaats te kijken. Naast de hoeveelheid aan nuttige informatie die zich in de werkplaats bevindt zou het ook mogelijk moeten zijn voor studenten die een cursus al afgerond hebben en het interessant vinden om mee te kijken ook met nieuwe cursusvolgers te laten communiceren. Geef de student die dat wil de mogelijkheid om commentaar te plaatsen en dingen uit te leggen. Immers is er toch geen sprake van anonimiteit.