Technodrama
In het Nijmeegs informaticaonderwijs spelen we af en toe een technodrama om te begrijpen en aan aan den lijve te ondervinden hoe zo'n complexe machine kan werken. Dat gaat als volgt. We proberen zo'n machine te maken van mensen. De deelnemers van een college krijgen ieder een rol als onderdeel van het mechanisme. In hun hoedanigheid als mensen bespreken ze wat de functie van de afzonderlijke onderdelen precies moet zijn, in hun rollen beelden ze deze onderdelen dan uit. Dat leidt eerst eenmaal tot een machine die totaal niet werkt omdat men wezenlijke dingen niet bedacht heeft of omdat de onderdelen niet goed bij elkaar passen. Men probeert, discussieert en past het ontwerp aan, en direct draait de machine al wat beter - tot ze weer vastloopt.
Je kan daarbij ervaren hoe handig het is dat men als mens van boven op de hele constructie kan kijken en over de bedoeling ervan nadenken. Je ervaart echter tegelijk ook wat het betekent, als puur mechanisch onderdeel in een groter geheel te moeten functioneren zonder na te kunnen denken.
Het aardige is dat de deelnemers in korte tijd de nodige principes zelf ontdekken en aan het einde echt begrepen hebben "hoe het werkt". Zo'n technodramasessie duurt ongeveer een of twee uur. Op onze filmpjes kan je zien dat de deelnemers er niet alleen plezier in hebben maar dat ze er ook intensief met hun hoofden bij zijn, ideeën opperen, bespreken en soms ook weer verwerpen.
Dit filmpje werd opgenomen op de derde dag van het eerste semester van de studie informatica. De deelnemers hebben dus niet langer college gehad dan twee dagen. En toch zullen ze op de avond van de derde dag dingen begrepen hebben die elders pas veel later aan de orde komen en als bijzonder moeilijk bekend staan. Ze zullen het niet zo gauw vergeten omdat ze het zelf bedacht en uitgevoerd hebben.
Onze studenten waarderen deze onderwijsvorm, dat blijkt uit de evaluaties.
Wat is nou de rol van de docent in zo'n technodrama? Zijn taak is zeker niet, in het begin vanuit zijn alwetendheid elk machineonderdeel perfect te instrueren. De machine zou dan uit gedresseerde slaafjes bestaan die zonder plezier en zonder begrip een mechanisme uitbeelden. De deelnemers vinden samen alles zelf uit. De docent heeft alleen de taak, dit gemeenschappelijke ontdekken, uitproberen en bespreken in gang te houden. (Dat is trouwens moeilijker dan het eruitziet. Het is een vak dat geleerd en geoefend moet worden.)