Introductie Informatica en Informatiekunde/alvorens/regeling voor ouderejaars
Uit Werkplaats
< Introductie Informatica en Informatiekunde | alvorens
Versie door Hanno Wupper (overleg | bijdragen) op 13 sep 2009 om 23:09 (Introductie Informatica en Informatiekunde/regeling voor ouderejaars hernoemd naar Introductie Informatica en Informatiekunde/alvorens/regeling voor ouderejaars)
De cursus III is toegesneden op studenten aan het begin van hun studie informatica of informatiekunde. Wil je III halen, terwijl je al verder gevorderd bent met je studie of iets anders studeert? Dan maak je een werkstuk. Dit geldt ook voor studenten die III niet gehaald hebben: zij maken zo'n werkstuk aan het eind van hun eerste jaar.
Schrijf je in dit geval gewoon in voor de volgende cursus III en neem ruim voor begin contact op met de docent!
Speciale regeling alternatief werkstuk III
- Doel van het werkstuk
- aantonen dat de doelen van III gehaald zijn.
- Thema
- Is de informatica / informatiekunde een taalwetenschap?
- Instructies
- Maak voor jezelf een overzicht van aspecten van taal en talen die je in het eerste jaar bent tegengekomen. Denk bijvoorbeeld aan verschillende verschijningsvormen, functies en manieren van gebruik. Verzin bij elk aspect één of meer karakteristieke voorbeelden.
- Bekijk de doelen van III en het programma van de 10 dagen voor de achtergrond van dit thema.
- Kies, met behulp van je overzicht, een computersysteem (of desnoods enkele systemen) waarin op verschillende plekken talen een rol spelen. Laat je inspireren door de inhoud van week 1 van de cursus. Bedenk ook welke rol talen spelen bij het *ontwikkelen* van dit systeem. Laat je inspireren door de inhoud van week 2.
- Schrijf een essay (rapport, verhandeling) waarin zoveel mogelijk van de geïnventariseerde aspecten van taal in de informatica aan de orde komen. Gebruik daarbij het gekozen systeem (en zijn ontwikkeling) als rode draad.
- Geef in de conclusie van het essay een beargumenteerd antwoord op de vraag.
- Voorzie het rapport van een titelpagina, inhoudsopgave en inleiding.
- Product
- Essay van ongeveer 10 pagina's, op papier, goed verzorgd, in een mapje.
- Criteria en aandachtspunten
- Het doorlopend voorbeeld is goed gekozen.
- Je essay heeft een duidelijke structuur en je behandelt de verschillende taalaspecten op een systematische manier.
- Je gebruikt professionele terminologie uit het eerste jaar van de opleiding (bv. "grammatica", "specificatie", "compile time").
- De afhandeling is door jezelf geschreven; citaten zijn duidelijk met bronvermelding aangegeven.
- Het gaat erom de docenten te overtuigen van wat jij weet, niet erom, ze in lange verhalen te vertellen wat ze zelf al weten.
- 7 zorgvuldig geschreven, goed doordachte pagina's met de essentie zijn waardevoller dan een dik werk vol gebakken lucht.