Beweren en bewijzen/kwaliteit/geformaliseerde natuurlijke taal

Uit Werkplaats
< Beweren en bewijzen‎ | kwaliteit
Versie door Hanno Wupper (overleg | bijdragen) op 24 feb 2010 om 09:30
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken
de opzet 2017-18    KalenderIcon.gif multimedia kwaliteit commentaren
site map


Beweren en bewijzen
Wijsheid omgaan met onzekerheid: met open blik op wankele ondergrond levenspad bewandelen
Vernuft aanpak van glibberige problemen precies redeneren op het hoogste niveau
vier zuilen → Artefacten Formalisering Taal Zekerheid
1. Rationaliteit Rationaliteitsvierkant 4 werelden Beweren is moeilijk Overtuigen
2. Modellen Focus Precisie Logica Stelling en bewijs
3. Model en realiteit Specificaties Domeinmodel Syntax en semantiek Waarheid
4. Correctheid Structuur Correctheidsstelling Typering Nagaan
5. Methoden Decompositie Systemat. vertalen Definities Natuurl. deductie
6. Theorie Domeintheorie Tijd Tijdslogica Wiskunde
7. Complexiteit Hiërarch. decompositie Vereenvoudigingen Modules Bewijsassistenten
8. Generalisering Standaardisatie Parametrisatie Talen Hulpstellingen
Beweren en bewijzen/kwaliteit/geformaliseerde natuurlijke taal


Kwaliteitscriteria geformaliseerde natuurlijke taal

  • Gebruik voor dezelfde dingen steeds precies dezelfde woorden. Gebruik verschillende woorden als signaal dat er een verschil in betekenis is.
  • Gebruik bij het maken van zinnen geen voegwoorden waarvan de betekenis vaag is. In de formele logica hebben alle voegtekens een precieze betekenis: ∧, ∨, → etc. In de natuurlijke taal gaat het met "of" al mis. Hoe beter je formele talen beheerst hoe preciezer je natuurlijke taal kunt toepassen, omdat de formele talen je de problemen duidelijk hebben gemaakt.
  • Maak absoluut duidelijk waar je een eigen begrip definieert en houd je dan precies aan deze definitie en gebruik de term daarna in de tekst nooit meer in de "gewone" betekenis.
  • Zeg geen woord te veel.
  • Vermijd modale woordjes als "kan", "moet", "mag".
  • Gebruik aanhalingstekens als je in de taal over de taal schrijft. "In het Nederlands" heeft zeker 15 letters. In het Nederlands heeft "zeker" 5 letters.
  • Gebruik verschillende lettertypes waar dat helpt verschillende taalniveaus te onderscheiden.