Beweren en bewijzen/de opzet/tentaminering
Uit Werkplaats
Inhoud
Voorwaarde vooraf
Er wordt alleen een eindcijfer gegeven als er zowel een theoriecijfer als een projectcijfer bekend is en als het practicum voldoende is beoordeeld. Andere situaties zullen tot een niet deelgenomen beoordeling leiden.
Tentamenonderdelen
Het tentamen van Beweren en Bewijzen bestaat uit een aantal onderdelen:
- Practicum
- Er zijn wekelijkse leertaken die ingeleverd moeten worden.
- Hiervoor krijg je een beoordeling ('g','v','o','ni') en het gemiddelde van al die beoordelingen dient aan het eind van het semester minstens 5.5 te zijn.
- Een 'ni' wordt gegeven indien de opdracht niet of niet serieus is ingeleverd. Als er bijvoorbeeld hele opdrachten ontbreken, wordt dat gezien als niet serieus ingeleverd.
- Een 'g' wordt gegeven indien de opdracht goed is gemaakt.
- Een 'v' wordt gegeven als er duidelijk serieus aan gewerkt is, maar er toch wat fouten zijn gemaakt.
- Een 'o' in de andere gevallen.
- Voor het bepalen van het gemiddelde wordt de waardering 'ni'=0, 'o'=4, 'v'=6 en 'g'=8 gebruikt.
- Zodra duidelijk is dat iemand hier niet meer aan kan voldoen, mag deze persoon verder geen deeltentamens meer maken.
- Indien je drie keer na elkaar niet inlevert, nemen we aan dat je gestopt bent met de cursus en mag je verder geen deeltentamens meer maken en mag je ook geen groepswerkstuk meer maken.
- Bij elke leertaak hoort een responsiecollege. Je bent welkom bij zo'n responsiecollege op het moment dat je de bijbehorende leertaak serieus hebt ingeleverd.
- Uiteindelijk moet je bij minimaal 50% van de responsiecolleges aanwezig zijn geweest.
- Dit practicum telt niet mee voor de hoogte van het eindcijfer, maar het is dus wel een voorwaarde om een eindcijfer te kunnen krijgen.
- Het is niet mogelijk dit practicum te herkansen!
- Theoretische deeltentamens
- Er zijn twee schriftelijke deeltentamens.
- Voor elk deeltentamen moet je minimaal een 5.0 hebben.
- Voor het gemiddelde van alle deeltentamens minimaal een 5.5.
- Indien je aan beide eisen voldaan hebt is je zogenaamde theoriecijfer het gemiddelde van alle deeltentamens.
- Indien je niet aan beide eisen voldaan hebt is je theoriecijfer het minimum van het gemiddelde van alle deeltentamens en een 5.
- Alle deeltentamens waarvoor een cijfer lager dan 5.5 is gehaald, mogen aan het eind van het semester herkanst worden, tenzij het afgeronde eindcijfer al een 6.0 of hoger is.
- Werkstuk
- Je maakt een (groeps)werkstuk waarin je laat zien dat je de theorie kunt toepassen.
- Het werkstuk wordt in twee delen ingeleverd.
- Voor het eerste deel krijg je geen cijfer maar een 'voldaan' of 'niet voldaan'.
- Om een compleet werkstuk te mogen inleveren dien je natuurlijk een 'voldaan' te hebben voor het eerste deel.
- Voor het complete werkstuk krijg je een gewoon cijfer, het zogenaamde werkstukcijfer.
- Om het vak te halen moet je werkstukcijfer ten minste een 5.5 zijn.
- Voor het eerste deel van het werkstuk geldt dat indien er niet meteen een 'voldaan' is behaald, er enkele weken later een herkansing is voor dat deel. Levert dat nog steeds geen 'voldaan' op, mag je geen werkstuk meer inleveren en haal je dus het vak niet, maar je mag nog wel de deeltentamens maken. Onder bepaalde voorwaarden mag je die deeltentamens dan in het volgende jaar hergebruiken.
- Indien voor het complete werkstuk een cijfer lager dan 5.5 is gehaald, kan dit werkstuk aan het eind van het semester herkanst worden.
- Eindcijfer
- Als zowel je theoriecijfer als je werkstukcijfer minstens 5.5 zijn, dan is je eindcijfer het op halven afgeronde gemiddelde van die twee cijfers, waarbij een naar uiteindelijke 5.5 nog eens wordt afgerond naar een 6 omdat we nu eenmaal geen 5.5 als eindcijfer mogen geven.
- In andere gevallen is je eindcijfer het minimum van dat op halven afgeronde gemiddelde en het cijfer 5.
Eén jaar later
Wie tweemaal gezakt is moet in principe een jaar later alle tentamenonderdelen over doen. In overleg kan iets anders worden afgesproken, maar dat moet dan natuurlijk worden vastgelegd in het dossier.